Portretten van de psychiatrie II

Ik vind de huiskamer altijd onaangenaam warm, voor haar oude bewoners is het waarschijnlijk een prettige temperatuur om in te verblijven. Zachtjes soezend zitten ze op de bank, in hun rolstoel of op een stoel totdat ik of een van mijn collega's een limonaderonde doet. Hier en daar hoor ik gemompel, ijlende opmerkingen vervaardigd uit dromen. Wonderbaarlijk is geen van de bewoners van deze huiskamer een roker, de overige drie huiskamers staan daarentegen altijd blank.

Mw. G lijkt mijn aandacht te trekken, wat soms lastig te beoordelen is omdat ze ontzettend loenst. Ik ga naast haar zitten en ze verteld me een onsamenhangend verhaal over haar man, die haar iedere vrijdag op komt zoeken. Deze oude, Indonesische dame heeft een leven van verschrikkingen achter de rug, dat is het enige wat ik van haar weet. Als Japans troostmeisje ernstig misbruikt in de Tweede Wereldoorlog en nu hier, in het Eindstation. Ik heb haar eens verteld dat mijn vader geboren is in Indonesië, wat maakte dat ze me in vertrouwen heeft genomen. Soms knik ik, een "hmhm" tussendoor, een vraag naar een detail. Tussen haar warrige zinnen proef ik onzekerheid over de relatie met haar man, ondanks dat hij haar iedere week bezoekt. Een penetrant gegiechel doorboort haar verhaal - mw. H is schijnbaar wakker en paraat: "hij houdt van blondjes, die man van haar, dat heb ik hem zelf horen zeggen. Ik zie hem ook altijd kijken naar blonde meisjes. Hihi". Mw. G lijkt zich er vooralsnog niet zo aan te storen, maar ik doe dat wel en werp mw. H een strenge blik toe. Voor nu houdt ze zich gedeisd, maar ik weet dat de stekende opmerkingen doorgaan zodra ik de huiskamer uit loop. Ik ben dan ook opgelucht als mw. G op een goede dag van zich af bijt, de precieze woorden herinner ik me niet meer. Maar ik ben trots op haar.

De meest bijzondere herinnering aan mw. G is de dag van mijn afscheid. Ze vraagt me mee naar haar kamer en ik duw haar daarheen. Nu we wat privacy hebben beginnen de tranen te stromen en ze verteld me hoe spijtig ze het vindt dat ik vertrek. Ze pakt uit een van haar kasten een houten kistje, prachtig uitgesneden. Ik herken het werk - mijn vader heeft precies zo'n sieradenkistje uit Indonesië meegenomen, het was van zijn overgrootmoeder. En nu schenkt deze oude dame mij haar kistje, haar erfgoed uit haar land van herkomst. Ik herhaal, misschien wel tien keer, dat ik het niet aan kan nemen, maar ze neemt geen nee als antwoord. Opgelaten neem ik het aan, beloof haar dat ik er altijd voorzichtig mee om zal gaan, dat ik aan haar zal denken als ik er naar kijk. Tot op de dag van vandaag weet ik geen functie voor het kistje, bang dat het kapot gaat door gebruik. Dus het staat veilig in een kastje en kijk ik er iedere dag naar.

~

Een andere dag. Half 8 in de ochtend en er zijn al een aantal bewoners uit bed. Alle collega's zijn al in de teamkamer en zitten klaar voor de overdracht van de nachtdienst. Ik loop langs een andere huiskamer dan de mijne en ik hoor "zuster!", een dame wenkt me. "Zou ik alsjeblieft een kan water en een zwarte koffie mogen? Ik heb zo'n dorst." Natuurlijk mag ze dat en ik loop direct naar de keuken. Als ik even later terugkom met haar bestelling pakt ze mijn hand en bedankt me. Ik glimlach en loop richting de overdracht, die zoals de meeste dagen niet veel interessants behelst. De nacht is rustig verlopen, niemand uit bed en de bewoners kunnen nu uit bed gehaald worden.

De mevrouw hier boven heb ik nooit goed gekend, maar na deze ochtend werd het mijn ritueel om haar iedere ochtend een kan water en een kop zwarte koffie te brengen, ook al vroeg ze er niet om. Het gaf me een goed gevoel haar lachend te zien, tevreden met deze kleine moeite die ik deed. Op mijn laatste dag ben ik haar daarom apart gedag komen zeggen, ook al werkte ik eigenlijk nooit op haar huiskamer. "Je was de enige die er aan dacht om me een kan water en zwarte koffie te geven, dankjewel daarvoor."

~

Ik heb niet alles goed gedaan, hoe kan het ook? Gelukkig ben ik een mens, maak fouten en sommige fouten komen je duur te staan. Nog steeds weet ik niet hoe ik het anders aan had moeten pakken en voel ik me intens schuldig naar de man in kwestie.

Het was een middag zoals iedere andere, de bewoners in de onaangenaam warme huiskamer, soezend. Het dagelijkse limonaderondje. Het koekje. Ik besloot mandarijnen te pellen en deze uit te delen, de bewoners zaten er van te genieten. J., een man uit een andere huiskamer, hing al een tijdje rond de onze. Een zware vorm van autisme, sigaren achter slot en grendel (in het verleden heeft hij zich meerdere malen een nicotinevergiftiging gerookt) en geagiteerd. Hij sprak maar een aantal woorden, het is een collega echt eens gelukt om een lang gesprek met hem te voeren. Ik heb dat nooit gekund, daar kende ik hem te slecht voor.

Hij kwam tegenover me zitten aan de tafel in de huiskamer en pikte een aantal mandarijnenschijfjes, waarop ik hem aansprak. "J., deze heb ik gepeld voor mw. G en dhr. V. Als je even wacht pel ik er ook eentje voor jou." Ik heb in mijn opleiding altijd geleerd te begrenzen, uit te leggen waarom je dat doet en de verwachting uit te spreken. Hij stond op, ik ging verder met mijn pelwerk, keek omhoog en ik zag nog net een vuist in volle vaart op mijn gezicht afkomen voordat het zwart werd. Ik ging niet knock-out, ik denk dat ik mijn ogen gewoon dicht deed. Vliegensvlug stond ik op, liep naar een collega en trillend van pijn en angst wist ik nog uit te brengen: "J. heeft me geslagen." Terwijl ik op een stoel neergezet werd, liepen meerdere collega's met snelle pas richting de huiskamer waar J. tevreden stond te kauwen op een mandarijn. Hij werd direct gesepareerd, een verschrikkelijke ervaring, zeker aangezien ik niet zeker weet dat hij de situatie begreep. Het had van mij niet gehoeven. Ik was niet boos, vooral geschrokken, kon zijn reactie pas later plaatsen. Mij werd verteld dat ik blij mocht zijn dat J. mijn kaak niet had gebroken, aangezien dat in het verleden wel eens gebeurd is. Ik mocht naar huis terwijl hij daar, eenzaam in een kaal hok opgesloten zat.
17 mrt 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Strigiformes
Strigiformes, vrouw, 34 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende