gk8b bij de tempel aangekomen, werd de menigte al
opgewacht door een cordon soldaten die de tempelpoort bewaakten. Àchter hèn verschólen zich de priesters & hulppriesters van Dagon, die zenuwachtig heen en weer liepen alsof ze eventuele gaten in het cordon zèlf wilden dìchten. Er viel een ongemakkelijke stilte omdat niemand wìst hóe het nú zó nog vèrder moest? Àls je íets over de goden te weten wilt komen, dan kun je slechts hópen dat een priester of een profeet zijn mond opendoet, want je kunt hen nu eenmaal niet dwingen! Toen het lang genoeg stìl was geweest om de priesters ervan te overtuigen dat er íets moest worden gezègd, trad één van hen naar voren en schreeuwde: 'DAGON IS NÍET GEVALLEN!'
Hóe wéten we òf íemand de waarheid spréékt òf líegt! 't Is 'n raadsel waarom iedereen wìst dàt dìt 'n léugen was, het sóórt léugen dat we vàn onze priesterkaste eigenlijk wel allang gewènd wáren: de gòd wàs gevallen, maar de geestelijkheid vond het níet verstàndig òm dàt tóe te geven! Dàt wàs níets níeuws, zèlfs ík, als 'n 14-jarige, was er aan gewend geraakt dàt vróómheid gepáárd ging met een soort van eerbiedige leugenachtigheid?! Een god kàn niet vàllen en àls hij wèl gevallen ÌS, kàn hij dus niet zijn gevallen! 'ONZE GÒD STÁÁT RÈCHTÓVERÉIND!' Maar níemand gelóófde het: de menigte blééf stáán! 'Kies drie mannen uit uw midden, dan kunnen ze het met hun eigen ogen zíen dàt de god staat als een húis!' Niemand bewoog zich, maar ik wel! Ik sprong op & neer met m'n armen i/d lùcht & riep:
"NÉÉM MÍJ, WANT ÌK WÌL GOD ZÍEN!"
Ik weet van mezelf zelden òf ik iets zèg omdat ik het méén of omdat ik het een mooie zìn vind! Wìlde ik god zíen? Mijn vader was niet erg religieus, mijn moeder koesterde koesterde een paar huisgoden. Ik was nog nooit ìn een tempel geweest! Laat ik dus zeggen dat ik 't bèst wel een mooie zìn vond èn tegelijkertijd óók héél oprècht nieuwsgierig was?! De mensen keken me verbaasd aan omdat ik in hùn ogen nog maar een kind was, maar de priesters wènkten mij en ik worstelde me kordaat dóór de opeengepakte màssa naar voren; er klonken nog wat protesten omdat opeens íederéén nu de tempel ìn wilde, maar de hoofdman van de garde koos na mij nog twee mannen uit, en de rest móest búiten blijven!
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende