BEGRIJPT DE KONING DÀN NÒG STÉÉDS NÍET DÀT HÍJ ZIJN BELANGRIJKSTE VIJAND IN HÚIS HÉÉFT GEHÁÁLD?
EEN BENJAMINIET! EEN KLEINZOON VAN SJAOEL! IK HÈB GEHÓÓRD DÀT NÒG STÉÉDS VEEL BENJAMINITISCHE KINDEREN
NAAR SJAOEL VERNOEMD WORDEN ÈN DE BENJAMINIETEN ZÙLLEN DÀT TOT IN EEUWIGHEID BLIJVEN DOEN OMDAT ZE HET
HUIS VAN DAWIED VERVLÓEKEN!' Zàt ÌK nú wèllicht òp het Góede Spóór? Wàs de verkrachting van mijn zuster een BENJAMINITISCHE wráákneming? Maar Jefunne begon te grinniken: ÌK kéék per ongeluk díep in het donkere gàt van z'n tandeloze mònd!
'Wàt ìs er? Wàt làch je nou ouwe sukkel?' 'ZÀL ik hèm aan Ú vóórstellen?' grinnikte hij! Mijn verstand stond stìl! Ik begreep niet
wat er te lachen viel, maar ÌK werd vooral gevloerd door ut idéé dàt ÌK Jonatans ZÓÓN zóu ontmóeten?!
Je zou kunnen zeggen dat mijn hàrt in twee stùkken uitéénvíel: de Éne helft júichte voor de hèld die Jonatan wàs gewéést, de àndere helft kròmp inéén van àngst voor een gedùchte vijand, wellicht de verkrachter van mijn zuster omdàt híj 'n Benjaminiet was... 'BRENG HEM NAAR MIJN HUIS!' zei ik. Jefunne hield òp mijn z'n gehìnnik en schudde zijn hoofd! 'Híj hééft het paleis nog NÓÓIT verláten! Ú zùlt naar hèm tóe moeten gaan!' ÌK hóórde in díe wóórden dàt de ZÓÓN van Jonatan, nèt àls míjn móeder, een gevàngene was van HÈT Paleis!? ÌK wìst tegelijkertijd als kìnd al dàt er ÀLTÍJD wel een lìst te verzìnen was waardoor je aan 'het Paléis' ontsnappen kòn?! ÌK stemde toe want ik wilde hem zien!! We maakten een afspraak voor de volgende dag en als GEVÒLG dáárván slíep ÌK díe NÀCHT slècht, òndànks dàt twee van mijn vrouwen hùn bèst gedaan hèbben
òm mij naar behoren àf te matten! Maar laat ik
me beperken tot wat
voor DÌT Verháál
ter zake
doet...