1176b Yesj' uitspraak@Mat 22:35-40 is slechts één
enkel
voorbeeld van
'n plaats waarvan
de oningewijde lezer ten onrechte
dènken kàn 'n unieke èn karakteristieke uitspraak
van Yesjoea gevonden te hebben? Maar in feite ziet hij dan wèl alle
ècht revolutionaire uitspraken over het hoofd! In èlk geval, uitspraken zoals 'HÈT Grote gebod'
hebben een belangrijke functie binnen de prediking van Yesjoe. En we zouden moeiteloos een héél euangelie
kunnen gaan samenstellen op basis van oude joodse geschriften zònder ook maar één wóórd te gebruiken
dat ècht van deze Yehosjoea afkomstig is!!
Maar dat kunnen we alleen omdat we die 4 euangelies
wèl al hebben & min of meer hebben leren kennen?! Hetzelfde geldt ook
voor 'n Bergveldrede ergens op de hellingen van Chukok/Chavakuk (?), waarin Yesj kennelijk
zijn persoonlijke houding tegenover de wetten via & van Mosjeh wil weergeven vlg. Mat 5:17-48. In déze rede(n)
haalt Yesj in zekere zin oude èn níeuwe dingen uit z'n "hoofddoek" naar voren: de (over)gevoeligheid
v/h jodendom i/d Oudheid ontwikkelde 'n hele dialectiek v/d 'zonde' die geheel ànders was
dan de simpele eenvoudige visie v/h zg. Oude Testament?!! Want àls mensen niet meer
beschouwd worden als ongecompliceerde wezens, dan worden de zonden ook zèlf
immers 'n probleem?! Als je niet uitkijkt, leidt de ene zonde tot de andere!?
Zèlfs 'n handeling die op zichzelf nog zó direct niet zonde lijkt te zijn,
kàn ertoe leiden dat je tòch verstrikt raakt in 'n èchte zonde! Er was een gezegde dat als volgt luidde:
"VLÙCHT VOOR HET KWAAD ÈN VOOR WAT KWAAD LIJKT"!
Als we dàt concept op de geboden toepassen, dan ontdekken we dat ook de veel kleinere geboden al van 't begin af aan
even belangrijk zijn als de grotere! Yesj' exegese @Mat 5:17-48 moet dan dus ook in déze zìn opgevat worden!
De eigenlijke exegese wordt voorafgegaan door 'n inleiding (Mat 5:17-20),
waarin Yesj zíjn aanpak rechtvaardigt!!!
Je kùnt de indruk krijgen
dat er veel teveel waarde gehecht is aan de eerste zin (Mat 5:17) van deze inleiding?
Yesj wilde zo nu alleen maar zeggen:
"DENK NIET DAT IK GEKOMEN BEN OM DE WET AF TE BREKEN"
(de aansluitende 'profeten' zijn waarschijnlijk niet echt in 't origineel)!
ÌK BÈN NIET GEKOMEN ÒM (ÀF) TE BREKEN, MAAR OM TE (VER)VÙLLEN!"
Zó wìlde híj, 't taalgebruik van die tijd volgend, de beschuldiging vermijden dat hij
met zijn aanvullende exegese v/d wet enige afbreuk deed aan de oorspronkelijke betekenis(sen)
van díe woorden in de bijbelboekrollenverhaaltjes! Dat zou hij absoluut niet gewild hebben,
omdat de wet in z'n geschreven vorm op 'n zeer mysterieuze manier samenhangt mèt
het bestaan van deze wereld, elk mens,
ieder dier èn 'alle planten'!
Zèlfs de allerkleinste 'bloem'!!
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende