df30b van de schriftgeleerden kunnen dan wel velen
verwaand geweest zijn, ze waren géén studeerkamergeleerden: ze eisten dat ieder zijn zoon 'n vak leerde en velen van hen waren ook zelf ambachtslieden. Timmerlui werden als bijzonder geleerd beschouwd; als er 'n moeilijk probleem besproken werd, vroegen ze vaak:
'Is er 'n timmerman aanwezig of 'n timmermanszoon, die 't probleem op kan lossen?'
Yesj wàs 'n timmerman en/of zoon van 'n timmer- man. Mat 13:55 & Mark 6:3 geven verschillende informatie over wie 'de timmerman' is, terwijl Luke geen enkele vermelding over 't be-roep van timmerman bevat in verband met Yoseef of Yesj, zie Luke 4:22. Dat àlléén is nog geen bewijs dàt híj of zijn vader al geletterd waren, maar 't pleit wèl tegen 't algemene, zoetelijk idyllische beeld van Yesj als 'n naïeve beminnelijke, eenvoudige handwerksman ...
Nietzsche had gelijk toen hij schreef: "'t Lijkt me dat alle pogingen die ik ken om de geschiedenis van een "ziel" uit de euangelies af te leiden, een betreurenswaardige psychologische frivoliteit veronderstellen!" Er is echter één psychologisch element in 't leven van Yesjoe dat we niet mogen vergeten: de spanning tussen Yesj' familiebanden en zijn 'door G d opgelegde taak'! Dit element is zelfs te vinden bij de in historisch opzicht minder betrouwbare Yochanan?
Bij de bruiloft in Kana vraagt de moeder van Yesj hem om voor wijn te zorgen, waarop híj antwoordt: "Vrouw, wat heb ik met JÓU te maken?" (Yoch 2:4). In 'n i/d jaren zestig v/d vorige eeuw ontdekt apocrief ver-haal wordt dit thema van spanning tussen Yesj & z'n familie tot bijna ondraaglijke hoogte opgevoerd? Deze bron vermeldt dat toen Yesj gekruisigd werd, zijn moeder Miryam & haar zoons Ya'akov, Sjim'on & Yehoedah voor hem verschenen.
Hangend aan zijn kruis zei hij tegen haar: "Neem je zonen en ga heen!" Die verheviging van deze spanning bìnnen de familie van Yesj is ook aanwezig in de synopti-sche euangelies. Vlg. Luke 8:21 erkende Yesj de vroomheid van zijn familie wel, maar hij vond de gelovigen belangrijker: "Mijn moeder en mijn broers zijn zij die het woord van G d hóren èn DÓEN!" Bij een andere gelegenheid horen we dat 'een vrouw uit de menigte haar stem verhief & hèm toeriep: "Gelukkig de schoot die jou gedragen heeft en de borsten die jou gezoogd hebben!" Maar hij zei: "Gelukkig zij die het woord van G d hóren èn 't bewáren!" vlg. Luke 11:27-28!
Niettemin is in Marks versie van Luke 8:21 de spanning binnen die familie overdreven? Daar lijkt 't dat Yesj zijn familie àfwijst: '"Wie zíjn m'n moeder & m'n broers?" Hij liet z'n blik gaan langs de mensen die in 'n kring om hem heen zaten en zei: "KÍJK, HÍER ZÍJN MIJN MOEDER EN MIJN BROERS! Want wie de wìl van G d dóet, díe ÌS m'n broeder, mijn zuster èn mijn móeder!"' (Zie Mark 3:34-35 > Luke 11:27-2
?!
In 'n chaotische maatschappij onder vreemde bezetting trekt 'n dertigjarige rond die mensen blijkbaar geneest van allerlei kwalen & z'n verbazende 'opwekkende' beweringen uit over persoonlijke inkeer, individuele bekering, sociale verandering, groter rechtvaardigheid & innige liefde, meer mededeelzaamheid, G ds barmhartigheid & menselijke onderlinge zachtmoedigheid ...? De bezetter doodt hem ....!!
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende