Stille krachten

Ik ben niet degene die het hardst praat. Soms praat ik veel; als ik moe ben, als ik mij veilig voel en in een omgeving waarin ik de zwaarte van de spreekwoordelijke kroon niet zo voel (bijvoorbeeld omdat ik weet dat de wederpartij zelf ook sterk en krachtig genoeg is om mijn intensiteit aan te kunnen, al probeer ik dan alsnog zelfcontrole uit te oefenen. Dan kunnen we langer doorgaan zonder dat een van ons moe wordt vrolijk )

In het dagelijks leven, vult mijn aanwezigheid de ruimte niet met lawaai en woorden, maar met richting. Als ik spreek, is het raak... Niet omdat ik veel zeg, maar omdat ik luister, weeg en kies. Alles wat ik doe, doe ik met intentie. Geen haast, geen ruis. In mijn hoofd wel, maar van buiten; niet. Ik selecteer op gevoel welke gedachten het handigst zijn om te externaliseren om mijn doel te bereiken, en dat gevoel klopt; altijd. Ik ben streng, maar rechtvaardig. Niet uit kilte, maar uit zorg voor precisie en betekenis.

Stilte is mijn kracht. Helderheid mijn taal. Ik spreek niet voordat ik alles heb uitgekristalliseerd; door mijn mensenkennis in de meeste gevallen vrij snel. Mensen zijn in het dagelijks leven niet zo ingewikkeld.

Mensen die gewend zijn het hoogste woord te voeren, en op alles te springen (in het echt, ongeacht de echte, onvermijdelijke gevolgen die er zijn) doen dit vaak juist uit onzekerheid.

Een getraind oog ziet het al snel; wat zij zeggen is vaak geen logisch (ant)woord, maar een reactie. Een snelle re-actie, niet een doordachte re-spons.

En dan vallen ze stil. Niet omdat ik ze overstemde, maar omdat ze voelen: hier spreekt iemand die niet bang is voor mijn luidruchtigheid.

Mijn woorden snijden door ruis heen. En soms, als ik iets zeg dat te dichtbij komt, breekt de façade van dominantie. Dan volgt een tantrum, maar geen echt weerwoord. Live. Met echte gevolgen en verlies van kracht, sociale invloed, positie.

Daar waar ik alles voorbereid op papier, of met mensen online, gebeurt het bij deze luidruchtige mensen, onzekere mensen, die verder nooit de confrontatie opzoeken, en niet gewend zijn om tegengesproken te worden; live.

Dat vond ik vroeger (als kind) wel zielig. Pestkopjes hebben vaak wel een lastige thuissituatie, en dan wilde ik ze niet meer pijn doen dan nodig, maar dat zagen zij dan als zwakte en gingen mij vervolgens lastigvallen als een mug in de nacht totdat ik veel te laat en geïrriteerd een verbale klap uitdeelde die mij een paar keer bij de juf op gesprek belandde (voor haar volledig uit het niets, omdat zij weet hoe lief ik ben, maar dan werd het al snel duidelijk wat het geval precies was.)

Tegenwoordig laat ik mijn kracht wat sneller zien. Niet om een ander te onderdrukken, maar om eerlijk en integer te zijn. Ik kan mij voorstellen dat het best lastig kan zijn voor dominante personen om te denken dat ze mij kunnen pesten en dat ik dan ineens uit het niets sterker ben.

Nu ben ik minder "nep" knipoog

Gelukkig is dat voor anderen zoals mij - die geleerd hebben dat je in omgevingen waar je niet weg kan, zoals een werkplek, de overhand moet houden om die invloed te verkrijgen - geen probleem.

Zij weten; het is niet erg om lief te zijn. Dat moeten wij koesteren. Liever te veel gevoelige mensen, waar wij rekening mee moeten houden, dan te veel harde mensen, die allemaal een eigen mening hebben over wat een dikke huid hebben inhoudt.

Het is ook niet erg om soms wat harder te zijn. Noblesse oblige. Als ik het niet doe, doet een ander het wel, terwijl mijn invloed altijd voor netto meer rust en geluk zorgt.

Ook voor de harde, gemene mensen, die net zo hard en gemeen zijn tegen zichzelf (ook als ze extern bijna nooit schuld bekennen), is die invloed helend, als zij het accepteren.

Dit was het geval op mijn eerste werkplek. Ik werd aangenomen tijdens een vrij roemoerige periode voor die werkplek. Een "klassieker" (van de oude stempel) ging met pensioen, en meerdere afdelingen waren tegelijkertijd aan het groeien. Er was in het begin best wel veel frictie tussen de werknemers, maar zij waren zich bewust van het effect wat dat op een nieuwkomer moet hebben.

