42299 149 ´Kláár?´ vroeg Judas. Hij probeerde niet
QQleQ
TE VERBERGEN
DÀT DÌT EEN TÈST WAS!
Z´n mòndhóeken krùlden terwijl hij ìn de hànd van de arme man knéép!
´t Wàs ´n wonder
boven wonder dat hij de gewrichten niet verpulverde?
´Ìk hèb je mijn méést geliefde léérling gebracht! Vréés níet!´ De bedelaar zètte bij voorbáát
àl gróte ógen òp! Hij mompelde een íetwat ònsámenhàngend gebèd, bijééngegáárd úit hàlf vergeten verzen. Judas zèlf bad óók, maar zíjn woorden waren luid èn óverduidelijk: ´HÉÉR,
Ú ÀLLÉÉN HÈBT DÉ KRÀCHT ÒM DEZE ZÓÓN VAN U TE GAAN LATEN GENÉZEN!
STÚÚR ME DÁÁROM HÈT GESCHÈNK VÀN GENÉZING, NÍET ÒM MÍJNENTWIL,
MAAR ÒM HET DÓÓR TE GÉVEN ÁÁN
ÍEMAND ÌN NÓÓD!´
Vóórbíjgàngers mèrkten ´t schouwspel òp!
Judas híeld zíjn ógen gesloten en kòn niet zien wat Yèsj dééd.
´VÓEL JE HÈT, ÓPÁÁTJE? VÓEL JE DE KRÀCHT?´
vroeg hij.
Enkele voorbijgangers keken toe
& begònnen er met elkáár óver te práten!
Terwijl de oude bedelaar trìlde. ´Ja,´ fluisterde hij héés, ´ik voel - íets.´
Mìryàm hield zich
totaal afzijdig, nog hàlf verborgen
in ´n portaal íets verderòp
in de straat.
Ze zàg
hóe Yèsj de hand van de oude man
losliet.
Hij stond òp
en keek om zich héén.
Toen hij Mìr zàg, wènkte hij haar te kómen,
maar hij wàchtte niet op haar en pas bij de volgende hoek haalde ze hèm ìn.
Ze had hun bezìttingen van de grond òpgeraapt. ´Ik wìst al dat je hèm níet zou genézen!
Hóe zóu je kùnnen? ´t Wàs ´n vàlstrìk!´
zei ze.
´Dáár gáát ´t niet òm,´ antwóordde Yèsj zònder
òm te kijken wat Yùd dééd.
Làchend vervolgde hij:
´Híj kàn míj bevélen géven zovéél als hij maar wìl,
tot hij ´n òns wéégt, maar ´G d bevelen geven´ is wèl ´n beetje moeilijker!
Nu hij een Menigte òm zich héén hééft bèn ìk benieuwd
hóe híj zich híerúit rèdt!´
´Ik denk dat hij zich er wel úit weet te praten.´
´Òf G d néémt met íeder van ons
´n loopje èn genéést de man? Stèl je vóór!
Yùd gáát dàn wel gelóven misschien? Àls z´n hàrt ´t houdt!´
Yesjoea was in òpperbeste stemming.
Hij nam de pakken
van Mìr óver & legde ze weer op z´n schouder.
Rècht vóór zich zágen ze ´n Téken ~ ´n witte dúif
mèt ´n olijftàk in de snavel ~ dat met krijt
òp ´n rúw bòrd getekend was.
¨WE STÒPPEN
BIJ DE HERBERG! YÙDAS KAN
ONS HIER VÌNDEN ÀLS ÀLLES VÓÓRBIJ ÌS?¨
En YEHOEDAH vònd hèn
ìnderdáád!
De Menigte
had hem blijkbaar tòch
nog niet in stùkken
gescheurd?
Hij zag
Yèsj & Mìr in ´n hoek
van de herberg zitten
& stevende recht
òp hèn
àf.


Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
-
O
07 jan 2024
46003 DorpsLeven Ploegen/Zaaien Zorgen OogstFeest
-
O
07 jan 2024
46002 Belasting Heffen Inkomst Uitgaaf Straf Slaaf
-
O
07 jan 2024
46001103 Grootte/Indeling v/h Heilig Olijfolieland
-
O
07 jan 2024
46000 De boer is gebonden aan z’n land/z’n werk is
-
O
06 jan 2024
45999102 In de heilige schrift is deze toen al
-
O
06 jan 2024
4599101Landeigendom, grootte, indeling, belasting
-
O
06 jan 2024
4599100 Pesach was niet alleen ‘n feestelijke
-
O
06 jan 2024
4599699 Zo waren er ook vieringen die maar éénmaal
-
O
06 jan 2024
4599598 Shabbat- & Feestdagen: waarom we leven....
-
O
03 jan 2024
45983 Spèl en Vermaak: behalve de vrije avonden
-
O
03 jan 2024
4598297 Wie hem nu wel of niet verwekte ook Yèsjoe
-
O
03 jan 2024
45981 Kortom: vòl, drùk, keihard gelukkig Léven...
-
O
03 jan 2024
4598094 Als de mannen of oudere jongens op ‘t Veld
-
O
02 jan 2024
45979Als ‘n deur al gesloten werd dan deed men dat
-
O
02 jan 2024
45978 Húis, Tuin, Keuken, Kleren, Sport, Spelgenot
vorige
volgende