tsodb7761omdat de samaritáán BESÈFT wat die joodse


MAN HOOPT OF LIEVER HOPEN MAG (want misschien durft hij 't niet eens uit vrees voor een vijand), kíest hij voor helpen. Hij is de naaste! Van hèm geldt precies wat YESJ ZÈGT: hij handelt vanuit overvloedige gerechtigheid, hij hàndelt vanuit de 'volheid' van het hart, hij handelt overdadig goed, want hij verwacht niets terug. Hij denkt geen goed werk te doen dat verdienstelijk is. Hij wil geen wit voetje bij God halen. Hij wil niet beloond worden. Hij wil dat niet in de hemel en niet op de aarde. Hij hèlpt, en daarmee úit! Het is een gratuite daad, gedaan om níet. Hij heeft niet lief wie hem liefheeft. Hij heeft in tegendeel de vijand geholpen. Wat zou hij vóór hebben, als hij goed had gedaan aan wie hèm goed doen, vraagt Yehosjoea zich af? Niets, is het antwoord! Ook zondaars doen dàt onder het motto: wie goed doet goed ontmoet vlg. Luke 6:33. Die Samaritaan hoopt op geen enkele vergelding. Híj handelt uit overvloedigheid?

De positieve formulering van de Gulden Régel heeft een heel andere betekenis dan de negatieve. In de negatieve regel wordt alleen gezegd dat we moeten nalaten wat we zelf ook niet zouden willen dat ons werd aangedaan. Dat is dus een regel die een minimum van moraal vereist? Zij zegt, dat je moet laten wat jouzèlf niet zou passen! De positieve echter vraagt veel meer: de overvloedigheid, die de volheid van een overstromend hart is. De ander verwacht van je wat je ook voor jezelf verwacht.

Nietzsche heeft de 'schenkende Tugend', zoals hij de overvloedige gerechtigheid noemt, 'voornaam' genoemd. Hij prijst Yesj ook om die voornaamheid: díe hééft gegeven zònder íets terug te verwachten en zonder ooit iets te nemen. Toch leeft er bij Friedrich 'n groot mìs-verstand: hij geeft 'n niet-bijbelse, niet-euangelische interpretatie aan zìjn schenkende deugd. Deugd is bij hèm VIRTÙ (Lat. 'virtus'knipoog en dat betekent mannelijkheid, kracht, moed en sterkte. Want deugd is voor hem een eigenschap van de machtige mens, die ook de 'wel-stand' bezit òm er een verheven ethiek op na te houden en die aan anderen òp te leggen. Voornaamheid is dan ook een deugd van de aristocraat, die van het gepeupel niets mag verwachten. Hij doet dit dan ook niet. Hij is erboven verheven. Hij is er ook ongevoelig voor & dd Romeinse Stoa, vooral de filosoof Seneca, werkt hier door, met zijn gedachten van 'ataraxia' (gelatenheid, zielsrust) & 'apatheia' (niet aan lijden onderhevig, ongevoeligheid). De sterke wijze is immers bóven lijden, gevoelens & zieleroerselen verheven. Hij gedenkt niet wat hem wordt aangedaan en ook niet wat hijzelf aanricht. Dat is bij Nietzsche ook zo, zowel wanneer hij goed en milddadig is, als wanneer hij met dwang en geweld zijn machtige wil doorzet: in beide gevallen doet het hem zelf niets en vergeet hij het?
13 aug 2016 - bewerkt op 15 aug 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende