QQLEQ
ELKE NACHT
IS HET WEER 
RAAK: LEVENSECHT, VERANDERLIJK, KLEURRIJK...
DE OUDSTE OEPANISJADS ZIJN VRIJWEL UITSLUITEND 
GEWIJD AAN DE BESCHRIJVING VAN DE HOOGSTE WERKELIJKHEID, 
HÈT BRAHMAN {niet te verwarren met de brahmanen, de priesters die de hoogste kaste 
uit ´t hindoeïsme vormen} & ´t àtmàn [adem]. ´t Vedisch Brahman 
is de almachtige offerformule. 
´t Hindoeïstische Brahman, 
´t Àbsolute, kan worden gedefinieerd als ´n soort Universele Ziel 
of ´n Groot Àl aka Gróót Zèlf, ´n ultieme kosmische essentie, die in èlk wézen 
& íeder dìng huist, maar nu zó wel bóven de dìngen & de wézens? ´t Ìs god noch mens,
 kan dus niet worden bemind & vereerd - behàlve ìn de zìn 
EN de vorm v/d godheden die
 ´eruit voortvloeien´?! 
¨HET
 IS ÒNBEVLEKT, 
KENT GEEN OUDERDOM, DOOD,
SMART, HONGER OF DORST!¨ stelt de Chandogya Upanishad [VII, 1, 5]! 
Het ìs, zegt de indologe & godsdiensthistorica Ysé Tardan-Masquelier, 
de ´STILLE ONDERLAAG van alle levende 
wezens´, die OVERAL AANWEZIG, 
MAAR ÒNGRIJPBAAR
 IS!
 
En ´t atman is weer op zijn beurt, 
eenvoudig voorgesteld, ´n heel klein stukje Brahman, 
´n atoom verborgen in ´t hart van íeder wezen, dat tegelijkertijd piepklein 
èn gróter dàn ´t universum is? 
Dìt 
Zèlf dat 
ons bezielt, ´HET 
HOOGSTE VAN ALLE WEZENS, 
DE KONING VÀN ÀLLE WÉZENS´, zoals 
de Brihad Aranyaka Upanishad ´t omschrijft [II,V,15] 
is eigenlijk de enige réalitéit,
 hèt Àbsolute ìn 
íeder vàn 
òns.
 
Vanaf ´t tijdperk v/d Aranyaka 
wordt verband gelegd tussen ´t Brahman & ´t atman, 
die uiteindelijk identiek zijn: dóór zich bewùst te wòrden van deze identiteit,
 v/h feit dat we dus dééΔΊ úitmaken v/h Gróte Àl, 
slaagt de mensch erin
 zich te bevrijden? 
 
Èn deze wégen vàn bevríjding 
worden uitgewerkt i/d Upanishaden, 
waarbij de oudste Upanishads nòg ´n aanvulonderdeel 
áán deze basisconstructie v/h hindoeïsme tóevóegen: 
de notie v/d dharma, dwz. ´t geheel 
van ethische & spirituele 
beginselen die voor
alle wezens 
gelden.
 
Vandaar al het héén- en  wéérlìften 50 jaar geleden,
 toen dat blijkbaar
 ´nog wèl
 kòn´?! 
Verwerken 
duurt [minstens] ´n 
léven làng: dàg 
èn nàcht 
dromend?