tsodb1162bmaar dàt is nu bij Yesj helemaal niet zo


HET IS TOTAAL ANDERS: YESJ VERHÈFT ZICH NOOIT. Híj is ook niet boven gevoelens verheven, want hij lijdt & is ook medelijdend: hij solidariseert en identificeert zich juist mèt de kleinen en verachten. Hij wil helemaal niet sterk en machtig zijn en ook geen aristocraat?

Integendeel! Hij deelt in de zwakheid van de schare? Hij gaat òp ìn de ander en doet hèn wat hèn tóekomt. En hij verwacht niets terug van de mensen die niets te geven hebben. Zó heeft hij zelfs zijn vijanden liefgehad, die hem òmbrachten. Hij heeft niet geprotesteerd maar al hun schuld gedragen. Zij waren machtig hèm te doden, maar zèlf was hij krachteloos, ònmàchtig. Stervend heeft hij nog voor hen gebéden. Dat is het vrijgevige, het overvloedige en overdadige, waar Yesj in de bergveldredes op doelt! Ìs dàt alleen maar zwak?

Is dat misschien zelfs verachtelijk, zoals Nietzsche meende? Dat kàn zeker zó líjken, maar is dieper beschouwd níet zo.


Zeker, het is mogelijk dat je met de kracht van de zwakheid @ 2 KOR. 12:9, waarvan Yesj jet hebben moet, niets bereikt, want het dwingt de ander niet: hij kan rustig de hele zaak negeren en zijn weg verder gaan alsof er niets was gebeurd. Maar, zegt SP2, er zijn wel vurige kolen op de hoofden geladen vlg. ROM. 12:20! De gratuite, overvloedige daad kàn tot nadenken stemmen. Zij kan tot een oproep worden, die tot bekering roept en noopt! Maar de ander wordt zijn vrijheid niet benomen: hij kan weigeren. Het is zijn eigen vrije daad als hij gaat antwoorden. Voor de dader is dat ook onverwacht. Van hem hóeft het niet. Er wordt niets opgedrongen.


Maar zwak is de daad niet, want wie als Samaritaan hèlpt, onverwacht, gratuit, doet een krachtig, een sterk appèl op de ander, dat hij als het erop aankomt niet negeren mag op straffe van zijn eigen zedelijke ondergang. Het niet-verachtelijke ZÌT júist ìn de ruimte die geschapen wordt, in de vrij-heid die gegeven wordt, terwijl de voorname mens in Nietzsches zin naar dwang & geweld grijpt. Ja geweld en oorlog zelfs niet schuwt.


Heeft Yesj iets tegen het evenwicht in de maatschappij van geven en nemen? Vindt hij eigenlijk dat de rechtvaardigheid van ieder het Zijne er niet zo toe dóet? We moeten in eerste instantie antwoorden: nee, Yesj hééft de rechtvaardig & dus ook het evenwicht hoog in de maatschappij. Hij weet dat een maatschappij die dit evenwicht niet kent zichzelf onmogelijk maakt en òndergaat. Elke maatschappij die zijn naam waardig is draait om het principe v/d symmetrie ìn geven en nemen, op de eerlijkheid vàn de rúil, òp 't 'DO ÙT DES'!


En YESJ verzet zich daar niet eigen. Het is goed. Maar jet is niet altijd goed in zijn praktische gevolgen! En dàt zíet híj vóór zich bij deze scharen, die werkeloos èn doodvermoeid zíjn! Zij vallen buiten de boot van het geven en nemen. Zij zijn ÀRM. En daarom weet hij dat de rechtvaardigheid van herverkiezing geven en nemen tòch tot het grootste onrecht kàn worden. Daarom moet de rechtvaardigheid steeds weer uitgedaagd worden door mensen, die anders handelen, die geven zonder te willen nemen. Mensen die zich identificeren met de nietshebbenden èn zich voor hen ópenstellen en vanuit de overvloed van hun gemoed handelen. Als er geen gemeente is zònder zulke uitdagers, dàn gaat de wereld aan zijn eigen zogenaamde rechtvaardigheid ten onder: recht verkeert dan in onrecht.


"FIAT JUSTITIA PEREAT MUNDI" (Rechtvaardigheid moge geschieden ook al gaat de wereld onder).


Maar het blijft wel degelijk om het even-wicht der rechtvaardigheid gaan. Want met die grootmoedigheid en barmhartigheid, met die liefde tot de vijand, wìl Yèsj dit evenwicht niet opheffen, maar dienen en herstellen, zodat de rechtvaardigheid wòrdt töt gerechtigheid.

Deze grootmoedige vrijgevigheid is een uitdaging, die noodzakelijk is om het onrechtvaardige en onevenwichtige, dat zelfs in een zogenaamd rechtvaardige samenleving altijd weer ontstaat, rècht te kunnen zetten. Yesj relativeert het recht, omdat het in zijn absolute gelding altijd wéér onrecht voortbrengt: hij laat daarom dus aan ons zien dat het recht ten diepste gegrond is ìn de overvloedigheid van de gratuite daad uit de volheid van ons hart. Door die daad alleen kàn het recht ervoor bewaard worden in onrecht te verkeren & kan zij tot gerechtigheid worden.
14 aug 2016 - bewerkt op 15 aug 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende