(18:14-15)
bedankt de anonieme auteur
G d dat hij aangewezen is als verkondiger
van zijn genade! Híj is voorbestemd om voortaan
'AAN DE ZACHTMOEDIGEN DE MENIGVÙLDIGHEID VAN JOUW GENADE TE VERKONDIGEN
ÈN HEN DIE 'N BEROUWVOLLE HELENDE GEEST HEBBEN DE RÈDDING VANUIT ZÍJN EEUWIGDURENDE BRON TE LÁTEN HÓREN,
ÈN AAN HÈN DIE TREUREN EEUWIGE VREUGDE'! Al déze aanduidingen stemmen volkomen overeen mèt de 'zàchtmoedigen',
de 'armen van geest' èn de 'treurenden' uit de eerste 3 zaligsprekingen
van Yehosjoea haNotsri
aka haMasjiach!
'n Nòg belangrijker parallel
met Yesjoea's 'zaligsprekingen & weeën'
is ook te vinden in joodse geschriften die niet afkomstig zijn van de Essenen
maar behoren tot 'n Esseense randgroep. 't Gaat hier om de zg. Testamenten van de Twaalf Patriarchen
die in een christelijke bewerking overgeleverd zijn. 't ÌS echter eenvoudig om de joodse herkomst van deze geschriften te achterhalen. 't Werk wordt aangeboden in de vorm van de afscheidsredes van de 12 zonen van Yakov waar Yehoedah (25:3-5)
al spreekt over 'de verlossing aan 't einde der tijden'.
EN ER ZÀL ÉÉN VÒLK VAN DE HEER ZIJN EN ÉÉN TAAL;
EN ER ZAL GEEN GEEST VAN DWALING, BELIAL, MEER ZIJN,
WANT HIJ ZAL VOOR ALTIJD IN HET VUUR GEWORPEN WORDEN!
EN ZIJ DIE VOL VERDRIET GESTORVEN ZIJN ZÙLLEN VÒL VRÉUGDE ÒPSTAAN,
EN ZIJ DIE GROTE ARMOEDE LEDEN ('omwille van de heer'

, ZÙLLEN RÍJK GEMAAKT WORDEN,
& ZIJ DIE GEBREK LIJDEN, ZÙLLEN ZICH VÒL KÙNNEN ÉTEN, & DE ZWAKKEN ZULLEN HUN KRACHT KRIJGEN,
EN WIE OMWILLE VAN DE HEER TER DOOD ZIJN GEBRACHT, ZULLEN ONTWAKEN VOOR HET LEVEN,
EN DE HERTEN VAN YA'AKOV ZÙLLEN RÈNNEN VÒL VREUGDE, EN DE ARENDEN VAN ISRAËL
ZULLEN VLIEGEN VOL VREUGDE ['maar de goddelozen zullen rouwen
en de zondaren zullen wenen'], EN ALLE MENSEN
ZULLEN DÉ HÉÉR
PRIJZEN VOOR
ALTIJD!
