Polarisatie in de samenleving

Een burn-out betekent eigenlijk dat je lichaam zijn limiet bereikt heeft en het forceert zichzelf om pauze te nemen. De enige manier om ervan te genezen is om uit de situatie te stappen en rust te nemen. Dat klinkt makkelijk, maar is het niet. Het is een emotionele, mentale en fysieke reactie die ontstaat na langdurige stress.

En in de huidige maatschappij, is stress eerder de regel dan de uitzondering. Vaak wordt gedacht dat een burn-out alleen kan ontstaan op de werkvloer, maar dat hoeft niet. Stress kan ook ontstaan in je relatie, of in een dramatische situatie waarvan je niet weet hoe je eraan moet ontsnappen. De gevolgen van een burn-out – en zeker wanneer dit te lang aanhoudt – zijn enorm.

Sinds het begin van de pandemie, hebben allerlei groepen in de stress-modus gestaan. En ze zijn daar eigenlijk niet meer uitgeraakt. Een stressmodes van ruim anderhalf jaar, inmiddels. Denk aan het zorgpersoneel, maar ook mensen uit de horeca, de evenementenbranche of iemand met een nachtclub. Deze langdurige stress kan ook ontstaan bij ouderen die doodsbang zijn het virus op te lopen. Dit zorgt voor allerlei stress, met grote gevolgen, zoals een burn-out.

Als je nagaat dat de zorg sowieso al met extreme druk heeft te maken, en dat burn-outs vaak voorkomen binnen de zorg, dan is het niet gek dat steeds meer zorgmedewerkers overwegen om hun vakgebied te verlaten. Die druk is er al jaren. De overheid blijft bezuinigingen, waardoor zorgmedewerkers vaak niet alles kunnen doen wat ze graag willen. Echt persoonlijke aandacht blijft daardoor vaak uit. We kennen allemaal vast wel de vele nieuwsberichten over ouderen die maar 1 keer in de maand gewassen worden, omdat het zorgpersoneel er gewoonweg geen tijd meer voor heeft.

En nu de Pandemie zo lang aanhoudt, is de kans op een burn-out alleen maar groter geworden onder deze groep mensen. Zorgpersoneel staat onder druk. Omdat ze het tijdens de pandemie goed willen doen, maar ook omdat ze weten dat er andere zorg wordt uitgesteld, met alle gevolgen van dien.
Heel Nederland stond in 2020 buiten te klappen voor onze zorghelden. Want, ze deden het maar mooi even. En ook ons kabinet riep hóe belangrijk de zorg is. En hoe trots we op ons land moeten zijn, met zulke helden.

Ik ben het daarmee eens. Ik heb diep respect voor mensen die in de zorg werken. Het is wel iets dat je mentaal aan moet kunnen. Ik zou dat niet kunnen.

Waar ik het minder mee eens ben, is hoe onze politiek vervolgens om is gegaan met ons zorgpersoneel. Toen er in de Tweede Kamer vorige zomer hoofdelijk gestemd zou gaan worden over het zorgpersoneel een hoger loon te geven, waren er vier partijen die letterlijk de Kamer uit zijn gerend. Zo zorgden ze ervoor dat er te weinig mensen aanwezig waren om te stemmen. De coalitie wist op dat moment namelijk dat ze, vanwege de Kamerleden die op vakantie waren, een minderheid hadden.

Een week later werd er alsnog gestemd. De coalitie had toen wél genoeg mensen aanwezig, waardoor er tegen de loonsverhoging voor onze zorgmedewerkers is gestemd. En ook elke andere motie die probeerde om meer te doen voor het zorgpersoneel, werd vakkundig aan de kant geduwd door dezelfde vier partijen, de coalitie: VVD, D66, CU en CDA.

Ik geloof altijd in show don’t tell. Zeg het niet, maar laat het zien. Het Kabinet kan wel zeggen dat zorgpersoneel noodzakelijk is en het Kabinet kan wel zeggen hoe trots het is op de zorg, maar als je gaat wegrennen bij het stemmen op een motie, dan laat je toch iets heel anders zien.
En het gevolg? Er is niks verbeterd. De stress is hoog. De kans op een burn-out bij de zorg ook.


Ook in de horeca is de kans op een burn-out ontzettend hoog. Je zou maar jarenlang gewerkt hebben om jouw droom werkelijkheid te maken: een eigen bedrijf, waar betalende klanten met plezier naartoe komen. Langzaam zie je jouw droom werkelijkheid worden. Je bouwt een band op met je personeel. Waar je in de eerste jaren nog nauwelijks rond kon komen, begin je nu de vruchten te plukken van jouw onderneming. En dan moet de toko dicht. Je weet niet hoe lang. Van de overheid krijg je wel wat geld, maar het is niet genoeg om al je kosten te dekken. En dus moet je, met pijn in het hart, het personeel laten gaan waar je zo’n mooie band mee had opgebouwd. De situatie houdt aan, en nog langer, en nog langer.

Helemaal schrijdend is het voor de nachtclubs. Waar de restaurants tenminste weer open zijn, geldt dat niet voor de nachtclubs. En elke persconferentie wordt er een datum genoemd dat de boel weer open kan, om bij de volgende persconferentie wéér teleurgesteld te worden. Wéér te moeten horen dat het langer duurt.

