666/29/30/31 uiteindelijk waren de bomen verdwenen


V/D WOESTE GRONDEN I/D 18e en 19e eeuw: onafzienbare heidevelden namen hun plaats in; die waren niet geschikt voor beweiding door varkens en runderen, maar wel voor schapen die al snel de overhand kregen. De schapenmest werd vermengd met heideplaggen.
Om de mest te verzamelen dreef de schaapherder z'n schapen iedere avond van de heide naar de schaapskooi in het dorp. In zo'n pot-stal lagen heideplaggen op de vloer, waarop de keutels terechtkwamen. Dankzij de toepassing v/d potstal kon de mest efficiënter gaan worden gebruikt: de boeren verspreidden het mengsel van heideplaggen en schapenmest over de akkers en door die plaggenbemesting werden de essen i/d loop v/d eeuwen steeds meer opgehoogd. De gemiddelde ophoging bedroeg ongeveer 5 à 10 centimeter per eeuw!
Naast de beweiding v/d hooggelegen zandgronden, kwamen ook de laaggelegen delen in trek als weidegebied. Ook de (moeras)bossen werden gekapt & ontgonnen tot grasland. De verst v/h dorp verwijderde graslanden kwamen in gebruik als hooiland, omdat de boeren daar toch niet zo vaak hoefden te komen?
De bossen & met name de heidevelden vormden essentiële schakels i/h landbouwsysteem: om 'n akker permanent in cultuur te houden was tienmaal zoveel heide- & bosgrond nodig? Door de toename v/h akkerland dreigde 'n tekort aan woeste grond! Die dreigende schaarste leidde tot 'n strikter regeling v/h gebruiksrecht: daartoe sloten boeren zich aaneen tot marken: de marke, wat 'grens' betekent, bakende 't dorpsgebied van 'n boerengemeenschap àf.
De aanééngesloten boeren regelen nu zó 't gebrúik v/d bossen, heidevelden & weilanden die alle in gemeenschappelijk bezit waren: er waren regels over 't àfplaggen & 't aantal schapen & runderen dat op de weidegronden gebracht mocht worden. Boeren met 'n grote oppervlakte akkerland mochten meer schapen op de woeste gronden houden, meer plaggen afsteken, etceterara?!
Boeren van buiten de dorpsgemeenschap werden geweerd & vooral in Drenthe zag men er scherp op toe dàt individuele ontginningen aan banden werden gelegd: je ziet daar alleen bouwland op grote akkercomplexen. Nieuwe ontginningen kwamen alleen ten goede aan boeren die deel uitmaakten van de marke! Cultuurlandschap werd zó gekenmerkt door uitgestrekte woeste gronden, geconcentreerde bewoning & open akkercomplexen: 't zg. esdorpenlandschap!!
Dìt alles liet met name z'n sporen ook achter in familienamen, genetische lichamelijke & sociale geestelijke kenmerken: hele generaties werden gevormd & genormeerd door dialect, leefgewoonten, kerk- & schoolgemeenschappen, migratie & frustratie. Kijk maar naar onze Bontekoetjes, Geitenbrijers, Merijntjes, Bartjes, Diktrommen, Bulletjes & Boonestaken, Jaapholms, literatuur, stripverhalen & films ......

01 aug 2016 - bewerkt op 03 aug 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende