jr135 christenen geloven 'dat er niets is in deze
WERELD ZOALS DIE IS OF ZOALS DIE ZIJN ZAL DAT ONS KAN SCHEIDEN V/D LIEFDE VAN G D IN YESJ ALS MASJIACH ONZE HEER': en daarvoor moet je onmogelijk veel geloven, tenzij de liefde die in Yesj geopenbaard werd, werkelijk dé uiteindelijke werkelijkheid al zo nu uitmaakt; tenzij HIJ (zij/het) 't vènster ÌS, dat, dwars door de oppervlakte v/d dingen héén, zìcht gééft òp G d!
Het Christendom valt of 't staat met díe openbaring, mèt "CHRISTOS" àls dé onthùlling v/d Laatste Waarheid, niet alleen maar 'over de mènsch' (díe is al met al naar 't schijnt nog betrekkelijk gemakkelijk te aanvaarden?), maar óók óver dé gehéle natuur èn dé totále werkelijkheid!
'n Ware christen kàn z'n geloof niet funderen op mènselijk kùnnen: híj kijkt er vreemd van òp, dàt 'n zó eerlijk & intelligent mens als JuHu in '57 zijn voornoemd boek opnieuw heeft kunnen laten uitgeven, zònder ook maar mèt één wóórd gewàg te maken vàn de mogelijkheid, om niet te zeggen waarschíjnlijkheid, dàt er in zíjn denkraam/kader helemaal geen uitzicht meer zou kùnnen zijn voor dé mènsheid; wànt 't gelóóf vàn 'de christen' rùst ìn CHRISTOS, àls dé openbaring, HÈT ópen-lèggen, vàn dé kèrn èn HÈT wézen vàn dé uiteindelijke werke-lijkheid!
Dááròm wàs 't zó nódig òm, i/d categorieën v/d traditionele theologie, dóór àlles héén vòl te blijven houden dàt híj ook HOMO-OUSIOS wàs, 'éénswézens', mèt dé Váder?!
Wànt de christen zou met maar weinig overtuiging HÈT uiteindelijk persoonlijk karakter van de werkelijkheid kùnnen bevèstigen, als niet die ousia, HÈT WÉZEN, vàn àlle dìngen ìn díepte LIEFDE ÌS, van 't gehàlte dàt ìn HÈT LÉVEN, dé dóód èn dé ÒPSTANDING vàn "YC" geópenbaard wèrd!?
En díe ònderscheidt hèn tenslotte vàn 'de humanist' & de 'atheïst' - & níet z'n religiositeit òf zijn (bij)geloof in 't 'bestaan van 'n Persoon in de Hémel'!
Ook dit onderscheid kunnen we misschien duidelijker maken door vergelijking met nòg 'n andere grote niet-christelijke auteur uit onze min of meer recente tijd, Albert Camus, wiens geheel 'niet-religieuze' beschrijving vàn dé mènselijke situatie in La Chute héél wat dìchter bij de christelijke waardering van de mens staat dan zoals JuHu de menselijke situatie schetste?
Terwijl JH schrijft als 'n religieus mens, voor wie de Gòd v/h supernaturalistisch christendom 'n struikelblok is, vindt AC dit hele schema dwaasheid!
Zijn roman L'Étranger eindigt met de vergeefse poging v/d priester i/d gevangenis om voor de moordenaar i/d cèl G d íets te laten betekenen.
We komen nog wel erop terug bij leven & welzijn? M'n ouwe botten & ogen eisen enig mededogen na al dat geloop tussen hiero, daaro & Desjimama!
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende