jr117b 'de myDi~verkondiging(en) van Yehosjoea' ~~
'N NÒG VÉÉL FUNDAMENTÉLER KRITIEK OP DIE SUPERNATURALISTISCHE ETHIEK DAN DE BEWERING DAT HAAR BETEKENIS BEPERKT MOET BLIJVEN TOT DEGENEN DIE AL HAAR GRONDSLAGEN AANVAARDEN, GÉVEN WE, WANNEER WE STELLEN, DAT ZE DE EIGENLIJKE VERKONDIGING VAN YESJOEA ERNSTIG VERVORMT?! "Dé dúidelijke léér vàn Ònze Héér" werd opgevat alsof Yesjoe 'bepaalde RÉGELS GEGÉVEN ZOU HEBBEN', dìe universeel bìndend zijn!? Bepáálde dingen zijn àltíjd góed - àndere àltijd verkéérd - voor iedereen overal?!
Maar
dàn behàndelt
men bv. o.a. óók de bergveldrede
als Dé Níeuwe Wèt, en ook al mag MAT
wellicht Yesj zó geïnterpreteerd hebben, 'r loopt vandaag de myDidag
toch haast bijna wel géén nieuwtestamenticus meer rònd, díe déze legalistische opvattingen
voor 'n helaas foutieve verklaring houden zou? Want wàt Yesj òns aangaande de ethiek voorgehouden hééft,
moet juist níet meer legalistisch verstaan gaan worden, àlsòf vóórgeschreven wèrd wàt àlle christenen maar te DÓEN hèbben,
wàt ook de omstandigheden zijn, èn àlsòf bepaalde handelwijzen universeel goed & àndere universeel verkeerd worden verklaard!
Het
gáát hìer
NÌET meer om
een wètgéving waarin wordt
vastgespeld wàt de LÍEFDE àltíjd vàn ÍEDERÉÉN vráágt,
maar júist òm vóórbeelden van wat de liefde op een bepaald ogenblik
zou gaan kunnen vrágen vàn íemand! Yehosjoea's "voorschriften" zíjn, als 't ware, gelijkenissen,
parabels, vàn "HÈT Koninkrijk G ds" waar dìt z'n aanspraken gèlden dóet òp 't ethos - momentopnamen vàn de wíjzen
wááròp 't "G dsrijk der hemelen", zònder 'n ènkel compromis te gedógen, beslàg lègt òp 'n íeder dìe èròp ìn wìl gaan ...?
Het
woord tot
die 'Rijke Jongeling':
"GÁ HÉÉN ÈN VERKÓÓP ÀL WAT JIJ HÈBT!",
in MARK 10:20, is géén algemeen principe v/h ethisch leven,
maar ahw. 'n vertáling i/d gebiedende wijs v/d gelijkenis v/d rijke koopman,
die ook al nijver heenging èn àlles verkòcht ter wille vàn dé Párel vàn gróte Wáárde in MAT 13:48!
Dìt
óvergáán òp
de gebíedende wijs
v/d gelijkenis - "GÁ HÉÉN ÈN DÓE ÉVENZÓ!"
in Lucky Luke 10:37 - is géén wètgeving, maar 'n zegswijze,
te vergelijken met wat Natan a/h slòt v/d klassieke gelijkenis in 't OT tegen Dawiedewiedewied zei:
"GÍJ ZÍJT DÍE MÀN!" in II SAM 12:7!
't ÌS
'n hèrìnnerìng dááráán
dàt dé gelíjkenìssen nu juist níet alleen maar
wat boeiende verhalen zijn, die algemeen zouden kunnen worden toegepast,
maar 'n roep v/h G dsrijk, op 'n bepááld ogenblik gerìcht tòt 'n specifieke gróep
of tot 'n individu.
27 jan 2016 - bewerkt op 30 jan 2016
- meld ongepast verhaal
Log in om een reactie te plaatsen.
- O 04 dec 2025 5022254 YESJ zou het niet zó gezegd hebben: ‘t was
- O 04 dec 2025 50221Als ‘t klopt dat deze uitspraak belangrijk is
- O 03 dec 2025 50220 ‘n Joodse schrijver uit die tijd had beslist
- O 03 dec 2025 5021953 ‘t Was dan ook heel gewoon dat Yesj in het
- O 03 dec 2025 50218 Zelfs de fanatiekste dorpsfarizeeër van die
- O 02 dec 2025 50217 In geval van handenwassen voor het gaan eten
- O 02 dec 2025 5021652De algemene opvatting was dat ‘t toegestaan
- O 01 dec 2025 5021551 Het is dan ook ‘n vergissing als je ‘t òn-
- O 01 dec 2025 50214 50 ‘t Christendom drong zodoende door tot in
- O 01 dec 2025 50213 49 4 De WET: Sjaoel Paulos en zijn gevolg
- O 30 nov 2025 50212 Al eerder, aan het begin van zijn optreden,
- O 30 nov 2025 50211 Na de terechtstelling van YOCHANAN wees YESJ
- O 30 nov 2025 50210 Zoals we zagen, dachten veel mensen dat Yoch
- O 29 nov 2025 50209 Nu begrijpen we waarom het antwoord van Yesj
- O 29 nov 2025 50208 48 ‘n Middeleeuwse Commentator, David Kimchi