30957gkbvo551 ik voelde me van alle goden verlaten

OMDAT IK DE KONING IN DEZE UREN NIET LIEFHAD! HOE KON HET GEBEUREN DAT MIJN GELIEFDE VAN ZIJN VOETSTUK VIEL, MET DE ZEE ZO DICHTBIJ EN DE VERLOSSENDE REGEN IN AANTOCHT? DE KONING MOET OVERVERMOEID ZIJN GEWEEST DOOR DE JAREN WAARIN ZIJN LAND MET DE RAMP VAN DE DROOGTE GETEISTERD WERD. ZIJN OGEN VONKTEN NIET, ZIJN GESTALTE STRAALDE GEEN MACHT UIT EN TOCH WAS HIJ DE DAPPERSTE MAN DIE IK OOIT HEB GEKEND. MET ONVERMOEIBARE IJVER PROBEERDE HIJ AL DEZE GEVOLGEN VAN DEZE DROOGTE TE BESTRIJDEN, MET HET ZWAARD PROBEERDE HIJ ZIJN GOD TE DWINGEN, MAAR HIJ HAD HET MET HONING MOETEN DOEN! EEN KONING MOET DAPPER, MAAR VOORAL SLUW ZIJN? NU KEEK ACHAV ZO BITTER NAAR HET FAILLIET VAN ZIJN POLITIEK: de fanatici hadden gewonnen, hij kòn de minderheden geen bescherming bieden, hij was gereduceerd tot de koning van een bevolkingsgroep terwijl hij de koning van het héle Vòlk had willen zijn. Ik veràchtte hem erom. Het waren bittere uren, want hij was mijn enige levensbron. Ik bid de Koningin van de Hémel: vraag Achav in het dodenrijk of hij me mijn minachting aan de Kisjon vergeeft, want híj wàs míjn léven èn míjn god. NOG VOOR HET MOORDEN OPHIELD, had ik me al losgemaakt uit de menigte. Ik joeg mijn ezel nu door de nacht naar Samaria en sloop terug naar mijn vertrekken. Ik organiseerde onmiddellijk een reisgezelschap, omdat ik Achav zou ontmoeten in het winterpaleis te Yizreël. De paarden stonden al klaar toen 'n juichende stoet priesteressen het paleis binnenstroomde...
'EINDELIJK HEEFT DE KONINGIN VAN DE HEMEL ONS VERHOORD!' zo jubelden ze. 'Baäl zàl 'n overvloed aan regen sturen, 'n overvloed aan nattigheid & sneeuw, & hij zal zijn stem verheffen in de wolken, hij zal donder & bliksem naar de aarde sturen! We hebben gebeden & de velden besprenkeld en kijk: er stijgt een wolk op uit zee!' Ik rende naar het dakterras en keek uit naar de zeekant. 'DÁÁR, DÁÁR!' juichten de priesteressen, en waarachtig, ik zàg 'n wolkje boven de westelijke bergen, niet groter dan 'n mannenhand. 'TE PÁÁRD! TÉ PAARD!' riep ik, want ik zag achter het wolkje de lucht al inktzwart worden & wilde vóór het uitbreken van het noodweer in Yizreël zijn?
Dàt lukte me niet! Halverwege werden we overvallen door hevige stormen, slagregens & onweer! Het was alsof de hémel àl het wáter dat hij ons drie jaar lang onthouden hàd in één kéér óver òns úitstortte. De beken zwollen op tot woeste rivieren, de akkers werden òm-gewoeld, de wégen waren zo goed als ònbegáánbaar. Mijn lijfwachten wilden schuilen, maar Ìk ranselde hèn met mijn stèm voor me uit.
26 feb 2018 - bewerkt op 01 mrt 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende