39242GK96MaarDe Politici Van Mijn Land Verdedigden
Q&@
ONZE AANWEZIGHEID
IN ISRAËL ONGEVEER ALS VOLGT:
¨Het is voor hùn éigen bèstwil, want wij
brèngen bescháving náár dàt lànd¨, òf:
¨Zònder òns zou er beslìst een stàmmenoorlog úitbréken¨,
òf: ¨Wij léren die Hebreeën lezen & schrijven¨! Ècht wáár!
Véél van onze léiders meenden dat de Israëlieten láter, wanneer ook zij
echt bij hun verstand waren gekomen, òns dànkbaar zouden zijn voor onze ozo liefderijke bezetting!
Bespòttelijk, maar zó werd er nu eenmaal gedacht?! Abiaddana zei: ¨Het is góed dat Israël éven stèrk is geworden als Filistea, want alleen dàn kàn er ècht vréde kómen!?¨ Wij reisden terug naar Gath omdat we ons verplicht voelden om koning Achisj te waarschuwen voor zinloze agressie tégen Israël.
We namen de weg naar Kirjat-Yeariem omdat de àrk wilden bezoeken. Maar toen we Elazar vertelden over Sjaóels overwinning bij Yabes, toonde hij zich allerminst verheugd. ¨Is G d Israël te hulp gekomen terwijl zíjn tróón híer stáát?¨ zo vroeg hij op bittere toon. ¨Sja´oel kàn pàs verzékerd zijn van G ds aanwezigheid wanneer hij ´n heiligdom laat bouwen voor de ark!¨
´IK BEN EEN FILISTIJN,´ ZEI IK, ´MAAR GELOOF HET OF NIET, IK HEB ER BIJ DE KONING OP AANGEDRONGEN DE ARK NAAR GIBEA TE HALEN, MAAR HÍJ WÌST NIET EENS DÀT ER EEN ÀRK BESTOND EN TOEN IK HEM UITLEGDE WÀT ZIJ IN HET VERLÉDEN VOOR ISRAËL BETEKEND HEEFT, WAS HÍJ NAUWELIJKS GEÏNTERESSEERD!´
Elazar zei:
¨De mensen beseffen niet dàt ze aan G d ´n eigen plaats moeten geven waar ze hem kunnen veréren!
De heidenen bouwen tempels voor hun goden,
maar wíj bergen hem op in ´n boerenschuur!¨
Hij liet ons toe
in wat hij ´een boerenschuur´ noemde,
maar wat in mijn ogen ´n keurig vertrek was
in een boerenhoeve!?
We keken zwijgend
naar de ark, die stond te glanzen alsof hij gloednieuw was?!
En alweer werd ik overmand door de kracht die zij uitstraalde.
Ik zag dat zelfs Ittaï, die niet had meegemaakt hóezéér
déze gódenkist héél Filistea met akelige plagen
gegéseld had, diep onder de indruk
was en dat Abiaddana bévend
haar hand uitstrekte òm
de G d van Israël
te strelen!
ONZE AANWEZIGHEID
IN ISRAËL ONGEVEER ALS VOLGT:
¨Het is voor hùn éigen bèstwil, want wij
brèngen bescháving náár dàt lànd¨, òf:
¨Zònder òns zou er beslìst een stàmmenoorlog úitbréken¨,
òf: ¨Wij léren die Hebreeën lezen & schrijven¨! Ècht wáár!
Véél van onze léiders meenden dat de Israëlieten láter, wanneer ook zij
echt bij hun verstand waren gekomen, òns dànkbaar zouden zijn voor onze ozo liefderijke bezetting!
Bespòttelijk, maar zó werd er nu eenmaal gedacht?! Abiaddana zei: ¨Het is góed dat Israël éven stèrk is geworden als Filistea, want alleen dàn kàn er ècht vréde kómen!?¨ Wij reisden terug naar Gath omdat we ons verplicht voelden om koning Achisj te waarschuwen voor zinloze agressie tégen Israël.
We namen de weg naar Kirjat-Yeariem omdat de àrk wilden bezoeken. Maar toen we Elazar vertelden over Sjaóels overwinning bij Yabes, toonde hij zich allerminst verheugd. ¨Is G d Israël te hulp gekomen terwijl zíjn tróón híer stáát?¨ zo vroeg hij op bittere toon. ¨Sja´oel kàn pàs verzékerd zijn van G ds aanwezigheid wanneer hij ´n heiligdom laat bouwen voor de ark!¨
´IK BEN EEN FILISTIJN,´ ZEI IK, ´MAAR GELOOF HET OF NIET, IK HEB ER BIJ DE KONING OP AANGEDRONGEN DE ARK NAAR GIBEA TE HALEN, MAAR HÍJ WÌST NIET EENS DÀT ER EEN ÀRK BESTOND EN TOEN IK HEM UITLEGDE WÀT ZIJ IN HET VERLÉDEN VOOR ISRAËL BETEKEND HEEFT, WAS HÍJ NAUWELIJKS GEÏNTERESSEERD!´
Elazar zei:
¨De mensen beseffen niet dàt ze aan G d ´n eigen plaats moeten geven waar ze hem kunnen veréren!
De heidenen bouwen tempels voor hun goden,
maar wíj bergen hem op in ´n boerenschuur!¨
Hij liet ons toe
in wat hij ´een boerenschuur´ noemde,
maar wat in mijn ogen ´n keurig vertrek was
in een boerenhoeve!?
We keken zwijgend
naar de ark, die stond te glanzen alsof hij gloednieuw was?!
En alweer werd ik overmand door de kracht die zij uitstraalde.
Ik zag dat zelfs Ittaï, die niet had meegemaakt hóezéér
déze gódenkist héél Filistea met akelige plagen
gegéseld had, diep onder de indruk
was en dat Abiaddana bévend
haar hand uitstrekte òm
de G d van Israël
te strelen!
20 okt 2020 - bewerkt op 21 okt 2020
- meld ongepast verhaal
Log in om een reactie te plaatsen.
- O 23 apr 2024 47446304 Onder Constantijn waren de Kerk èn
- O 22 apr 2024 47444303 Ongeveer twee jaar na z’n machtsovername
- O 22 apr 2024 47443302 De Grote Vervolgingen van Toen en Daar
- O 22 apr 2024 47442 Hoewel die martelaren tot op heden behoren
- O 22 apr 2024 47441 Martelaarsbloed Nieuwe Kracht? De NAAM
- O 21 apr 2024 47440301 Hèt Probleem voor Plinius was wàt te dóen
- O 21 apr 2024 47439300 De christelijke gemeenschappen vielen dus
- O 21 apr 2024 47438 Ondanks die geruchten en vervolgingen groeit
- O 21 apr 2024 47437 Ook Keizer Domitianus, die vanaf 81 regeerde
- O 20 apr 2024 47433299 In 155 AD/na Chr. schreef hij aan de
- O 20 apr 2024 47432 ‘n Vroeg Kerkboek, ‘t ofwel didache/onder-
- O 19 apr 2024 47431 Maar ook SP’s opmerking aan het adres van de
- O 19 apr 2024 47430 De christelijke eredienst bleef nog steeds
- O 19 apr 2024 47429298 Na ‘t eind v/d Joodse Opstand en de ver-
- O 19 apr 2024 47428297 Eind van Masada: christelijke eredienst