ZIJN
WOORDEN VAN
GENADE! Maar al
even later zeggen ze:
'is dat niet die zoon van Yoseef?'
vlg. Lucky Luke 4:22! En tot slot duwen ze hem
bijna in de afgrond bij 'n steile rotswand? vlg. 4:29!
Zó kan 't met dolle massa's, scheve schaatsen & mensenhandel gaan toen & nu nog steeds!
Er hoeft ook maar dàt te gebeuren of de stemming slaat totaal om: of je nu leeft in de Lage Landen
aan de Noordzee of rond de Zuyderzee, in Zuid- of Oost-Europa of in Klein-Azië, Kana'an, Palestina, Syrië & Israël
of elders in het Nabije Midden of Verre Oosten?! Maar de ontzetting en verwondering blíjft éven authentiek, zèlfs àls ze òmslaat,
zèlfs àls ze de schare tot zó'n ergernis wordt, want het ís wáár èn 't blíjft waar: Yehosjoea spreekt anders dàn de schriftgeleerden, Farizeeën, Sadduceeën, Zeloten & Essenen etc., èn mèt een gróót èn ònontkóómbaar gezàg; ònvermíjdelijk, ònúit- èn onweerstaanbaar!? Dàt gezàg kòmt tot uitdrukking in twee geboden die Yesjoea geeft: liefde tot Gòd èn liefde tot de
nááste, zònder énige reserve? Èn díe twéé zíjn voor hèm één, want alleen de liefde tot de naaste kàn díe liefde tot
'g d' bewíjzen! Dàt ÌS vóór hèm dé vervùlling van Thora, TaNaCH, Misjna etcetera. Meer dan dit is het niet, maar
mìnder ook niet! Èn hij kan hetzelfde óók nog héél ànders zèggen:
néém jóuw Krúis òp je
èn VÒLG MÍJ ná!
Kennelijk
is hijzelf ìn Persóón
dé vervùlling vàn de thora?
Zíjn lévensweg, zijn woorden en daden,
zijn lijden en zijn sterven zíjn díe vervulling. Dìt en níets ànders
heeft de thora ook voor legen gehad èn hééft zij GEBÓDEN! YÈSJ gáát ook òns
aldus gezaghebbend vóór: hij báánt de wèg ook voor ons en wij hebben niets anders te doen dàn te VÒLGEN!
Dàt ÌS wàt Yesjoe bedoelt met de gelijkenis v/h tweeërlei fundament & de twee WÉGEN? Dat heeft ook 't NBG terecht als opschrift boven de gelijkenis van de twee huizen gezet! 'n Ànder fundament dan dat er al ligt, Yehosjoea haMasjiach,
kàn niemand meer leggen
zegt SPII vlg.
1 KOR 3:11!
Dàt
is ook
de bedoeling in
Mat 7:24vv: wiens huis
òp Dé Ròts gegrondvest ÌS zàl het behouden!
Storm, regen en waterstromen zùllen kómen èn HÈT zàl blíjven stáán?
HÈT Huys is deze mens zèlf. Het zijn niet de muren die sterk zijn. Nee, de muren
zijn misschien niet zo sterk: het vlees is zwak in Mat 26:41! Maar déze Mènsch ÌS góed gegrondvest:
hij stáát stévig òp vàste grònd; de woestijnwind en de stortregenbuien zùllen zich òp dit huis storten,
het zàl níet òmvallen. Ook de gemeente van het volk der VÉLEN die òp déze zèlfde ròts (deze 'Petra'/Séla/Kefas)
bóuwt, zal overleven & de poorten v/h dodenrijk zullen háár níet overwèldigen:
wie op 't fundament van "YM"/Ik BÈN Díe ÌK BÈN/YaHWeH bouwt,
staat sterk & zal níet vàllen; zelfs in
het laatste gericht zullen
zij niet omvallen,
maar staande
blijven.