Q
VOOR 'N ARRESTATIE, BE- & MÌSHANDELING, DE CRIMINALITEIT, STAATSDWANG, ONZE ECONOMIE & FINANCIËN, GELD-REGULATIE, HYPERINFLATIE & de hele verwante idiotie van gevangenen, boeven, schurken, uniformisme, handelswezen, bitcoins, alle gezondheidszorg & 'volkswelvaart' aso. Gevangenissen, concentratiekampen, martelingen, wetten & regels, banken, monetair gedoe & alles wat daar uit voortvloeit? Vandaar al die bijbelverhaaltjes, godsdiensten, religies, tempels, kerken, moskeeën & sekten wereldwijd: moord & doodslag, onrust & welvaart aka volkswelzijn!! Terug naar Guus Kuijer & zijn bijbel voor (on)gelovigen deel 4! Bladzij 28?
WE WÁREN ÓÓIT 'N VÒLK DAT NÍET HÍELD VAN UT STADSE LEVEN, KONINGSHUIZEN & DICTATORIALE FANATIEKELINGEN, GELD-VERSPILLENDE EGOÏSTEN & HEEL DE ÜBERGEILE REUTEMETEUT!! Oorspronkelijk híelden we v/h platteland, we léérden tùssen de schapen ÈN de wòlven?! We hielden ervan om te slapen onder de open & blote Hémel, wákend óver ons véé!? We schaarden ons rondom 'n uitbundig kampvuur ÈN VERTELDEN ELKAAR VER-HALEN OM DE GROOTSTE VERVELING TE VERDRIJVEN? We wáren vríj! Maar nú hebben we ons al ontelbare eeuwen verschanst àchter de múren van de stad? We wáren óóit 'n vòlk dat in tènten leefde, nú wonen we in donkere huizen met dikke múren omdat óók wíj bàng geworden zijn voor de buitenwereld, de zòn, de wilde díeren! Ònze Gòd WÓÓNT nòg stééds in 'n tènt omdàt hij níet, zoals wij, òpgesloten wil gaan blijven worden in zó'n totaal verstéénde wéreld? Maar ik geef tóe: ik ben één van de velen die met groot plezier stedeling geworden is, zelfs al vindt onze Gòd dàt níet prèttig! De vrijheid v/h Zwervend Bestaan kan me gestolen worden? Ìk heb 'n vreselijke hékel áán die lùcht vàn géiten en schápen, óók al bezìt ik enorme kuddes van die stinkbeesten, & hoewel ik dus in zekere zin 'n boer bèn wìl ìk er níet úitzien àls 'n boerenlul, maar als 'n Héér van Stand! Ìk stá vróeg òp òmdàt mijn ochtendtoilet véél tíjd in beslag neemt & Ìk ga nóóit de deur úit zònder éérst te báden, mijn lichaam te verzòrgen mèt geurige oliën, mijn tanden te borstelen met zout ÈN mijn Lànge Haar nèt zólàng te láten kàmmen tòt er geen ènkele klìt meer ìnzìt hóe pijnlijk dàt soms ook ìs! Ìk spreek daarom zèlden in de ochtendtrein met iemand af, Ìk hèb 'n voorkeur voor de middag! En dàt gold óók voor de afspraak die ik met Jefunne had gemaakt: ik zou Jonatans zoon rond het middaguur ontmoeten?!