jrrr150b déze wèrkelijkheid ÌS àlléén te benaderen
DÓÓR
WÌSSELENDE BÉÉLDEN.
Het nogal Emotioneel Verzet
tégen JR's voorstel tot beeldverschuivingen
zou dus ook gedeeltelijk híerìn kunnen liggen,
dat men zich nog niet ten volle bewust was van
het beeldkwaliteitskarakter van de geloofstalen, òmdàt
't Bééld zich maar al te váák 'de plaats
van G d' veroverd had?
In dàt geval
leek zo'n voorstelling onaantastbaar geworden, & kritiek
op zó'n bééld wàs zó gezíen als 'kritiek op G d'; maar in feite is dus die
kritiek op JR's 'beelden' niets anders dàn kritiek op 'n nieuw beeld waarbij
't Oude Beeld als 'Ideaalbeeld' gehanteerd bleek te worden? 'n Typisch geval
van afgoderij als bij de ba'alsdienst! 'n Door mensen gefabriceerd afgodsbeeld
dat de neiging vertoonde tot blind buigen & knielen voor een kinderverslindend
Idool dat om mensenoffers vroeg ter bevrediging van oerdrift
& z'n bureaucratie!
Valse conservatieve opperpriesters
klampten zich vast aan zo'n gefixeerd waanbeeld:
DÉ GODFATHER MET MENSELIJKE HÈLDENFIGUUR VOL TROTS,
BLOED, BODEM & HAAT!
Dìt laatste
moeten we nog eens van een andere kant benaderen: ÌS 't in feite niet zó dat 't
zg. OT altijd al fèl protest aantekende tegen HÈT BÉÉLD, tégen íedere voorstelling die wij ons
van YaHWeH máken? Ìeder beeld van YaHWeH vàlt onder de profetische kritiek! Dit betekent niet
dàt 't oudtestamentisch getuigenis aangaande YaHWeH helemaal géén beelden hanteert,
integendeel!
Israël spreekt óver YaHWeH antropomorf
(YaHWeH als Mènsch), theriomorf (YaHWeH als leeuw) & zelfs
meteorologisch (YaHWeH als donder & bliksem): ahw. 'n zichzelf recreërend natuurverschijnsel & met díe
principiële beeldloosheid ópent zich juist de mogelijkheid òm alle beelden als beeldend
te blijven gebruiken!
Àl díe fantastische voorstellingen
zíjn slechts hùlpmiddelen òm te verkondigen 'WÍE' ('wat/waar'
YaHWeH ìs?
Oftewel tóegespìtst geformuleerd:
óók 't Hebreeuwse woordje voor g d (elohim)
of 't Griekse woordje voor g d (theos) zíjn slèchts illustratieve Béélden
òm beter úit te kunnen drukken wie/wat/waar YaHWeH ìs; ISRAËL spreekt
dus niet ÀLLÉÉN maar antropomorf, meteorologisch, etceterara, maar óök theomorf (godvormig) of theïstisch
over déze YaHWeH 'die wàs, ìs & al wordend ZÀL zijn'! Met andere woorden & beelden:
't dóórlezen v/d bijbelboekrollen léért òns permanent
òm àlle Béélden te doorbréken?
In dìt verband
kunnen we bv. Bonhoeffer o.a.aanhalen als hij 'beschrijft':
"G D" ìs voor òns níet 'n àlgeméén begrìp, waarmee wij 't hoogste, heiligste èn màchtigst
dat maar te (be-)dènken ìs, betítelen, maar G d ìs 'n NÁÁM (haSjèm)! 't ÌS DÙS TOTÁÁL ÍETS ÀNDERS WÀNNEER
de héidenen God zèggen dàn WÀNNEER wij,
'tot wie G dzèlf' gesproken heeft,
Gòd zeggen
(GS IV S. 206).
Bij DB is G d géén soortnaam meer
(alsof er goden zouden bestaan), maar 'n éigennaam geworden!
Òm dìt go(e)d te LÁTEN úit-kómen & verdere verwarringen te voorkomen,
prefereren we 't gebruik v/d Náám YaHWeH! Want in 't OT gaat 't níet (meer) om god (als soortnaam)
maar om YaHWeH!
God bestaat níet, maar YaHWeH BESTÁÁT!
Je màg YaHWeH wèl god nóemen (de bijbelboekrollen doen dàt
meestal ook), mìts je maar begrijpt dàt óók déze uitdrukking 'n symbolische ìs, of anders gezegd:
'n beeldkarakter heeft.