En ondertussen zie je je levenswerk. Je levensdroom, in elkaar storten. En je voelt vanuit de samenleving maar weinig begrip. ‘Nou, dan ga je toch gewoon omscholen?’ wordt er gereageerd en ook de overheid stuurt aan op omscholing. Maar daar ligt je droom niet, je passie niet. En alles valt in duigen om je heen. En je hebt geen idee meer hoe je überhaupt de rekeningen moet betalen.


En ondertussen maken we het er als samenleving niet beter op. De polarisatie is sinds de pandemie gigantisch. Online kibbelen over standpunten, visies. Zonder ooit écht naar elkaar te luisteren. Waar de kritische mensen lachend worden nagewezen als viruswappies ‘Net goed, dat ze worden uitgesloten,’ wordt er gezegd. Of ‘Ik hoop dat de IC hen laat stikken als ze tóch Corona hebben’. Kritische mensen, die de mensen die proberen bij te dragen aan het gevecht tegen Corona, uitmaken voor slapende schapen ‘Straks ga je dood aan je vaccin’ roepen ze. Of ze delen de meest beledigende ‘schapen-meme’s’ die je je maar kunt bedenken.

Beide kanten staan niet open voor een echt gesprek. Ze zijn zó overtuigd van hun eigen gelijk en weten zó zeker dat de ander een complete idioot is. Empathisch vermogen is compleet verdwenen. In plaats daarvan ruziën we, maken we anderen belachelijk en is vooral ons eigen ego belangrijk. Waar de mainstream media een Famke Louise uitnodigt die tegen de maatregelen is, omdat ze weten dat die arme meid gemakkelijk omver te lullen is. Zeker als je er een paar medische specialisten tegenover zet. En heel Nederland smult ervan: lekker belachelijk maken. Lekker om lachen. Want dít is het niveau van de wappies. Zegt wel genoeg, toch?

Waar aan de andere kant een Robert Jensen in zijn online show journalisten bij naam noemt, foto’s deelt en vervolgens lacht om een paar zinnen in het artikel, die volledig uit z’n verband zijn getrokken. En alle kijkers smullen ervan. En deze onzin geloven de schapen? Wat een idioten, ze slapen duidelijk nog.

Dit gebeurt niet alleen online, maar ook in families, vriendengroepen en zelfs supermarkten. ‘Wat, ben jij wel/niet gevaccineerd? Hoe dúrf je?’ Sinds ik een ruzie in een supermarkt heb gezien over een mondkapje, vermijd ik dit soort locaties liever. Het doet wat met me.
Een paar jaar geleden keken we nog met verbazing naar Amerika. Waar de aanhangers van de democraten en de aanhangers van de republikeinen soortgelijk gedrag vertoonden.

Waar is ons empathisch vermogen gebleven? Kunnen we niet begrijpen dat iedereen in de Pandemie zijn eigen strijd voert? De ene is bang, omdat hij in een risiciogroep valt. Een ander heeft grote zorgen over de toekomst van zijn bedrijf. Weer een ander heeft goede redenen om aan de overheden te twijfelen, terwijl een ander juist de pijn van dichtbij heeft gezien en weet hoe gevaarlijk het virus is. Niemand heeft dezelfde dingen gezien, en daardoor dezelfde ideeën. En zolang je dat realiseert, kun je zeer interessante en goede gesprekken voeren. En je mening hier en daar wat bijstellen.

Zo heb ik bijna wekelijks zeer goede gesprekken met een vriend die heel anders naar het virus kijkt dan ik. We respecteren elkaar, ondanks onze soms verschillende visies. Maar we begrijpen elkaar ook, en op een hoop vlakken zijn we het meer met elkaar eens, dan we in eerste instantie hadden gedacht. We hebben het gehad over politiek, over maatregelen en over angst. En de ene keer stelt hij zijn mening bij. De andere keer ik. En soms doen we dat niet. En dat is dan ook oké.

Ook met mijn eigen vriend heb ik regelmatig gesprekken en discussies. Ook wij zijn het niet altijd met elkaar eens. ‘Ik ben het niet met je eens,’ zeg ik dan. En dan zegt hij: ‘Dat mag, maar begrijp je waarom ik dit wel zo zie?’
Ja, ik begrijp het. Ondanks dat het ik er niet mee eens ben.

En ik merk dat ik als persoon groei, dankzij de discussies die ik heb. Ik leer over andere visies of ik word gewezen op interessante interviews of fragmenten. Je kunt zó ontzettend veel leren van anderen. Vooral van mensen die net een iets ander idee of beeld hebben dan jij.

Ik vind dat een veel prettigere manier van omgaan met elkaar, dan wat ik voornamelijk zie: haat en verdeeldheid. En het verbaast me keer op keer dat mensen gewoon zó verwijderd zijn van elkaar.
Vergeet niet, dat de persoon waar jij je frustraties naar uit, zijn of haar eigen struggles heeft. En dat ook de verdeeldheid die er ontstaat, kan zorgen voor het duwtje in de rug richting een burn-out. Of misschien zelfs erger: een depressie of een angststoornis.

Het wordt tijd dat we eens wat liever voor onze medemens worden. Of je het nou eens bent met ze of niet.
16 aug 2021 - bewerkt op 16 aug 2021 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Nightdream
Nightdream, vrouw, 38 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende