Breaking with the flesh

Zondag probeerde ik stil te blijven. Te ademen. Te bidden terwijl mijn schoonmoeder sprak. Al mijn oefeningen baarden kunst, mijn eerste reflex was om te bidden, niet mee te gaan met haar. Ik wilde haar horen, echt horen. Maar mijn hart bonsde, mijn gedachten gonsden. En toen kwamen de woorden toch... scherp, eerlijk, misschien te hard.

Ik weet niet of dat Uw wil was, Heer. Of dat gewoon mijn eigen pijn en trots spraken. Soms voelt het alsof ik Uw stem en mijn stem niet kan onderscheiden.

Ik denk aan Petrus. Eén moment beleed hij: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God.” (Mattheüs 16:16). Het volgende moment zei Jezus tegen hem: “Ga weg, achter Mij, satan!” (vs. 23). Hoe kon dezelfde mond zulke verschillende stemmen dragen? Toch liet Jezus hem niet los. Hij wist dat Petrus’ hart Hem toebehoorde, ook al schoot hij vaak uit de bocht.

U was erbij. U hebt het gehoord. U kent mijn hart beter dan ik. U weet hoe vaak ik wil liefhebben, maar struikel over mijn eigen behoefte om gezien en erkend te worden. Ziet mijn poging om lief te hebben, zelfs wanneer mijn trots erdoorheen schemert. Ziet mijn verlangen om te luisteren, zelfs als mijn woorden harder klinken dan misschien nodig was.

Ik schaam me soms dat ik niet nederiger ben. Dat ik niet gewoon altijd kan zwijgen, wachten, loslaten.

Gods mensen hebben zoveel clues achtergelaten dat dit kan. Jesaja 41:10 ( "Wees niet bang, want Ik ben met u" ), Exodus 14:14 ( "De HEER zal voor u strijden; u hoeft zelf niets te doen" ), en 2 Kronieken 20:15 ( "Laat u niet afschrikken... de strijd is niet aan u, maar aan God" )

Maar het vlees is zo... Koppig, het wil elke dag gebroken worden. Of het nou door van eten vasten, sporten wanneer ik niet wil, of zwijgen wanneer andere, trotse, zielige mensjes, misgunners, die U het hardst nodig hebben, en niet mijn harde woorden, míj proberen te onderdrukken.

In de afgelopen 2 weken deed ik mee aan een groepsvast waarbij ik veel leerde over de gedachten van de vroege christenen over hoe het hart/het brein, het vlees en de geest op een metafysisch niveau in elkaar zitten. De ziel, met de menselijke wil, en de wil van God die ook in ons zit. De geest, die altijd klaar staat om de wil van God uit de voeren, en het vlees dat zwak is. (Matteüs 26:41)

Ik ben niet zo een gevoelsmens. Ik wil niet horen wat makkelijk is. Ik wil altijd uitgedaagd worden. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik veel beter dan mijn moeder weet hoe ik écht een ander pad kan inslaan, dan mijn familie, en niet alleen rebels doen wat zij niet deden, zoals mijn moeder dat deed.

Maar daar hoort ook bij dat ik eerst iets helemaal begrijpen voordat ik zonder slag of stoot mijn brein kan temmen en kan bewegen volgens de juiste Houding met hoofdletter H.

Soms moet je God gewoon vertrouwen. Zijn juk is licht. (Mattheüs 11:28-30) Ook als je bang bent dat je een verkeerde pad inslaat, hij kan je ook in je gebrokenheid gebruiken op onvoorstelbare manieren. Beweeg gewoon, blijf bewegen, natuurlijk - de juk is licht, niet simpel of makkelijk - maar blijf met een losse houding. (Dit zeg ik tegen mijzelf.) Een goede vechter is niet alleen een tank, een en al spieren en doorzettingsvermogen, maar ook flexibel. Met wijd open oren en ogen en klaar om te bewegen naar Gods wil. Maar ik ben zo perfectionistisch...

Dus ik ben zo ontzettend dankbaar elke keer wanneer ik iets vind wat mij helpt om de puzzelstukjes aan elkaar te klikken. Zodat ik niet blind in het donker hoef te blijven zoeken naar Gods licht. Zoals die vast. Die vast bereidde mij voor op het gesprek met mijn schoonmoeder. Ik was nog steeds niet perfect, maar beter dan vroeger, in overgave, in zoeken naar Gods wil, ook al werd ik verrast en kon ik mij niet voorbereiden.

Ik voelde natuurlijk wel aan dat zij steeds onrustig werd met elke dag zonder baan en aparte woonplek voor mij, maar zij kwam aan, vroeg mij hoe het ging, ik was eerlijk, ik kan niet lang bij mijn moeder blijven, maar dat wist ze al toen zij mij een plek aanbood. Ik kwam naar boven en glimlachte want ik zag alleen dat ze met mijn partner sprak, en ik houd van hun hechte relatie, maar plots draaide ze zich om en bleek ze in tranen. Ze wilde een einddatum. Van mij.

Zij snapt nog steeds niet dat mijn vriend gaat waar ik ga... Dat ik bij hen in kwam wonen was een gunst van mij aan háár, niet andersom, want mijn vriend was in 2021 al bereid om met mij te gaan samenwonen toen ik de afstand niet meer aankon... Miep dat ze is... Laat mij jou helpen... Maar goed. Dat is weer mijn trots die spreekt, denk ik.

Wat maakt het mij uit of zij míj-mij-mij niet begrijpt, als de Heer van ons allen houdt? Toch? Dat is trots. Op zulke momenten raak ik gewoon gefrustreerd, en dat is niet erg, maar vervolgens laat ik die frustratie perverteren tot trots. Want ik vraag niet wat God wil. Ik besluit om zelf te doen wat ik had gewild dat een ander voor mij had gedaan. En dan ga ik huilen, en dan ga ik de ander veroordelen dat zij niet naar mij-mij-mij niet luisteren.

Als het mij niet lukt om haar te helpen, dan is dat omdat ik niet eerst heb gevraagd of en hoe ik haar kan helpen.

En als u mij niet verteld hoe, of als ik het niet begrijp hoe, dan stuurt U iemand anders wel. Genoeg die u volgen. Bewust of onbewust, almachtige. U heeft een plan voor iedereen, en U laat niemand in de steek. Waarom moet ik altijd per se degene zijn die de ander redt?

Dat is een eer die ik mijzelf opleg. Zonder naar uw wil te zoeken, voordat ik die juk op mij neem. En dan raak ik ontmoedigd. Logisch...

Ik zal voor haar bidden, ik zal er voor haar zijn op de manieren dat ik kan, dat menselijk is, maar ik moet mij op míjn pad in Uw plan blijven focussen. Ík heb nog zo een lange weg te gaan. Laat mij voor u werken, maar alleen waar u dat wilt. Toon mij waar ik het meest voor u kan doen.

Zonder Gods gratie, zijn we allemaal gewoon de pineut. En hoe vaak heb ik wel niet gehoord wat God mij via een ander wil zeggen? Zo is het.

Heer, ik leg mijn trots bij U neer. Niet netjes verpakt, maar rauw zoals het is. Wilt U het omvormen, Heer? Wilt U mijn woorden, hoe gebrekkig ook, gebruiken voor iets dat groter is dan mijn gelijk?

Ik heb een lange weg te gaan. Maar zolang ik blijf opstaan, blijf naar u zoeken, o Heer. Want ik weet dat U ook nooit hebt opgegeven om naar ons te zoeken.

U bent degene die de 99 achterlaat om achter de 1 te gaan. ( Lucas 15:8 ) U bent de grootste. Dank U.
19 aug 2025 - bewerkt op 19 aug 2025 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van knowthyself
knowthyself, vrouw, 31 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende