gk30 de stadvorsten dùrfden niet verder, omdat ze


meenden dat zij in israëlitische bezette bevrijde gecontroleerde gebieden alleen nog maar veilig waren of konden zijn onder de gedegen bescherming van 'n aanzienlijker legermacht, maar zo'n ongewapende Seraja, of wat voor 'Filistijn' dan ook, zoals ÌK, die bovendien nu ook zó nog zijn eigen vrouw bij zich had, met of zonder kind, kòn met 'n gerust hart in "ISRAEL" rondreizen, net zoals de Hebreeën hùn handelswaar naar filistijnse markten & karavanserais brachten èn Vélen zich in 'hùn' steden vestigden èn daar hun brood verdienden ... De herhaalde irritante vijandelijkheden die tussen onze volken door de eeuwen heen bleven plaatsvinden werden uitgevochten via onze legereenheden, de meeste mensen wìsten niet eens dàt ze nog plaatsvonden omdat ze hun handen vol hadden aan 'het gewone leven'! Koning MOACH van GATH, míjn werkgever, stuurde Aviaddana & míj méé mèt dé Àrk òmdàt híj immers wèl wìlde wéten wàt er VÈRDER gebeuren zou! WÍJ wáren de énigen díe SÁMEN mèt díe kóeien, dé àrk & dé zádeltas met hun vergulde aambei/muizen-cadeautjes dit gebied van Bet-Sjemesj verder binnentrokken, ònòpgemerkt tot zóvèr, omdat de mensen dáár allemaal volop bezigwaren met 't nijver binnenhalen v/d rijpe tarweoogst? Maar die gevleugelde serafimwézens bóvenòp het deksel v/d Àrk, die ik ook al meer dan ééns als de 'cherubs' heb horen benoemen, schitterden, blikkerden & blonken zó hèftig in het vòlle LÌCHT v/d fèlle zómerzon dat zíj uiteindelijk de aandacht trokken èn de mensen voorzichtig naderbij kwamen ÒMDÀT ze níet wìsten wàt ze nu zágen! De kóeien stòpten níet, zodat die landsmensen met ons mee moesten blijven lopen òm i/d nabíjheid v/d ark te kunnen blijven. Ze leken wel een beetje te schrikken van Aviaddana's imponerende ge-stàlte, maar toen ze eenmaal merkten dat zíj géén kwáád i/d zìn hàd, begonnen ze in hun éigen volkstaal allerlei dingen te roepen die we nu eenmaal nog niet goed konden verstaan! Tóen kwam er een man naast mij lopen die ons in z'n half gebroken filistijns vroeg: "WÀT ÌS DÀT NU VOOR EEN DÌNG?" "DÀT ÌS DÉ ÀRK VÀN JÙLLIE GÒD!" zei ik. "HÈ?" fronste hij. "DÉ GOUDEN ÀRK VÀN JÙLLIE GÒD!" herhaalde ik. "O," zei hij. Hij riep iets naar de anderen: waarschijnlijk had hij mijn antwoord in het Hebreeuws vertaald, want er begon subiet iemand luid te juichen & vreselijk opgewonden taal uit te slaan? Zíjn gejúich werkte meteen aanstekelijk & 't klonk nú uit tientallen kelen tegelijk! De mannen begonnen te huppelen rondom de ark & hun vrouwen maakten kirrende geluiden: ze knoopten hun hoofddoeken lòs èn zwaaiden ermee met hun àrmen hóóg ìn de lùcht; terwijl de mensen rond de ark dansten & juich-ten & sprongen, kéken ze intussen de ogen uit, met 'n blik die scheen te brànden, zó hèftig vònkte hùn onverbloemde nieuwsgierigheid!

20 mei 2016 - bewerkt op 23 mei 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende