WE DE
ONVOORWAARDELIJKE LIEFDE VAN
YEHOSJOEA DE MASJIACH/MENSENZOON, OF
'DE MÈNSCH ÒM ÀNDEREN', (H)ERKÈNNEN ALS DÉ UITEINDELIJKE GRÒND VAN ONS BESTAAN,
DIE WIJ ALLEEN ZÓ (RAK KÀCH) KUNNEN ONTMOETEN, ÈN ÀLS DÉ GRONDSLAG VAN IEDERE RELATIE & ÈLKE BESLISSING?
Dìt betékent 't voor de christen òm 'dé zìn vàn Yesjoea te hebben' (I KOR 2:16), òm àl zíjn hàndelen, zoals Yesjoe dit ook voorschreef
voortaan enkel en alleen nog maar te laten bepalen door de liefde waarmee 'ik jullie liefgehad heb' (YOH 13:34), of, zoals ook SP vlak daarna dat zei, om 'jullie onderling gedrag te laten voortkomen uit je leven ìn de Gezalfde Yesjoe' in FIL 2:5! LÉVEN i/d beloofde YESJ, ìn 'dìt níeuwe zíjn', ìn dé GÉÉST, betekent: géén àndere àbsolúte wáárde èrkènnen dàn zíjn LÍEFDE, ìn èlk ànder òpzìcht voortaan bijna volledig ongebonden zijn, maar híerìn tótáál gébònden! En dìt volledig openstaan in liefde voor de 'Ànder' terwìlle vàn hèm, is nu ook op precies dezèlfde wijze voor de niet-christen de enige absolute wáárde, zoals de gelijkenis van de Volgzáme Schápen & Bòkkige Ràmmen ons wilde tonen? Hij zal in de 'ander' Christos wel niet herkennen, maar in zover hij in liefde gehoor gegeven heeft aan de eis van deze onvoorwaardelijke, heeft hij ook gehoor gegeven aan "HÈM/HÁÁR/HÈT" - want díe ÌS dé 'díepte' v/d liefde.
Die christelijke ethiek is niet alleen maar relevant voor de christen(en) & nog veel minder alleen maar voor de zg. religieuze mens! Zoals Christos vaak incognito zijn aanspraak maakt op de christen, kan hij dat al evenzeer op anderen doen: maar aangezien deze aanspraak uit 't 'vaderhuis' komt in dé 'moedertaal', ÚIT de persoonlijke grònd vàn òns bestáán zèlf, komt zij níet als iets vreemds?!
Ze is nòch heteronoom, noch autonoom, maar theonoom! Alleen de liefde kàn zich veroorloven òm gehéél en àl 'situatief' te zijn, omdat de liefde, om zo te zeggen, 'n tevoren al ingebouwd kompas heeft, dàt 't mógelijk máákt intuïtief op de diepste nood v/d ander af te gaan.
Alleen de liefde kàn volstaan met het algehéél totáál openstaan voor de situatie, enkel en alleen open vóór dìe mens & ter wille van hèn, zonder dat ze daarbij haar doel & z'n verantwoordelijk karakter prijsgeeft: liefde is in staat HÈT té DÓEN met 'n ethiek van radicale bereidheid aan anderen gehoor te geven, waarbij elke situatie op zìchzèlf beoordeeld wordt, zònder gebíedende wetten.
Vandaar al die Verhalen van Adam, Eva, Esther & Chai ...