Maneschijn en zonnegloren

Het is alweer een tijdje geleden dat ik voor het laatst geschreven heb en er is veel gebeurd in tussentijd. Ik heb een heel blok colleges gevolgd met de meest prachtige vrouw die ik ken en ik was ervan overtuigd dat ik niet meer verliefd op haar was, puur nog zo erg van haar hield. En ik vertelde dat aan een vriendin van me, de vrouw met de zwoele stem, die mij vol herkenning aanstaarde en zich verwant voelde aan mijn emoties en toen zei ze dat dat toch wel erg normaal was. En ze vroeg door, of ik toch echt niet meer verliefd was. En ik dacht na en ik kwam erachter, voor de zoveelse maal alweer, dat ik niet voor mijn gevoelens weg kan lopen. Dat ik Antigone niet slechts intens liefheb, maar ook nog wel meer dan dat. Ik wil het zo erg niet, maar het is er. Misschien moet ik, naast het accepteren van andere gevoelens, ook deze gevoelens eens gaan accepteren.

Afgelopen 24 uur waren fantastisch. Afgelopen nacht flirte mijn roodharige Antigone met me door appjes naar me te sturen met songteksten over dat zij de maan was en ik de zon. Of dat ik wel de zon was maar zij niet eens de maan. Het was fantastisch mooi. En ik luister er nooit echt naar. Ik bloos slechts en probeer het weer opzij te zetten, denkend dat zij het waarschijnlijk ook al andere meisjes zal zeggen, of in elk geval misschien aan haar vriend. Ik probeer het meteen weg te leggen, naast me, zodat het me niet te diep zal raken en ik me niet zo speciaal denk te weten als ik nu, op dit moment, doe. En ik stuurde liedjes en gedichtjes terug... En vertelde dat zij mijn zon was. Gekscherend, maar welgemeender dan ik zou willen.

Vanmorgen zou ik haar weer ontmoeten op school; we hadden tentamen. En ik zag haar zitten, hoopte dat ze me niet zou opmerken en ik liep op haar af. Ik ging achter haar staan, sloeg mijn armen om haar hals, twijfelde een halve seconde of ik haar wang zou kussen, maar hield het toch met het fluisteren van “hallo” in haar oor. Ik schrok wat van mijn intensiteit. Bood er mijn excuses voor aan. Ging de werken gespreken waarover we tentamen zouden hebben. Vroeg aan haar over Phaedra van Racine: wie was ook weer verliefd op wie? En zij antwoorde: “ik ben verliefd op jououou...” Met haar pretface natuurlijk, met haar prachtige pretface. En ik zette het aan de kant, maar mijn hart stond in vuur en vlam. En staat het nog steeds. Ik weet vrijwel zeker: nee het is niet waar. Ze heeft mij gewoon lief, ze heeft mij erg lief. En ik weet hoe zij naar haar boyfriend kijken kan, ik weet hoe zij kan kijken als ze echt liefdevol over hem praat. Wat ze overigens niet vaak doet. Is er iets veranderd? Wat nu... wat nou als er ergens een greintje van waarheid in zou zitten? Niet dat het dan allemaal niet nog pijnlijker zou zijn... Maar stel nou? Dat zij mij liefhebben zou! Dat de maan de zon liefhebben zou en zij elkaar zouden omarmen. Dat zij elkaar zouden kussen en de nacht geen nacht meer zou zijn en de dag geen dag. Dat zij eeuwig in elkaars banen zouden draaien (oke ik weet dat de aarde om de zon draait en de maan om de aarde maar hè )... Forking hell.

Ik zou ook niet weten wat ik zou moeten doen eigenlijk. Wellicht gewoon niks. Maar op de een of andere manier heeft die uitspraak, hoe onwaarschijnlijk deze ook is, de verliefheid in mij nog erger aangewakkerd dan deze al was. Ik sprak mijn schaamte uit over het feit dat ik alle boeken mee had genomen naar het tentamen, omdat er in de studiehandleiding gestaan had dat men alle werken in mocht kijken tijdens het tentamen. En ze zei dat ik gewoon mezelf moest zijn, me niet hoefde te schamen, omdat ze me zo het leukste vond. En het is zo lief... Ze is zo ontzettend mooi en lief! Mijn zeemeermin, geboren uit zonnegloren en een zucht van de ziedende zee – mijn Antigone.
26 okt 2018 - bewerkt op 26 okt 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Morgenrood
Morgenrood, vrouw, 30 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende