Ik voelde me vandaag de hele dag onrustig. Niet verdrietig, niet boos, gewoon onrustig. Ik kon me maar niet ontspannen. Dat merkte ik aan mijn ademhaling, aan het feit dat ik alleen maar naar muziek wilde luisteren en bijna niet stil kon zitten.
Nu neem ik even een momentje om te reflecteren. Niet om te
malen (wat ik doorgaans doe in mijn verhalen), want dat is contraproductief.
Hoe ging het vandaag?Hoewel ik me dus onrustig voelde, ging het eigenlijk best goed. Ik had goed geslapen (> 8 uur) en at gedurende de dag voldoende. Dat ik mijn slaap echt nodig heb, heb ik reeds eerder geconstateerd in dit dagboek, maar de laatste tijd ben ik me er echt van bewust hoe
hangry ik kan worden. Als ik honger heb, ben ik echt een bitch. Maar ik handelde er vandaag goed naar: na mijn eerste college ging ik linea recta naar huis (tussen het eerste en het tweede college zat 2,5 uur, dus dat kon prima) om wat te eten. En ik wist: je gaat snel weer honger krijgen. Dus ik nam een snack mee voor tijdens het tweede college. Ging perfect.
Ik besef dat de focus van het bovenstaande heel erg ligt op de basis (goed slapen, goed eten, goede ademhaling). Maar er is natuurlijk meer dan dat.
Wat vond je leuk vandaag?Tijdens het college statistiek maakte ik een domme grap waar ik zelf heel erg om moest lachen. De docent had het over de (denkbeeldige?) relatie tussen anticonceptiegebruik (X) en vruchtbaarheidscijfer (Y) en zei, kijkend naar de bijbehorende regressievergelijking: "If contraception use is equal to 100%, the fertility rate drops to 0.18." Ik steek mijn hand op en zeg: "Ergo, condoms aren't always effective." (Want, anders had het vruchtbaarheidscijfer 0 moeten zijn.) Mijn hoofd ging ook gelijk naar een fragment van Friends waarin Ross erachter komt dat condooms niet altijd effectief zijn en schreeuwt dat men dat in grote blokletters op de doosjes condooms moet schrijven, wat het geheel alleen nog maar grappiger maakte in mijn hoofd.
Zie je, denkend aan dit moment word ik vrolijk. Ik trek hier een belangrijke les uit: die basis waar ik het voortdurend over heb, is belangrijk, maar niet voldoende.
A necessary but not sufficient condition for happiness. Afgelopen vrijdag had ik een interessant gesprek met een vrouw die ik enkele weken daarvoor had ontmoet. Ik vertelde openlijk dat ik het vervelend vond dat ik zo weinig lef had, waarop zij zei: "Lack of courage is your body protecting you from something. First, you have to find out
what it is that it's protecting you from." Wijze woorden, van een superaardige en interessante dame overigens.
Gewoon als constatering en niet zozeer als verwijt: ik denk vaak na over hoe andere mensen naar me kijken. Dat is, denk ik, gewoon angst. Dat gebrek aan lef komt door angst, is mijn hypothese. Welke angst? Een veelvoorkomende gedachte is dat men me
irritant vind. Dat ik te heftig ben. Nu ik het zo schrijf en teruglees, merk ik dat het woord
irritant iets met me doet, het woord
heftig minder.
Ik voel me vaak een
last. Ook dat woord komt echt binnen. Ik herinner me nu weer de enige keer dat ik tijdens de therapie heb gehuild. Dat was nadat mijn psycholoog had gevraagd hoe ik dacht dat andere mensen naar me keken. Ik antwoordde dat ik dacht dat ze me beschouwden als een last. Ik schrijf het nu op, en de tranen wellen weer op. Ik denk dat ik iets te pakken heb?
Ik heb behoeftes.
Ik mag deze behoeftes nastreven.
Nee, nee, nee. Dit komt niet binnen. Het moet met 'ik ben' beginnen:
Ik ben
aardig.
Ik ben
behulpzaam.
Ik ben
grappig.
Ik ben
slim.
Ik ben
ondernemend.
Yup, die komen binnen. Het zijn geen leugens. Mijn hoofd hoort deze dingen alleen niet of nauwelijks. Meestal zijn de bijvoeglijke naamwoorden een stuk negatiever. Die slikt mijn hoofd als zoete koek, en zijn in de loop van de tijd waarheid geworden.
Maar er is geen reden waarom die positievere bijvoeglijke naamwoorden niet
ook als zoete koek geslikt kunnen worden.
X
