Misschien is het opgevallen dat ik de Bijbel de laatste tijd minder vaak citeer. Dat is geen toeval. Na een week vol diepe gesprekken, persoonlijke gebeden en stille overdenkingen, voel ik dat er iets in mij aan het verschuiven is. Iets dat op doorbreken staat — niet luid of zichtbaar, maar juist stil en gelaagd. En om dat proces ruimte te geven, voel ik me geroepen om de komende maand een soort gelofte van stilte aan te gaan.
Nee, ik trek me niet terug in een klooster. Ik blijf gewoon meedraaien in het dagelijks leven, voer de gesprekken die nodig zijn, en deel dit alleen met mijn partner. Maar ik spreek minder. Deel minder. En schrijf wellicht ook minder. Want sommige dingen krijgen pas echt waarde als je ze niet overmatig gebruikt. Woorden, bijvoorbeeld.
Ik geloof niet in traditionele westerse vrouwbeelden binnen het christendom — Handmaid’s Tale-achtige visies zijn niet wat God van ons vraagt. Maar ik geloof wél dat ieder mens, man of vrouw, kan groeien door af en toe stil te zijn. Zeker als je gewend bent je gedachten makkelijk te delen, zoals ik.
Voor wie twijfelt aan de Bijbelse basis van zo een onderneming hoef maar te kijken naar de les over Jozef in Genesis 37: hij deelde zijn droom vol overtuiging met zijn broers, maar het leidde tot afwijzing en verraad. Niet omdat zijn droom niet klopte, maar omdat het publiek en de timing verkeerd waren.
Wat God jou heeft toevertrouwd, is niet voor iedereen bedoeld. Niet omdat zij kwaadwillend zijn, maar omdat zij jouw gebeden niet hebben gebeden, jouw tranen niet hebben gehuild, en jouw woestijn niet hebben doorlopen. Jouw roeping is jouw verantwoordelijkheid.
