3991661WatBlijftErNaDeze Zuivering Nog Over Van ´t
        
Q&@
CHRISTENDOM?
Wat er volgens Bultmann 
van overblijft is het geloof in lutherse zin, 
namelijk het in Yehosjoea geopenbaarde vertrouwen op ¨G d¨; dus een geloof 
dàt zich niet kàn baseren op wèlke intellectuele grondslag dan ook, ´n FIDUCIA 
waarvan we eigenlijk niet eens kunnen zeggen dàt ze ´n theoretische waarheid - ´G d bestaat´ - 
behelst, aangezien deze in zichzelf geen enkele existentiële betekenis heeft, 
althans voor zover ze verschijnt als ´n aspect 
van de persoonlijke ervaring. 
In 1953 & ´54
vond de beroemde discussie plaats tussen Jaspers en Bultmann 
over het thema v/d ´ontmythologisering´. Volgens Karl zal de filosofie nooit in staat zijn 
om de religie in zich òp te nemen of te begrijpen. Religie verzet zich tegen iedere poging tot begripsmatige verklaring? 
´t Idee van Rudolf 
om de religie filosofisch & wetenschappelijk aanzien te verschaffen 
is al bij voorbaat gedoemd te mislukken. Dit is, om te beginnen, aan de ene kant zó 
omdat wat hij als specifiek ´modern´ wereldbeeld presenteert helemaal niet modern is. 
De Verrijzenis was blijkbaar voor Yesjoea´s tijdgenoten al nèt zó ònwaarschijnlijk als zij voor òns is 
en, aan de andere kant, de ´modernen´ geloven niet minder in absurditeiten 
dan de ´óuderen' dat deden! 
De moderne wetenschap
 heeft niet de mogelijkheid nòch de pretentie òm ons te voorzien 
vàn ´n totále & ultíeme verklaring v/d werkelijkheid & de zgn. heideggeriaanse filosofie 
is daar al evenmin toe in staat... RUBU reduceert de filosofie niet alleen tot dat éne boek van Heidegger maar schijnt bovendien te geloven dat dit boek, met z´n project van ´n existentiële hermeneutiek, dé belichaming is v/d moderne wetenschappelijke tijdgeest?
 ´t Is compleet ònjuist, zegt KAJA, 
om te beweren dat mythen verkapte abstracte theorieën zijn 
en dat we ze dus in ´n metafysi-sche taal zouden kunnen vertalen. 
Ze zijn nu juist ònvertááĺbaar, níet óver te zetten in een niet-mythische taal 
en láten zich níet op rationele wijze interpreteren. 
Dé enige legitieme ´ontmythologisering´ 
bestaat in ´n hèrwìnnen v/d mythe ìn z´n oorspronkelijke betekenis 
& niet i/d vernietiging ervan... Hoewel de code waarìn de mythe zich uitdrukt sui generis, 
moet duidelijk zijn dat er geen duivel, magische causaliteit of tove[na]rij bestaat - 
we moeten dus bij de interpretatie v/d mythe ´t utilistisch & magisch 
misbruik ervan uitsluiten. 
Ieder mensch 
kan de waarde van de mythe voor zichzelf betwisten, 
maar hij kan dat niet voor íederéén doen! Door in de mythe te leven 
wòrdt de mensch zich bewust van de transcendentie, en ìn die ontmoeting 
zíjn ´het objectieve´ & ´het subjectieve´ 
niet los van elkaar te zien. 
Dat is de reden waarom 
´t ònmógelijk ìs òm dé wetenschappelijke wáárheid ìn de mythe te vinden, 
maar ´t is evenzeer onmogelijk - of althans ongerechtvaardigd - om haar te reduceren 
tot de belevingswereld v/d gelovige, tòt een 
´existentiële´ ervaringsinhoud. 
 En omdat ´t geloof 
niet aan exegetische arbeid ontspruit, 
omdat ´t door de missionerende discipelen, 
apostelen, priesters & zendelingen ´overgedragen´ wordt, 
kan deze overdacht alleen maar doeltreffend zijn
 voor zovér deze ´geestelijken´ zélf 
´in het gelóóf léven´. 
Theologische of filosofische speculatie 
heeft voor de religie 
niets te betekenen 
als ´t gelóóf 
òntbréékt.

 
     Asih, man, 80 jaar
    
    Asih, man, 80 jaar
 
 
 
        Log in om een reactie te plaatsen.
 
        vorige
    volgende