Bijbelse Vóórbeelden té óver:
als Mosjeh aan Gòd ter legitimatie vraagt naar z'n Náám (naar zíjn Wézen),
dan krijgt hij ten antwoord: "ÌK BÈN DÍE ÌK BÈN!" Dìt is géén wezenskwalificatie!
YaHWeH ÌS YaHWeH!
Àls Mosjeh aldus vraagt
WÍE HÍJ (zíj/hèt) ìs, dàn kríjgt hij van g d 't àfwérende àntwoord: het gáát jóu níet áán
WÍE ÌK BÈN, IK BEN DIE IK BEN! Mosjeh ZÀL dùs óók aan zijn Israëlieten móeten zèggen:
ÌK BÈN heeft míj tot jullie gezonden!
'n Dúidelijker voorbeeld
bestaat er toch bijna wel niet van 't féit, dàt YaHWeH níet (meer) onder te
brengen is in onze categorieën, ook al wordt déze unieke ervaring 'personalistisch' (ÌK ben
die ÌK ben) 'medegedeeld'. Wanneer we YaHWeH (g d) tòch gríjpen
in ònze categorieën, dàn moeten we wèl tèlkens weer
ònze categorieën, Béélden corrigeren!
Óók 't dilemma
G d als 'n JÍJ òf 'n
HÈT (òf GÍJ) ìs & blijft
'n metabletisch
schemaatje.
WÌSSELENDE BÉÉLDEN.
Het nogal Emotioneel Verzet
tégen JR's voorstel tot beeldverschuivingen
zou dus ook gedeeltelijk híerìn kunnen liggen,
dat men zich nog niet ten volle bewust was van
het beeldkwaliteitskarakter van de geloofstalen, òmdàt
't Bééld zich maar al te váák 'de plaats
van G d' veroverd had?
In dàt geval
leek zo'n voorstelling onaantastbaar geworden, & kritiek
op zó'n bééld wàs zó gezíen als 'kritiek op G d'; maar in feite is dus die
kritiek op JR's 'beelden' niets anders dàn kritiek op 'n nieuw beeld waarbij
't Oude Beeld als 'Ideaalbeeld' gehanteerd bleek te worden? 'n Typisch geval
van afgoderij als bij de ba'alsdienst! 'n Door mensen gefabriceerd afgodsbeeld
dat de neiging vertoonde tot blind buigen & knielen voor een kinderverslindend
Idool dat om mensenoffers vroeg ter bevrediging van oerdrift
& z'n bureaucratie!
Valse conservatieve opperpriesters
klampten zich vast aan zo'n gefixeerd waanbeeld:
DÉ GODFATHER MET MENSELIJKE HÈLDENFIGUUR VOL TROTS,
BLOED, BODEM & HAAT!
Dìt laatste
moeten we nog eens van een andere kant benaderen: ÌS 't in feite niet zó dat 't
zg. OT altijd al fèl protest aantekende tegen HÈT BÉÉLD, tégen íedere voorstelling die wij ons
van YaHWeH máken? Ìeder beeld van YaHWeH vàlt onder de profetische kritiek! Dit betekent niet
dàt 't oudtestamentisch getuigenis aangaande YaHWeH helemaal géén beelden hanteert,
integendeel!
Israël spreekt óver YaHWeH antropomorf
(YaHWeH als Mènsch), theriomorf (YaHWeH als leeuw) & zelfs
meteorologisch (YaHWeH als donder & bliksem): ahw. 'n zichzelf recreërend natuurverschijnsel & met díe
principiële beeldloosheid ópent zich juist de mogelijkheid òm alle beelden als beeldend
te blijven gebruiken!
Àl díe fantastische voorstellingen
zíjn slechts hùlpmiddelen òm te verkondigen 'WÍE' ('wat/waar'
YaHWeH ìs?
Oftewel tóegespìtst geformuleerd:
óók 't Hebreeuwse woordje voor g d (elohim)
of 't Griekse woordje voor g d (theos) zíjn slèchts illustratieve Béélden
òm beter úit te kunnen drukken wie/wat/waar YaHWeH ìs; ISRAËL spreekt
dus niet ÀLLÉÉN maar antropomorf, meteorologisch, etceterara, maar óök theomorf (godvormig) of theïstisch
over déze YaHWeH 'die wàs, ìs & al wordend ZÀL zijn'! Met andere woorden & beelden:
't dóórlezen v/d bijbelboekrollen léért òns permanent
òm àlle Béélden te doorbréken?
