63 PaTi vervolgt z'n overdenking van ps 139 dan zo

LATEN WE DUS DEZE VOORSTELLING, ÀLS VOORSTELLING, VERGETEN ÈN LATEN WE PROBEREN OM DE AUTHENTIEKE BETEKENIS ERVAN BÌNNEN ÒNZE ÉIGEN ERVÁRINGSWERELD TE VINDEN?!

We wéten allemaal dàt we onszèlf nóóit kùnnen lòsmaken vàn de wéreld waartoe wíj behóren!?

Er bestáát geen laatste eenzaamheid of definitief isolement. We wòrden áltíjd vastgehouden èn òmvàt dóór íets dat véél gróter ÌS dàn wíj zíjn, íets dat áánspraak òp òns máákt & dat àntwoord vàn ons verlangt!

De intiemste roerselen in de díepten van onze zíel zíjn nooit hélémáál vàn onszèlf?

Ze behoren óók tóe aan onze vrienden, aan de mènsheid, aan 't universum, áán de grònd van àlle bestáán, 't dóel vàn òns LÉVEN!

Níets kàn zó dus uiteindelijk ècht verbòrgen blíjven? Àltijd wordt er gereflecteerd in de spiegel die níets geheim houdt! Is er iemand die werkelijk gelooft dàt z'n geheimste gedachten en verlangens zich níet manifesteren ìn de totaliter van het bestaan; is er iemand die gelooft dat wat er in het donker van z'n onderbewustzijn of in de eenzaamheid van zijn bewustzíjn & -WORDEN gebeurt, géén eeuwigdurende gevolgen met zich meebrengt? Is er iemand die werkelijk gelooft, dàt hij òntkómen kàn aan de verantwoordelijkheid voor wat hij in het geheim gedáán èn gedàcht hééft?

Àlwétendheid betekent, dàt 'n mysterie ópenligt & alomtegenwoordigheid betekent, dat wat we voor ons zèlf méénden te hèbben een publieke záák geworden is!

Hèt centrale mìddelpunt in & van ons hele bestaan ÌS betròkken òp 't centrale middelpunt van àlle bestaan; en het middelpunt van alle bestaan rùst in het middelpunt van òns bestaan.

PT gelooft niet dat énig nadenkend mens déze ervaring lóóchenen kàn, het doet er niet toe hóe hij dat onder zíjn woorden brengt!? Èn àls hij díe èrváring gehàd hééft, dàn heeft hij ook iets ìn zich zèlf òntmóet dat hem doet verlangen om het gevolg daarvan te kunnen & willen ontvluchten?

Want de mens kàn z'n éigen ervaring níet áán! Hij probéért deze te vergeten; èn hij wéét dat hij die NÓÓIT vergéten kàn! En tòch erkent de psalmist i/h vervòlg, dat wat hij tracht te ontvluchten, nu niets vreemds voor hem is: 'DE G D DIE HIJ NIET ONTVLUCHTEN KÀN, ÌS DE GROND VAN ONS BESTAAN! EN DÌT BESTAAN, ZIJN NATUUR IN LICHAAM EN ZIEL, IS 'N WERK VAN ONEINDIGE WIJSHEID, ONTZAGWEKKEND ÈN WÒNDERBÁÁRLIJK!

Díe bewondering voor Goddelijke Wíjsheid óverstèmt ìn déze passage de huivering voor de Goddelijke Presentie?

Deze psalm 139 verwijst naar de vriendelijke overal nog alles- & alomvattende tegenwoordigheid van een oneindig creatieve wijsheid ...

ER ÌS GENADE IN HET LEVEN: ANDERS ZOUDEN WE NU NÍET KÙNNEN LEVEN.' G d als de grond , de bron en het doel van ons bestaan kùnnen we ons alleen maar voorstellen als één die ook al tegelijkertijd dóór zijn oneindige afstand èn diepte vèr verwíjderd is vàn de vlàkke, zòndige buitenkant van ons leven en die tòch zó wel veel dichter bíj òns is dàn wíjzèlf zijn!

Dìt is dé betékenis van de traditionele categorieën van paradoxale transcendentie èn immanentie.
03 jan 2016 - bewerkt op 04 jan 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende