De wekker loopt af om 6 uur. Ik stap uit bed en loop naar de strijkplank waar mijn telefoon ligt, zet het alarm op 'sluimeren' en kruip nog even terug het bed in tegen mijn echtgenoot aan. Zo gaat dat zeker drie keer. Niet omdat ik geen zin heb in de dag. Integendeel. De dag belooft prachtig te worden. Ik ga winkelen met Esmee. Maar om het simpele feit dat het 's ochtends zo vroeg best al koud aanvoelt. En het bed dus aanlokkelijk is, zeker ook omdat Henny er dan nog in ligt, die sinds maandag vakantie heeft. Die staat normaal gezien om 5 uur op.
Het is een week of zes geleden dat ik Esmee gezien heb. Mariens telefoon staat uit dus ik ga ervan uit dat hij niet komt opdagen. Ik geef de pleegzorgdame vast een seintje dat hij er waarschijnlijk niet bij is. Ik neem de trein rond twaalven richting het stadje iets zuidelijker dan mijn stad. Ik stap daar uit en loop het perron af richting de uitgang. Verrassend genoeg staat een sterk vermagerde Marien me op te wachten. Hij zegt direct: "jij had mij niet verwacht hé?". Ik zeg hem in zijn eigen accent "Jouw telefoon uit, duh". Ik kan er niet echt om lachen dat hij er toch is. Ik heb die ochtend een aantal keren gebeld, in de veronderstelling dat hij misschien nog lag te slapen en daarom zijn telefoon nog niet aan had staan. Iedereen behalve hij begrijpt dat dit me echt de keel uithangt. Elk bezoek is het hetzelfde ritueel. Komt hij wel of komt hij niet? Dit overschaduwt voor mij, en zeker ook voor Esmee als hij niet komt opdagen, het bezoek wel steeds. Maar als ik dit uitleg aan hem, zegt hij gewoon iets als "Jij moet helemaal niet mauwen". Hij profiteert er gewoon van dat vooral ik zo meegaand en vergevingsgezind ben richting de vader van Esmee, omdat dit mogelijk het beste is voor haar. Maar als het aan mij alleen zou liggen, zonder dat ik me hoef in te denken hoe hartbrekend dit voor Esmee moet zijn, dan zou ik zeggen: "Het spijt me Marien, maar jij kunt beter niet meer komen". Ik moet dus ook even omschakelen als ik hem daar aan het spoor zie wachten, de lange, magere, gestalte, die met gebogen rug daar staat te wachten, me aankijkend vanonder zijn petje. Hij laat me zijn telefoon zien, waarvan inderdaad geen spaan heel is gelaten. Hoe dat komt laat ik wijselijk maar in het midden.
We lopen naar de parkeerplaats waar we Esmee opwachten. Ik app alvast de pleegzorgdame dat 'hij er toch is' en dat we bij de ANWB staan. We wachten. Het wordt 12.45 uur en later. Ik begin het vreemd te vinden dat ze er nog niet zijn. Ik had het blauwe Toyotaatje van de pleegzorgdame al om 12.35 uur verwacht, dit omdat deze locatie veel dichterbij de school van Esmee gelegen is, dan de BSO waar we normaal afspreken. Marien geeft me het advies om haar te bellen. Ik wil dat net gaan doen als mijn telefoon rinkelt. Het is de pleegzorgdame die me lachend vertelt dat zij én Esmee het allebei waren vergeten dat het winkelen was vandaag. Ik zeg: "Mkeeey". En dan "wij kunnen niet naar jullie komen dat duurt veel te lang". "Nee, nee" zegt zij "wij komen naar jullie toe". "Tot zo". Marien zegt gelijk "dit gaat van de bezoektijd af" en "nou ja, we mogen blij zijn dat we haar vandaag in iedere geval zien". Ik beaam dat want ik weet dat de pleegzorgdame op woensdagen altijd heel strak plant. Omdat zij dan de meeste begeleide bezoeken heeft. Marien rookt nog een shaggy. Ik bekijk zijn handen terwijl hij draait. Wat me opvalt is dat het vel erbij hangt en dat zijn handen vol zitten met plekken en wonden. alsof hij in een bijtende stof heeft gezeten met zijn handen. Ik vraag "Wát heb jij met je handen gedaan". Het antwoord is al even vreemd als de plekken zelf. Dus ik herhaal het niet eens. Ik heb er zo mijn eigen idee bij. Marien haalt uit zijn zakken een dikke envelop van Centraal Justitieel Incasso Bureau. "Wil je dit naar mijn bewindvoerder sturen? Naar dat emailadres van vorige keer". Ik weet wat voor brieven dit zijn, maar zeg hem dat ik ze ga mailen en dat ik het volgende bezoek de brieven weer meeneem.
Niet veel later komt de pleegzorgdame met Esmee achterin, achter de prinsessengordijntjes, het parkeerterrein opgereden. Ze stopt halverwege een parkeervak en stapt uit. Ze verklaart deze rare move met "Ja, er ligt daar een steen" en ze pakt een baksteen van de grond. Ik schenk er verder geen aandacht aan en doe vast de achterportier open, waar Esmee zit. Ze ziet er mooi gebruind uit en draagt een frisse blauwe zomerjurk. Ze is nu volgens mij even lang als ik. Ik omhels haar. Marien krijgt een hand. Ze opent haar rugtas en haalt er een groot pakje uit, verpakt in smileys inpakpapier. "Ik heb een cadeau voor je gekocht" zegt ze. "Voor je verjaardag". Ze had ook nog een geweldige pentekening van mij, een portret, gemaakt maar die was ze vergeten. Mama Tina had me die ochtend de foto gestuurd, met het onderschrift "Hier heeft ze de hele week aan gewerkt en nu is ze hem vergeten". Ik zeg tegen Esmee "Wat een gave tekening heb je gemaakt, heel mooi gemaakt met pen en met stipjes". Esmee: "Ow, heeft ze (Tina) er een foto van gemaakt?".... Ik vraag: "Heb je zin om ergens taart te gaan eten?". Daar heeft ze wel zin in. We lopen richting de grote Markt en gaan daar ergens op een mooi terras zitten. We nemen alle vier een gebakje + iets te drinken ter ere van m'n 48-ste verjaardag. Ik zeg tegen Esmee: "Nog 2 jaar, dan ben ik 50". Esmee: "Ja, en dan tien jaar later 60"

we lachen erom, maar het is wel de realiteit. Dat we echt van elk moment mogen genieten dat we bij elkaar zijn. Ten volle in het moment, met volle aandacht.
Marien gaat even naar de wc. De pleegzorgdame zegt me snel "Ik heb hem gezegd dat hij wel als hij weer een telefoon heeft bij mij moet afmelden als hij niet komt". Ik pak het door Esmee zelf ingepakte cadeau uit. Het is een complete set met potloden, puntenslijper, gum, aquarelverf, acrylverf, een mengpalet en kwasten en een blok tekenpapier. Ontzettend hartverwarmend lief. Ik hou van haar. We praten tijdens het taart eten over dat Esmee nu eindelijk in groep 8 zit, dat de klasgenootjes rustiger zijn, dat Esmee achterin de klas zit, omdat de kinderen die veel aandacht nodig hebben meer vooraan zitten, dat ze op het hoogste niveau van lezen en rekenen zit, dat haar nichtje Daizy werkt in zo'n café als waar wij nu op het terras zitten, dat Daizy misschien haar haren heeft geblondeerd omdat het ineens zo blond is, over Henkie, de hond van Esmee en fam. die best rustig is, maar als hij mee zou mogen naar de stad, dat hij dan waarschijnlijk heel druk zal zijn. Over dat Fleur (mijn hond) een puber is en dat dat betekent dat ze vaak niet luistert en druk is en ineens bang is voor dingen waar ze normaal niet bang voor was. Ik kijk af en toe richting Marien die op een heel aparte manier zijn gebak eet, namelijk achterover hangend in de stoel en dan met het vorkje stukjes gebak pakken dat op de tafel staat. Daarbij zie ik dat hij er uitgeput uitziet.
Dan gaan we winkelen bij de Douglas. Esmee kiest drie lipglossen en 2 nagellakken. We hebben ook diverse geuren geroken, van Versace, Dior, J.P. Gaultier etc. Esmee ziet een parfum van Dior wel zitten, maar bij het zien van de prijs zegt ze gelukkig "Dan geen geurtje".
Weer buiten genieten we na van de lading geurtjes die ze op mij gespoten heeft en onthult Marien dat hij Dior op heeft gedaan bij Douglas. Esmee lacht: "Marien met Dior..."

We lopen verder naar de Jamin. Daar doen we wat inkopen voor haar pleegbroers = neefjes en voor Esmee zelf. En natuurlijk gaan we nog even langs de Intertoys. Daar mag ze nog een spel uitzoeken voor hun allemaal. Bij de Hema koop ik met Esmee nog een vriendschapsarmbandje en kettinkje voor haar en haar beste vriendin die ook Esmee heet, maar niet op haar lijkt. Dan lopen we terug naar de auto, iets voor tijd, omdat Marien zo onrustig doet. De pleegzorgdame en ik spreken af dat er het volgende bezoek op de kermis een half uur bij komt in tijd. Hopelijk dat Marien, als ie aanwezig is, niet zo opgejaagd doet. We nemen afscheid van Esmee.
Ik vraag "Marien, wil je nog wat drinken?". We gaan naar een dönerzaak, waar hij ook een döner rol opeet. Het lijkt erop dat hij al lang niet veel gegeten heeft, en dat dit misschien wel de enige maaltijd is voor de komende paar dagen. Ik neem zelf een Fanta. Eerlijk, ik maak me nu meer zorgen dan ooit over hem.
Bij het station noem ik nog de datum en tijd van het volgende bezoek. We zijn dan in mijn stad op de kermis en hebben om 12 uur afgesproken daar in het park bij de kermis. Te bezien valt of hij er ook echt is.
Thuisgekomen drink ik eerst koffie met Henny. Daarna open ik de brieven van het CJIB. Hij heeft boetes voor twee strafbare feiten, geconstateerd op dezelfde dag. 1. Alcohol nuttigen op straat en 2. De weg als slaapplaats gebruiken. En nog een aanmaning van 1 van de twee boetes, waar dus al een verhoging op zit nu. Ik fotografeer de boel en mail de bewindvoerder. De tweede boete word ik echt misselijk van. Hoezo slaapt hij op straat? Hij heeft toch nog een woning? Of is hij zo van de kaart dat hij in slaap valt op straat. Dit alles gebeurt dus in de stad waar Esmee woont met mijn broer en schoonzus en gezin. Waarom dringt het niet door bij hem?
