gk9b we betraden de tempel: ik had gerekend op een


diepe duisternis èn véél geheimzinnigheid, maar wat ik er aantrof was 'n van lìcht overgoten ruimte omdat de zon nu door 't open dak naar binnen schéén!

In 't MÌDDEN stond 't offeraltaar alwaar voor de godheid dode dieren opgediend werden & verbrand. DAGON stond onder 't overdekte gedeelte, op 'n voetstuk, rustend op z'n staart, met achter zijn rùg 'n poort die niet door mensen, maar alleen door hèm werd gebruikt wanneer hij in processie door de stad moest worden gedragen?! Ze werden dan ook daarom 'de Deuren van DAGON' genoemd!


Tégen zijn voetstuk aan, vèr benéden hem, stond die kist van Israëls God, mèt twee gevleugelde wezens o/h deksel, maar van de godheid zèlf was geen enkel spoor te bekennen!


Ik werd overvallen door 'n bijna misselijkmakende nieuwsgierigheid: ÌK wilde ìn die fraaie kìst kíjken òm te zíen òf er ook ècht 'n Gòd inzat, maar we werden door de priesters op afstand gehouden!


Dagon zag er niet uit als een god die gevàllen was: alleen zijn neus was ietwat beschadigd, maar òf dat recent was gebeurd, kon je niet echt zíen?


Ik bekeek nauwkeurig de vloer òm hen héén, maar dáár was heen splintertje neus te bekènnen! Één van de mannen die met mij in de tempel toegelaten was zei: "'T IS IN ORDE, MAAR DIE KÌST VAN DE HEBREEËN MÓET WÈG, WANT DÁÁR KRIJGEN WE AAMBEIEN VAN!"

"ONZIN!" zei de opperpriester, 'AAMBEIEN KÓMEN NÍET VAN DE GÓDEN!" Maar die man hield vòl! Hij zei: "WAT IK U BROM, VAN DÍE KÌST KÀN ÀLLÉÉN MAAR ELLENDE KOMEN, WANT DE GOD VAN DE HEBREEËN HEEFT EEN TERINGHEKEL AAN ÀLLE FILISTIJNEN!"

En de priesters waren nu hier duidelijk niet in de stemming om met léken als deze in discussie te gaan, want die hebben immers nu toch nog helemaal geen enkel verstand van religie!? Dus dreven ze ons met zachte hand die Dagontempel ÚIT, opdat wij buiten de blijde bood-schap aan aallen verspreiden konden!!! "ÒNZE GÒD STÁÁT OP ZIJN EIGEN STAART: HÈM MANKEERT HELEMAAL NÍETS!"

Dus ging ieder weer naar huis, mèt aambeien en al, terwijl de muizen bij duizenden tegelijk vóór ons ÚIT vluchtten; en de stemming was ondanks het goede nieuws bedrukt omdat men er nog steeds niet gerùst op was! Thuis merkte ik hóe gefascineerd ik was door Israëls godenkist! ÌK kòn háár NÌET ÚIT mijn hoofd ZÈTTEN, m'n nieuwsgierigheid vràt aan me, ÌK wìlde wéten, ik wilde KÈNNEN, ik wilde begrijpen: wàt ÌS dàt voor 'n ráre kìst voor zó'n eigenaardige Gòd die zich verbòrgen hield!?

Wááròm mòcht níemand hèm zíen, nòch z'n NÁÁM KÈNNEN?
08 apr 2016 - bewerkt op 08 apr 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende