fo5625347 tussen de 'ach'-klachten uit 1, 2 & 4 ~~
STAAT
'N LANGE,
PERSOONLIJKE KLACHT IN
HOOFDSTUK 3:22-23, WAARIN
NAAST DE WANHOOP "DE HOOP OP G DS TROUW"
UITGESPROKEN WORDT: "IK BEN DE MENS DIE TE LIJDEN HEEFT
ONDER DE STOK VAN ZIJN TOORN! HÍJ LEIDT MIJ & VOERT MIJ ~
IN 'N LICHTLOOS DUISTER!
TEGEN MIJ HEFT HIJ ZIJN HAND OP, STEEDS OPNIEUW, DAG NA DAG!
(3:1-3) (...) GENADIG ÌS DE HEER:
ZÓ ZÍJN WÍJ NÒG IN LÉVEN! ZÍJN ONTFERMING KÈNT GÉÉN GRÈNZEN!
ÈLKE MÒRGEN SCHENKT HIJ NIEUWE WELDADEN! ~
VEELVULDIG BLIJKT JOUW TROUW!"
In hoofdstuk 5 klinkt tenslotte 'n gebed
om G ds mededogen èn verlòssing uit het keiharde slavenbestaan
in het Vreemde Lànd èn van de bittere herinneringen aan wat het volk
der velen in hun verre vaderland overkomen is: GEDENK, HEER,
WÀT ONS OVERKOMEN IS, MERK TOCH ÒP, ZÍE ÒNZE SMAAD! (5:1) (...)
VROUWEN HEBBEN ZE VERKRACHT IN TSION, MEISJES IN AL DE STEDEN VAN YEHOEDAH!
VORSTEN HEBBEN ZE OPGEHANGEN, DE OUDSTEN WERDEN GEMÌNACHT! JONGEMANNEN
MOETEN MOLEN-STENEN TORSEN, JONGENS WANKELEN ONDER EEN LAST VAN HOUT!
(5:11-13) (...) BRENG ONS TERUG BIJ JOU, HEER, LAAT ONS TERUGKEREN,
LAAT HET ONS GAAN ZOALS VOORHEEN? (5:21)
Déze Klaagliederen van Yirmeyahoe zijn dus kunstige poëzie:
de eerste vier liederen hebben de vorm van een acrostichon: in 't Hebreeuws
beginnen die versregels met de achtereenvolgende letters van het alefbeit, 22 in getal!
't Derde lied is langer, maar in de 26 verzen beginnen er steeds 3 verzen samen onder dezelfde letter!
't Vijfde lied heeft wel 22 verzen, maar is geen acrostichon. Ook enkele PSALMEN lijken heel erg
òp déze 'jeremiaanse' klaagliederen, zoals Psalm 74, over de verwoesting van De Tèmpel:
'KÒM NAAR DE STAD DIE VOOR ALTIJD IN PUIN LIGT, DE VIJAND LIET NIETS
VAN HAAR HEILIGDOM HÉÉL! IN HET HÀRT VAN JOUW HUIS BRÙLDEN JOUW TEGENSTANDERS,
ZIJ ZÈTTEN ER HÙN ZEGETEKENS NEER. ZOALS ER MET KAPMESSEN INGEHAKT WORDT
OP STRUIKGEWAS EN KREUPELHOUT, ZÓ SLOEGEN OOK ZIJ MET BIJL EN BREEKIJZER ALS HET SNIJ-
WERK KORT EN KLEIN! ZIJ HEBBEN JOUW HEILIGDOM IN DE AS GELEGD,
ER DE PLAATS WAAR JOUW NÁÁM WÓÓNT, VERWOEST
EN ONTWIJD!
"WÍJ vágen àlles wèg", zeiden ze,
en àlle godshuizen in het hele land
hebben zij verbrand!'
(74:3-
Is 't 'n wonder
dat zich al dit soort
zaken en ontwikkelingen alsmaar blijven
herhalen overal op aarde
keer op keer
dag en
nacht?
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende