Ne te quaesivaris extra - Dag 16

Day 16
In The Gay Science, Friedrich Nietzsche introduces the idea of “Eternal Return”:

“What, if some day or night a demon were to steal after you into your loneliest loneliness and say to you: ‘This life as you now live it and have lived it, you will have to live once more and innumerable times more; and there will be nothing new in it, but every pain and every joy and every thought and sigh and everything unutterably small or great in your life will have to return to you, all in the same succession and sequence — even this spider and this moonlight between the trees, and even this moment and I myself. The eternal hourglass of existence is turned upside down again and again, and you with it, speck of dust!'”

Basically, Nietzsche asks the reader to imagine repeating this life, as it is lived this time, over and over again for eternity. Nothing would change. You couldn’t make different decisions or take on different attitudes. And you wouldn’t be conscious that you’re reliving your life.

If you knew you would undergo an endless cycle of Eternal Return, what changes in your attitudes and actions would you make to your life right now? If there are things in your life you wouldn’t want to repeat for eternity, why haven’t you changed them yet? Remember, the goal is not just to endure this life, but to love it — all of it. To amor fati.

(If you’re interested in going deeper into this thought experiment, check out the full article on the subject.)

***

Ik heb sinds 28 augustus over deze prompt nagedacht, ermee geworsteld zelfs. Wat zou ik willen veranderen, als ik wist dat dit leven zich eeuwig herhaalt?

Interessant genoeg lukte het me wél om Covey’s variant op deze vraag te beantwoorden: “Wat zou je willen dat vier mensen over jou zeggen op je begrafenis als je over drie jaar zou sterven?” Een familielid, een vriend(in), een collega en iemand die jou kent via vrijwilligerswerk of kerkelijk engagement.

Die oefening maakte iets los in mij — maar deze Eternal Return-variant bleef knagen. Misschien omdat het geen projectie naar een hypothetische toekomst is, maar een terugkeer naar alles wat is geweest. En in mijn geval: ook naar dat wat pijn deed.

Als ik terugdenk aan de periode van mijn tiende tot ongeveer mijn vijftiende, dan zou ik dat stuk liever niet telkens opnieuw hoeven herbeleven. Niet vanwege wie ik toen was, maar vanwege de keuzes van anderen. Mijn stiefvader, die mij eerst als zijn dochter behandelde en daarna als middel gebruikte in een strijd tegen mijn moeder. Die ontkoppeling van vertrouwen, van veiligheid — dat doet iets met je.

Tussen mijn vijftiende en twintigste gleed ik af en toe in depressieve periodes. Ik had een intense, langdurige en deels afstandelijke relatie. Die jaren waren moeilijk, op een andere manier. En toch: sindsdien is er iets veranderd. Ik ben begonnen met leren — niet alleen in de intellectuele zin, maar in het emotionele, relationele en spirituele. Ik ben gaan groeien, gaan bouwen.

Als kind kun je niet méér doen dan dat. Als jongvolwassene misschien ook niet.

Nu, als volwassene, kijk ik met steeds meer mildheid naar wie ik ben geworden. Ben ik perfect? Nee. Maar ik ben wél trouw aan mijn waarden, mijn zoektocht, mijn verantwoordelijkheidsgevoel. En daar ben ik tevreden over.

Wat zou ik veranderen als ik wist dat ik dit leven opnieuw en opnieuw zou leven?
Dan zou ik nóg meer proberen om het piekeren los te laten. Het piekeren is het enige dat me keer op keer gevangen zet. Niet de omstandigheden, niet de pijn, niet eens de herinneringen — maar het herkauwen ervan. Het blijven hangen in hypothetische scenario’s, mogelijke fouten, eindeloos analyseren zonder uitkomst.

Ik ben daar de laatste jaren al bewust mee bezig. Maar de gedachte dat ik misschien nog vijftig of vijfenvijftig jaar te leven heb — en die tijd wil doorbrengen met een piekerende versie van mezelf? Dat helpt me om te relativeren. Om nu al kleine beslissingen te nemen die het verschil maken.

Ik geloof dat we niet zijn geroepen om ons leven te verdragen, maar om het lief te hebben. Amor fati — het omarmen van het lot, inclusief de rafelranden.

Misschien moet ik over een kwart eeuw nog eens terugkomen op deze reflectie. Maar voor nu weet ik dit: als het leven zich herhaalt, dan wil ik het leven zo leren leven dat ik er vrede mee zou kunnen hebben om het nog een keer te leven. En nog een keer.
08 sep 2020 - bewerkt op 26 jun 2025 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van knowthyself
knowthyself, vrouw, 30 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende