df65b heidense niet-joden waren vooral erg bezorgd
vlg.
Mat 6:32-34
om hun materiële toekomst
& wisten meestal nog niet dat 'de dag van morgen
zich wel zorgen maakt over zichzelf'?!! Vlg. Mat 6:7 'gebruiken ze
veel omhaal van woorden' in hun gebeden omdat ze 'menen dat ze vanwege hun talrijke woorden
éérder verhoord zullen worden'!? Ze weten daarom nog niets over het joodse geloof om de naaste lief te hebben
als zichzelf en gaan alleen nog om met hun eigen vrienden vlg. Mat 5:47! Die éérste en láátste uitspraak
geven ons zelfs nu nog het gevoel dat Yesj het toen zo vooral ook al had over dé gebreken
die de Europese & westerse samenlevingen
nòg steeds tot op zekere hoogte
bleven aankleven: 'ikke, ikke,
ikke en de
rest kan
stikke'!
'n Andere
diepe uitspraak schijnt
vooral tegen de Romeinen gericht te zijn geweest:
vlg. Lucky Luke 22:24-27 nl. zinspeelde Yesjoe er tijdens 't "Laatste Avondmaal"
op dat hij aan hèn uitgeleverd zou gaan worden; zijn discipelen begonnen er toen ook al
onder elkaar over te twisten wíe van hèn nu Yesjoea's opvolger zou moeten gaan worden, òf, i/d woorden van Luke:
'ook ontstond er onder hen onenigheid over wie van hen de belangrijkste was? Hij zei hen echter: "BIJ DE HEIDENEN
SPELEN VOORAL DE KONINGEN DE BAAS, BIJ HÈN LATEN DE MACHTHEBBERS ZICH WÈLDOENER NOEMEN?
Maar bij jullie mag dàt níet zó zijn! De grootste van jullie moet juiste de minste worden, en de leider de dienaar!
Want wíe of wat is nu eigenlijk wèrkelijk 't allerbelangrijkst? Die aan tafel ligt, of die 'r bedíent! Die dáár aan táfel ligt toch zeker?
Maar ÌK BÈN in JÙLLIE midden de dienaar!" Voor een volledig begrip nu van al deze woorden van Yehosjoea ÌS énige kènnis
van het Hebreeuws noodzakelijk: deze toekomstige apostelen discussieerden over de vraag wie van hen
hun toekomstige leider zijn zou (in 't Hebreeuws RAV aka 'grote'
? YÈSJ wees echter èlke vorm
van heerschappij over mensen, zoals er dus gebruikelijk was bij alle heidense koningen, àf
met de woorden 'BIJ JULLIE MAG DÀT NÍET ZÓ ZIJN'! Òm dus zijn afwijzing van èlke
vorm van nationalistisch imperialisme te verwoorden zinspeelde híj op GEN 25:23
"DE GROTE (RAV, HIER GEBRUIKT IN DE BETEKENIS VAN 'OUDSTE'
ZÀL DÍENSTBAAR ZIJN AAN DE JÒNGSTE'! Die uitspraak houdt
verband met ESAV ('de oudste'
die Ya'akov ('de jongste'
dienen zou & werd aldus beschouwd
als 'n profetie van de tanende
macht v/d oudste Esav
& de opkomst
v/d jongere
Ya'akov.
Dit
is dan
ook HÈT oud-
Hebreeuws taalgebruik dat alle
bijbelboekrollen doordrènkt: de symboliek van íeder woord &
elke zinsconstructie als duiding van wijsheid,
bezinning, bedóeling & mìddel; dé
'oerwortels' kunnen dàn gevonden
worden in verhalen
rondom het
kampvuur!
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende