30688gkbvo4166/'67 Nathan hoefde niet lang na.....

TE DENKEN: 'Dóet u maar wàt úw hàrt Ú ingeeft, want ik WÉÉT toevallig dat Gòd zéér òp Ú gestèld is!' Ìk, Avigayil, was erbij, mijn hart sprong òp van blijdschap & ik kon de jonge profeet wel omhelzen, zó aardig vond ik zijn antwoord! Ut is ècht uitzonderlijk dat 'n profeet iets aardigs zegt, dus Nathan verraste me op dat moment! Dawiedewied straalde en dáár werd Ìk gelukkig van! Onmiddellijk gaf hij bevel om steenhouwers aan te stellen om steenblokken te gaan hakken voor de bouw van de Tèmpel! Hij liet ut ijzer klaarleggen voor het maken van spijkers en een enorme hoeveelheid koper, zó zwáár dat er geen weegschaal in het land was die het wégen kon, 'n niet te tellen hoeveelheid cederbomen uit de Levanon & weet ik wàt nog méér?! Maar toen Batsjeva ontdekte wat er gaande was, riep ze de profeet Nathan woedend bij zich. Ik was er niet bij, maar dit is wat ze schreeuwde: 'Wat zullen we nou krijgen Nathan, rare kwast van 'n waarzegger? Laat jíj de koning een Húis voor Gòd bouwen, terwijl je weet dat de Tempelbouw voorbehouden is aan mijn zoon Sa LOMO?!' STEL U VÓÓR! In díe tijd lééfde Amnon nog, de kroonprins. AVSJALOM mest nog in opstand komen. Mijn zoon Kileav was nog niet gesneuveld! Adonyahoe oefende zich in het gevecht met z'n speelgoedzwaard, dus Nathan stamelde: 'Maar vrouwe, de opvolging van koning David ìs nog helemaal niet gerégeld!' 'Dat weet ik!' snauwde Batsjeva, 'maar dàt komt wel goed! Ga terug naar de Kóning, verzìn íets, èn zòrg ervoor dat híj die verdomde Tèmpel niet bouwt, want dat is een goddelijke taak voor míjn zoon en niemand anders.' En ziedaar warempel, hóe ze ut voor elkaar kreeg weet ik niet, maar Nathan króóp voor haar! Hij wierp zich aan haar voeten, barstte in tranen uit & snotterde: 'Maar wàt moet ik dan ZÈGGEN? Ik weet niks te verzinnen, want zèlfs de Filistijnen wéten dàt Gòd nu op Davids hand is!' Batsjeva sidderde van woede! 'BEN JIJ NOU UN PROFÉÉT?' schreeuwde ze. 'MOET IK JE ÀLLES VOOKAUWEN DOMME HOND? ZÈG HÈM DÀT HÍJ TÉ SLÈCHT IS, TÉ ZÒNDIG, WEET ÌK VEEL? DAT IS TOCH PROFÉTENTAAL OF NIET SOMS? SCHIET ÒP, GÁ UIT M'N ÓGEN ÈN ZÒRG DÀT HET VOORELKAAR KOMT!' De volgende dag meldde David zich bij de Kóning: hij zag bleek & z'n ogen waren DÒF zodat íederéén zàg dàt hij slècht geslápen hàd! Hij zei: 'Mijn heer en m'n koning, vergeef me, ik HÈB me vergìst! Déze nàcht nog sprak god tot mij! Hij zei: "Natan, mijn profeet, jij hebt je deerlijk vergist! Je weet toch dat Dawied tévéél blóed aan zijn handen heeft òm 'n Tèmpel voor Míj te bouwen?"' Déze zìn blééf als 'n gier i/d lucht hangen & alle aanwezigen verstomden omdat de ontsteltenis té gróót voor wóórden wàs! HÓE DÙRFDE IN 'S HÉMELSNÁÁM GOD DÌT AAN DAVID TE VERWÍJTEN?