49167/71 TOENADERING tussen goddelijk & menselijk?
ER
WAS DUS
SPRAKE VAN EEN
QQLEQ ONTWIKKELING WAARBIJ RELIGIE
individueler werd beleefd en waarbij de affectieve aspecten
van DÍE beléving steeds sterker werden: God (of de goden) stond nu
zodoende dichter bij de mensen en de liefde
ging uiteindelijk al met al
vóór dé wèt!
DIE BEHOEFTE
OM HET GODDELIJKE TE ERVÁREN
LEIDDE ERTOE DAT HET MENSELIJKE EN
HET GODDELIJKE NAAR ELKAAR TÓE GROEIDEN:
DAT WAS HEEL DUIDELIJK IN HET JODENDOM ✡️, WAAR
DE IDEE VAN EEN BARMHARTIGE GOD, DIE DE GELOVIGEN NÁ STAAT,
IN DE LATERE TEKSTEN STEEDS MÉÉR NADRUK KREEG
ÈN UITEINDELIJK LEIDDE TOT DIE BOODSCHAP
VAN YEHOSJOEA: LIEFDE KÀN NÍET ÀNDERS
DÀN DÉ WÈT ÓVERSTIJGEN?!
In DÍE tíjd
verbreidde zich
het begrip ‘Gods GENADE’,
want de mannen & vrouwen
die ‘n inwijdingsritueel ondergingen betoogden
dat zíj de genáde van Gòd of van ‘de goden’ in ‘t diepst van hun wézen
ervoeren: God sprak tot het hàrt van ÀLLE gelovigen èn
eeníeder van hèn kon “hèm/háár/hèt”
in ‘t éigen hàrt
ontmóeten!?
“G D”
WAS VOORTAAN
NIET MEER GEWOON ALLEEN MAAR
‘in de hemel’, maar ìn “míj” (èrbíj)!
Dàt heet de goddelijke
IMMANENTIE
…

Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende