Nou, ik had vandaag m'n dag niet.
Het begon gisteravond. M. was net in het land: een van mijn favoriete mensen op deze aardbol. En zoals wij dat doen, gingen we lekker op een terrasje zitten. Drankje erbij, eten erbij, sigaretje erbij. En kletsen. Ik vertel openhartig over hetgeen me de afgelopen dagen dwarszit. In dit dagboek is het reeds de revue gepasseerd, dus ik ga er niet nog een keer over uitweiden.
Haar analyse kwam binnen. En hard.
"Je wilt het te graag", zei ze toen ik had verteld over mijn behoefte aan vriendschap. En dat schrikt mensen af. Ze noemde als voorbeeld wat er vlak daarvoor was voorgevallen. Er kwam een meisje aan onze tafel om te vragen of ze een aansteker kon lenen. Ik zei: "Natuurlijk!" En bij het teruggeven met een knipoog: "Rokerssolidariteit, hè?". Ze kwam nog een keer, en ditmaal zei ik: "Que lo disfrutes" ("Geniet er maar lekker van (van de sigaret, red.)"

. "Ja," zei M., "bij die tweede keer zag ik haar al een beetje ongemakkelijk knikken."
Nu kun je denken: is dat niet een beetje hard van M.? Ja, het is misschien hard, maar het snijdt mijns inziens wel hout. Ik duik er te veel op. En dat schrikt mensen af.
We gaan naar de volgende ochtend (vandaag dus). Ik sta in de gezamenlijke keuken om een kopje koffie voor mezelf te zetten, en een ganggenoot komt binnen. Ik mag hem, omdat hij speciaal voor mij zijn spraak aanpast zodat ik hem kan verstaan en kan oefenen met het Spaans. Hij praat langzamer, articuleert goed, beeldt dingen uit en vertaalt zo nodig woorden naar het Engels. Ik begroet hem enthousiast, maar ja, het is ochtend en hij is net wakker. Dat geeft hij ook vriendelijk doch duidelijk aan en hij vertrekt weer.
Toen ik mijn koffie ophad, ging ik mijn kopje afwassen. De emoties wellen op, ik zet mijn handen op het aanrecht en barst in snikken uit. Dit is wat ze bedoelt, dacht ik. Veel te heftig. Schat de situatie dan in. Die man is net wakker.
Later op de dag ging ik even naar de universiteit om een artikel te printen dat ik op het strand wilde lezen. Ik kon de printers niet vinden, en de mevrouw aan de balie had geen nietje voor me. Mijn hoofd ging weer richting: je bent waardeloos, je kunt de printers niet vinden en waarom vraag je om een nietje? Jankend ben ik naar het strand gelopen.
Heeeeeeet is gestoooooord. Ik ben een huilebalk, en de aanleidingen zijn méér dan belachelijk.
Ik ben aan het eind van mijn Latijn. Echt. Ik wil dat het STOPT. STOP STOP STOP STOP STOP STOP.
Ik weet gewoon niet meer wat ik moet doen. Ik kan me niet meer herinneren hoe het voelt om langdurig een gevoel van geluk te hebben.
En nee, met Spanje heeft het niks te maken. Dit had ik ook al in Nederland. Het is hoogstens zo dat het onbekende in Spanje een extra laagje stress toevoegt aan het hele verhaal, maar that's it.
Ik ben het zat.