OVER
GEESTELIJK LEVEN
VAN HUTBEWONERS @ OLDEBROEK
MAAKTE B.W.A.E. BARON SLOET TOT OLTHUIS IN 1853 ENIGE OPMERKINGEN!
Hùn muzikale uitingen bestonden uit kerkgezang; àls zij al lázen betrof het ouderwetse theologische geschriften,
waarin, volgens deze baron, weinig voedsel voor geest en hart te vergaren was. Hóe híjzèlf het geestelijke klimaat
waarin hij deze mensen leven zag, blijkt uit 't volgend citaat: "HET ONTBREEKT DEZE MENSCHEN OOK NIET AAN
GODSDIENSTZIN; VOLGAARNE WONEN ZIJ DE OPENBARE GODSDIENSTOEFENING BIJ, WANNEER DE STAAT
HUNNER KLEEDIJ ZULKS TOELAAT, WAARUIT MEN TOCH TOT EENE ZEKERE SOORT VAN EEN, HOEWEL
VERKEERD GEWIJZIGD GEVOEL VAN BETAMELIJKHEID BESLUITEN KAN? MEN HOORT HEN NIET VLOEKEN,
ECHTBREUK IS BIJ HEN BIJNA ONBEKEND, DE ZONDAG WORDT IN ACHT GENOMEN, EN VAN STERKEN DRANK
WORDT BIJNA GEEN GEBRUIK GEMAAKT! Doch, helaas! zeer treurig zijn de onderscheidene en overeenstemmende
BERIGTEN, die men ons omtrent den invloed van de piëtistische rigting der Veluwe heeft meegedeeld; men prent hen
onverstaanbare dogma's in, en van den predikstoel, zo zegt één onzer berigtgevers, leert men hen niet zelden
de maatschappelijke deugden, die den grondslag van alle welvaart uitmaken, en schier op elk blad van het Evangelie
aangeprezen worden, als blinkende zonde van EENE HEMELTERGENDE EIGEN GERECHTIGHEID BESCHOUWEN! Wàt,
vraagt hij, moet men van EENE BEVOLKING VERWACHTEN, die ZIJNE ENIGE GODSDIENSTIGE OPLEIDING
UIT HELLENBROEK, SMIJTEGELD EN GROENEWEGEN ONTVANGT? Ongelukkig, dat geene leerstelling
meer wortelt dan die der onmagt, want zij is in den zin,
zoo als zij opgevat wordt, DÉ verschooning
voor de vadzigheid
en luiheid"!
Baron Sloet
tot OLTHUIS was kennelijk
geen aanhanger v/d bevindelijke
vroomheid: wèl schetst hij hier
een duidelijk beeld van de
arme eenvoudige
hutbewoners.