Verwrongen Wereld #4
In het eerste huis zat een oude vrouw op de bank. Ze nodigde me uit om naast haar te zitten, alsof ze van plan was een openhartig gesprek te voeren. Ik ging naast haar zitten en ze keek me droevig aan. ''Het spijt me dat ik je toen niet redden kon'', zei ze. ''Het spijt me dat ik je geen zachte lentes kon geven, geen warme winters kon bieden, geen gezellige hefsten kon schenken en geen mooie zomers kon laten beleven. Het meeste wat ik kon doen was je beschermen van datgene waar je bang voor was en zelfs dat mislukte''. Ik wilde iets terugzeggen, maar ik was te druk bezig met emotionele verwerking. Het op het puntje van mijn tong liggende maar deed ik terug inslikken. ''Ik hoop wel dat je het verwerkt hebt en dat je mij niks verwijt'', voegde ze eraan toe. Ik herkende een toon in haar stem, een deprimerende toon. Alsof je een reünie met jeugdvrienden houdt en de sfeer op een laag pitje blijft omdat niemand op de reünie stond te wachten. Ik stond op en verliet het huis. Ik had het gevoel alsof ik was beroofd en dat ik helemaal kaalgeplukt was. Alsof ik helemaal opnieuw moest beginnen met mijn leven op te bouwen. Ik merkte overigens op dat het iets minder zonnig was. Het waaide iets harder en er hingen een aantal wolkjes aan de lucht. Het volgende huis was aan de overkant, dat herkende ik aan het huisnummer.
''Ik hield vaak weersvoorspellingen in de gaten. Ik werd vaak boos als het heel koud werd, of juist heel warm. Sneeuw hoefde voor mij niet en ik walgde van een hele zwoele zomerdag. Lente betekende dat ik me moest voorbereiden op het ergste.''
Nunebbel, man, 32 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende