zich zó te hebben uitgesproken, wilde zeggen dat zíjn leer àfweek van de wet van Mosjeh?!
Ik weet dat 'alles mij geoorloofd is - maar dat niet alles goed is voor mij' vlg. 1 KOR 6:12. Er is al eerder vaker op gewezen dat 't beroemde 'MAAR ÌK ZEG JE' níet 'n uitdrukking is van verzet van YESJ tégen Mosj!
In werkelijkheid wordt Yesjoea's persoonlijke mening, die vòlgt òp deze woorden, meestal bevestigd door de andere joodse bronnen: híj heeft van twee botsende joodse uitspraken & opvattingen degene gekozen die nog het best past bij zijn ethiek?
Zèlfs Mat 5:44, 'heb je vijanden lief', PÀST bìnnen het kader van het jodendom!
Níets van wat Yesj in z'n bergveldrede zegt is in strijd met de inhoud v/d mozaïsche wetgeving!
De afschaffing van de joodse wetten tijdens de eerste eeuwen van de meestal 'zo-genaamde christelijke' kerk hangt samen met het feit dat dit christendom ook al in een heel vroeg stadium begon te veranderen in een religie van 'niet-joden'!
Dat kon blijkbaar gebeuren omdat in de oude wereld veel mensen, de zg. 'godvrezenden', de G d van die joden beschouwden àls de énige 'wáre/èchte' G d? En terwijl sommigen van hen de allerlaatste stap zetten door een volledige bekering tot het zg. 'jodendom', bleven anderen in de marge!
De groei van het christendom in de heidense wereld bereikte eerst de mensen die toen al sympathiek stonden tegenover bepaalde aspecten van het jodendom maar zich nog niet daartoe bekeerd hadden?
Zie bijvoorbeeld ook Handelingen 10:2 met vooral de beschrijving van Cornelius!
De liberaler school van HILLEL had er geen problemen mee dat 'r heidenen overgingen tot 't jodendom, maar de school van de ietwat conservatiever traditioneler SJAMMAI daarentegen maakte enige bekering al zo moeilijk mógelijk.
DF: uit deze volgende uitspraken blijkt dat Yesjoe 't strenge standpunt van Sjammai steunde in Mat 23:15?
"WEE JULLIE, SCHRIFTGELEERDEN SADDUCEEËN EN FARIZEEËN, SCHIJNHEILIGEN; JULLIE DOORKRUISEN ZEE EN LAND, STAD EN DORP OM OOK MAAR ÉÉN BEKEERLING TE MAKEN, EN ALS HIJ 'T GEWORDEN IS, MAKEN JULLIE ER EEN HELLEKIND VAN, TWEEMAAL ZO ERG ALS JULLIE ZÈLF!"
'n Niet-Jood die volgens bepaalde fundamentele zedelijke wetten leeft, zònder de héle Mozaïsche wet te volgen, is gezegend! De proseliet echter, de heiden die zich tot het jodendom bekéérd heeft, ìs gebònden door de héle wet!
Zie ook bv. ROM 3:10 & YAAKOV 2:10?! Als zó'n proseliet er níet in sláágt om de héle WÈT ná te komen, waartoe hij voorheen zó nog niet verplicht was, is door z'n bekering tot 't jodendom zèlf er de oorzaak van dat hij 'n Hellemans wordt: geheel zònder réden heeft híj immers zó al met al 'zijn zaligheid weggeworpen'?
Voorzover we uit de bronnen kùnnen opmaken had Yesj niet 'n al te beste indruk v/d niet-joden, aka 'de heidenen'?
Tegenwoordig lijkt 'de wereldbevolking' van bijna 10 miljard (?) verdeeld in christenen, moslims, ongebondenen, hindoes, boeddhisten, volksreligies, 'andere religies' & joden in percentages van 31, 23, 16, 15, 7, 6, 1 & 0,2%, 'op-en-neer-gaand' zo nu & dan!