In dìt verband
kunnen we bv. Bonhoeffer o.a.aanhalen als hij 'beschrijft':
"G D" ìs voor òns níet 'n àlgeméén begrìp, waarmee wij 't hoogste, heiligste èn màchtigst
dat maar te (be-)dènken ìs, betítelen, maar G d ìs 'n NÁÁM (haSjèm)! 't ÌS DÙS TOTÁÁL ÍETS ÀNDERS WÀNNEER
de héidenen God zèggen dàn WÀNNEER wij,
'tot wie G dzèlf' gesproken heeft,
Gòd zeggen
(GS IV S. 206).
Bij DB is G d géén soortnaam meer
(alsof er goden zouden bestaan), maar 'n éigennaam geworden!
Òm dìt go(e)d te LÁTEN úit-kómen & verdere verwarringen te voorkomen,
prefereren we 't gebruik v/d Náám YaHWeH! Want in 't OT gaat 't níet (meer) om god (als soortnaam)
maar om YaHWeH!
God bestaat níet, maar YaHWeH BESTÁÁT!
Je màg YaHWeH wèl god nóemen (de bijbelboekrollen doen dàt
meestal ook), mìts je maar begrijpt dàt óók déze uitdrukking 'n symbolische ìs, of anders gezegd:
'n beeldkarakter heeft.
Bijbelse Vóórbeelden té óver:
als Mosjeh aan Gòd ter legitimatie vraagt naar z'n Náám (naar zíjn Wézen),
dan krijgt hij ten antwoord: "ÌK BÈN DÍE ÌK BÈN!" Dìt is géén wezenskwalificatie!
YaHWeH ÌS YaHWeH!
Àls Mosjeh aldus vraagt
WÍE HÍJ (zíj/hèt) ìs, dàn kríjgt hij van g d 't àfwérende àntwoord: het gáát jóu níet áán
WÍE ÌK BÈN, IK BEN DIE IK BEN! Mosjeh ZÀL dùs óók aan zijn Israëlieten móeten zèggen:
ÌK BÈN heeft míj tot jullie gezonden!
'n Dúidelijker voorbeeld
bestaat er toch bijna wel niet van 't féit, dàt YaHWeH níet (meer) onder te
brengen is in onze categorieën, ook al wordt déze unieke ervaring 'personalistisch' (ÌK ben
die ÌK ben) 'medegedeeld'. Wanneer we YaHWeH (g d) tòch gríjpen
in ònze categorieën, dàn moeten we wèl tèlkens weer
ònze categorieën, Béélden corrigeren!
Óók 't dilemma
G d als 'n JÍJ òf 'n
HÈT (òf GÍJ) ìs & blijft
'n metabletisch
schemaatje.
02 mrt 2016 - bewerkt op 03 mrt 2016
- meld ongepast verhaal
Log in om een reactie te plaatsen.
- O 03 nov 2025 50116 Vanaf circa 1300 vC raakte Kanaän opnieuw
- O 02 nov 2025 50115 Voor zover het voor hen mogelijk was, sloten
- O 02 nov 2025 50114 46 In de Amarnabrieven en in andere teksten
- O 02 nov 2025 50113 45 Als voorbeeld dient een brief van Lab’aju
- O 02 nov 2025 50112In de 16de eeuw vC kreeg ‘t verzet van Egypte
- O 02 nov 2025 50111 44 In die periode van 1750 tot 1580 heersten
- O 01 nov 2025 5011043 Ook vanaf 1850 vC veranderde ‘t milieu: er
- O 01 nov 2025 50109119 De Sjeik kon niet weten hóe grievend zíjn
- O 01 nov 2025 50108118’Ja, Heer!’ “JIJ BENT JOODS?” vroeg Juda….
- O 01 nov 2025 50107 Waarlangs in bepaalde tijden enkele handels-
- O 01 nov 2025 50106 Uit al die tradities blijkt duidelijk, dat
- O 31 okt 2025 50105 GENESIS 29-30: YA’AKOV DIENT ZIJN OOM LAVAN!
- O 31 okt 2025 50104 Tenslotte komt uit de verhalen over het ver-
- O 31 okt 2025 50103 Avraham kwam vlg. die overlevering uit UR en
- O 31 okt 2025 50102 Dit betekent, dat vlak bij streken die zeer