Samen met een van mijn bazen streken we een paar lastige karakters van het oude tijdperk glad. En daar waar ik iets te laat doorhad dat ik een vervelend persoon (die twee maanden eerder daar was komen werken) ging verdedigen, stond hij mij bij. Binnen een half jaar werkten alle afdelingen strakker dan ooit van tevoren, hadden we de kosten omlaag gekregen zonder aan kwaliteit te verliezen, en ging ik individueel driedubbel zoveel omzet draaien. Wauw.

Ik heb nog altijd veel verdriet dat ik daar, door huisvestingsproblematiek, weg moest. En noodgedwongen terechtkwam op een toxische werkplek met mensen die vrijwel meteen mijn zwakte (vermoeidheid door het snel moeten verhuizen, rouw om verlies leuke werkplek, rouw om zieke oma die in augustus van dat jaar overleed) roken, en er alles aan deden om mij klein te maken.

Als ik mentaal uitgeput ben, volg ik mijn gevoel niet, namelijk. En als ik mijn gevoel niet kan volgen, word ik stiller. Onzeker, zonder mijn intuïtie, mijn grootste kracht. Weet ik; het is beter om vaker stiller te zijn. Niet luidruchtiger, zoals de haantjes.

Maar stiller. Als je hoofd té druk is, zie je het juiste pad niet. Wees stil; en weet dat ik God ben. Dan pas hoor je hem, dan pas hoor je je intuïtie.

En toch.
En toch.

Ondanks die zwakte, die uitputting, en dankzij mijn reflex om stiller te worden; niet luidruchtiger, wanneer ik mij zwak voel.

Verwierf ik ook op die toxische plek met afwezig leiderschap in de laatste maanden van mijn jaarcontract een positie van invloed. Mijn authenticiteit duwde een dramamaakster weg; en ik kreeg tijdens het exitgesprek een dankwoord van mijn baas. Twee maanden na mijn vertrek kwam er bericht op hun Linkedinpagina dat zij 2 nieuwe mensen hadden ingehuurd, en beiden straalden diezelfde kalme integriteit en zelfvertrouwen uit als mijn 2 favocollega's (die mij helaas niet in mijn strijd tegen mijn pestkoppen daar konden helpen; 1 zat op een andere afdeling, de ander werkte full-time thuis).

Ik ga nooit de strijd aan, als een ander mij laat leven. Ik heb wel grenzen. Soms spiegel ik, misschien, als het mij niet lukt om mij in te houden (de Bijbel zegt immers, zeg geen woord die vlammen oplaait, en volg niet de achterhaalde regel oog om oog, tand om tand, maar bid voor diegenen die je pijn doen, als zij ook nadat je de andere wang toekeert, blijven slaan).

Alles wat ik doe, doe ik bewust. Ik ben streng, niet om te beheersen, maar om zuiver te blijven.

Als iemand mijn intenties of gedrag verkeerd begrijpt (of bewust verdraait, maar ik probeer altijd van goede trouw uit te gaan), dat is dan iets anders.

Vroeger kon ik mij daar best wel druk om maken.

Ik ben niet bang om het conflict aan te gaan; als deze moet gebeuren, dan moet het. We kunnen niet allemaal vriendjes van elkaar zijn; het verschil moet er wezen.

Maar ik haat het als een ander pijn heeft door een miscommunicatie of misverstand. Dat doet mij ook pijn.

Tegenwoordig ga ik daar wat kalmer mee om. Sommige mensen KUNNEN elkaar niet begrijpen, hebben een veel te verschillend kader en beleving van de wereld. Niet dat de een per se "verkeerd" zit, maar gewoon... Anders. Heeft een andere rol op deze wereld. En ze horen er allebei. Alleen... Matcht het gewoon niet. En dat is oké.

https://www.eigenkrachtcoaching.nl/welke-uitdaging-zit-er-in-jouw-allergie-en-hoe-komt-de-teamspirit-tot-leven-met-ofmans-kernkwadrant/

De overige mensen die bewust je woorden verdraaien zodat ze een stroman hebben die ze gemakkelijk uit elkaar kunnen rijten, omdat zij altijd bovenop willen uitkomen, omdat zij de wereld zo ervaren, altijd bovenop óf onderop, en zovaakalsmogelijkbovenopandersbenjeminder, die zijn een minderheid. De meeste mensen deugen, en daar ga ik ook vanuit.
06 jun 2025 - bewerkt op 06 jun 2025 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van knowthyself
knowthyself, vrouw, 30 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende