30518gkbvo471 toen sloeg hij zijn ógen òp & zag ik
U2OQ&WHONOT
ZIJN DOODSANGST! Wàt mankéérde hèm?
Hij kòn toch onmogelijk veronderstellen dàt Ìk hèm, een nééf van de Kóning, naar het léven stond?
'Ik vertel je ÀLLES àls je me op mijn woord gelooft,' zei hij met het stemgeluid van een tochtige koe....
Ik ging door met schudden omdat ik níet meteen wist wàt ik daarop moest antwoorden. Wàs het wóórd iets om zonder meer
zomaar te gelóven? En dat van Yónádàv in 't bijzònder? Ik voelde 'n hete golf van ongeloof mijn lichaam binnendringen, maar ik vermande me en loog er lustig op lòs: 'Dàt belóóf ik.' Om mijn belofte kracht bij te zetten liet ik hem los. Hij wankelde achteruit,
maar bleef overeind...... 'Ga mee naar mijn vertrekken, dag ik kan zìtten,' smeekte hij. 'Ik voel me niet góed!' Ik knikte & volgde hem.
Zoals zo vaak stond me een verhaal te wachten waarmee de verteller iets waar ging maken wat misschien zonder verhaal niet wáár zóu zíjn?! Terwijl ik daar liep in de duisternis van de Paléisgangen nam ik me dus voor om me door wijze mannen te laten uitleggen wàt Hèt Verhaal nou precíes dééd: WÀS UT VERHÁÁL WÁÁRHEID ÒF SCHÍEP HET WÁÁRHEID, BESTÒND ER EIGENLIJK WEL WÁÁRHEID BÚITEN HET VERHAAL? Eenmaal in zijn vertrekken ging Yónádàv me vóór naar een donker hokje waar maar één stóel & 'n tafel stonden. Hij liet 'n tweede stoel aanrukken, sloot toen de deur èn zètte zich zùchtend tegenover me! Hij veegde het zweet van zijn voorhoofd en zei: 'Het ìs een ongeloofwaardig verhaal, dat geef ik toe. 't Zàl je niet gemakkelijk vallen òm me te gelóven, maar je hebt beloofd dat je het zùlt doen! Dus ik wáág het erop? Ik bèn al jaren goed met Amnon bevriend, dat weet je, want ik heb jouw ergernis daarover gevoeld als of je me telkens wanneer jij mij zàg àfranselde met een bos distels?! Ik begreep dat, want iedereen was bang voor Amnon en iedereen wantrouwde daarom immers zijn vrienden!? Híj wàs dé líeveling vàn dé Kóning! Het léék wel òf díe hèm níets kòn wéigeren èn AMNON óveràl zíjn zìn ìn gàf? Hij wàs dááròm wéinig gelíefd bij zijn broers en Ìk begréép dàt! Maar ìk wàs blijkbaar de Énige die zàg dàt híj een zielenpoot wàs, een zíeke zielige zíel, 'n zwàkkeling die ònder de líefde van zijn gewèldige váder dréigde te bezwíjken?! Míjn vriendschappelijke gevoelens voor hem kwamen voort uit bezorgdheid! Geloof je me of kan ik beter ophouden?' Ìk knìkte zo geruststellend als ik kon, maar 't wàs of m'n ziel zich had voorgenomen níets te geloven & dááròm m'n bloed door m'n lichaam deed woeden, koken & liet razen.
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende