fo1925169 3 myDiVerhalen creatie/vrijheid/Ìnzicht!
't Eerste Verhaal is dat van 'schepping'/náámgeving, zoals dit bezongen wordt in psalm 8 & 104. In ps 8 staat de anonieme dichter als 't ware in opperste verwondering onder 'n indrukwekkende sterrenhemel & beziet vanuit 't besèf van z'n eigen kleinheid hóe pràchtig 'g d' deze aarde 'letterlijk' met woorden gemáákt & 'ingericht' heeft, 4-10: "ZIE IK DE HEMEL, ALS WÈRK VAN JOUW VÌNGERS, DE MAAN EN DE STERREN DOOR JOU DAAR VASTGESTELD & BEVESTIGD, WÀT ÌS DÀN 'N STERVELING NOG DAT JÍJ AAN HEN DÈNKT, DE KINDEREN VAN MÈNSEN, DAT JÍJ NOG NAAR ONS ÒMZIET? JÍJ HÈBT ÒNS BIJNA ALS GOD GEMAAKT, BEKROOND MET GLANS & GLORIE, AAN ÒNS ÀLLEN HET WERK VAN JOUW HANDEN TOEVERTROUWD EN ALLES AAN ONZE VOETEN NEERGELEGD: SCHAPEN, GEITEN, ÀL HET VÉÉ & OOK DE DIEREN VAN 'T VELD, DE VOGELS AAN DE HEMEL, DE VISSEN IN DE ZEE & ALLES WAT ER RONDTREKT OVER DE ZEEWEGEN ~ HEER, ÒNZE HÉÉR, HÓE MÀCHTIG KRACHTIG IS JOUW VERWOORDING VÀN EN OP HÉÉL DÉZE ÁÁRDE!" Psalm 104 is één grote lofzang op heel de natuur èn háár overweldigende maar ook ruige schoonheid & kràcht: de klankdichter bezingt erin de plaats v/d mènsch in de natuur, als gecultiveerd & samenwerkend wézen, dat wéét hééft vàn 'g d' àls schepper, náámgever èn ÁÁNWÉZIG blíjvende àchter al die coulissen van zíjn Scheppingswerk, óók als 't gaat om 't doen van goed èn kwaad! Díe intieme bànd van 'mènsch mèt G d als Schepper' klinkt daarnaast dóór in psalm 139, waarin onze anonieme artiest zègt níet vàn god lòs te kùnnen kómen zèlfs àls hij dàt soms wel zou wìllen? 't ÌS 'n bànd, die al bestaat vanàf ons prìlste begìn, als 'n weefsel in de schoot van onze Móeder: "JÍJ WAS 'T DIE MIJN NIEREN VORMDE, DIE MIJ SAMENWEEFDE I/D BUIK VAN MIJN MOEDER! IK LÓÓF JÓU VOOR DIT ONTZAGLIJK WONDER VAN MIJN ONT- & BESTÁÁN, WONDERBAARLIJK ÌS WÀT JÍJ HÈBT MÉÉGEMÁÁKT! DÌT WÉÉT ÌK TÒT ÌN 'T DÍEPST VAN MIJN ZÍEL! TOEN IK IN HET VER-BÒRGENE GEMÁÁKT WÈRD, KÙNSTIG SAMENGEWEVEN IN DE SCHOOT VAN DE AARDE, WAS MIJN WÉZEN VOOR JÓU GÉÉN GEHÉIM ~ JOUW ÓGEN ZÁGEN MÍJN NOG VÒRMLOOS BEGÌN, DIT ALLES WERD OPGETEKEND ÌN JÓUW BÓEKROL, AAN DE DÁGEN VAN MIJN ONT- EN BESTAAN ONTBRAK ER NOG NIET ÉÉN! HOE RÍJK ZÍJN JÓUW GEDÀCHTEN, GOD, HOE ÉINDELOOS IN AANTAL, ÒNTÈLBAAR VÉÉL ÈN NOG VEEL MEER DAN ER ZANDKORRELS ZIJN OP DE STRANDEN VAN DE OCEAAN? ONTWÁÁK ÌK, DÀN NÒG BÈN ÌK BÍJ JÓU!" (13-1
: alleen dit inzicht & besef maakt ons vrij & blij: 't willen benoemen, omschrijven & doelgeven van ons bestaan samen met 't Ònbekende dat we 'g d' plachten te nóemen, te ervaren & 'méé te délen'.
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende