38717DC29Als Sjim’on BÀNG was voor de herders die~
        
            HUN KUDDE BEWAAKTEN 
DAN WAREN ZE GEEN VALSTRIKKEN!
Aangezien de winter een einde maakte aan het weideseizoen 
waren de herders gehuld in dikke dekens tegen de kou, maar ook tegen het geluid van indringers?! ‘HIERIN,’ fluisterde Sjim’on. Eerst was er helemaal geen ‘híer’ te zien, maar toen zag Yesj onder ‘t 
dikke struikgewas een tweede ingang naar de grot. De opening was nauwelijks kniehoog, een zwart 
gat dat bijna niet afstak in de duisternis van de nacht... De broers vòlgden ‘t voorbeeld van Sjim’on. 
Ze drukten zich bijna plat op de grond om door de opening  heen te kruipen. Ze kropen een kleine vijftig meter over ‘n lemen vloer, al was dat wellicht de illusie van de nauwe ruimte, de duisternis en gespànnen zenuwen die hen parten speelde? In werkelijkheid was de kruipruimte maar 6 meter en als snel konden ze gebukt verder lopen. Het was een pijnlijke manier van lopen & Yesj wist dat ‘t gezicht van Ya’akov vertrokken moest zijn van pijn! Toen zagen ze het licht van ‘n lantaarn & hoorden ze 'n níeuw & vreemd geluid - ‘n gezongen gebed. Gebeden i/d grot van ‘n bandiet?? De tunnel werd nog breder & Yesjoe 
zag nu aantal Joodse mannen in ‘n kring zitten. Hun hoofden waren  bedekt met handgeweven sjaals 
& ze bewogen heen en weer. De figuren zagen er spookachtig uit in het vage flakkerende LÌCHT v/d fàkkels. De stenen muren bewogen als wáter in dit licht. Sjim’on ving de nu vragende blik van Yesjoea op. 
 ‘Het is niet de verplichte tijd voor ‘t gebed,’ zei hij,
 ‘maar er is geen wet die bidden verbiedt, zeker niet als er behoefte is aan G d. 
En wij hebben voortdurend behoefte aan Hèm!’ ....
Geen van de jongemannen keek hùn kànt úit toen ze dichterbij kwamen. 
Ya’akov porde Yesjoe in z’n zij & wees op ‘n Oude Man i/d Kring. 
Yehoedah de Zeloot - hij móest ‘t wel zijn - knikte naar zijn zoon. Zijn Vader was mager. Hij had ‘n havikachtig gezicht & dezelfde felle wenkbrauwen als z’n Zoon: hij zat op ‘n ruw kleed van kamelenhaar 
& aan niets kon je zien dat hij ‘n hooggeplaatst Persoon was. Deze puurheid toonde 
hóe taai de man wàs. Hij vroeg Sjim’on niets & dááruit 
maakte Yesj òp dat de rebellenhoofdman  z’n zoon 
volledig vertrouwde; uit ‘t feit dat z’n 
Zoon vooruitsnelde & a/d voeten 
van z’n Vader néérknielde 
maakte hij op dat 
Judas vereerd 
werd...

 
     Asih, man, 80 jaar
    
    Asih, man, 80 jaar
 
 
 
        Log in om een reactie te plaatsen.
 
        vorige
    volgende