37230222 Nakdimon, El’azar & Marta arriveerden in
        
KFARNACHOEM. 
ZE WISTEN NIET PRECIES 
WÁÁR ‘T HÚIS VAN NEEF YA’IR STOND; 
DUS GINGEN ZE RECHTSTREEKS NAAR DE SYNAGOGE 
WAAR HIJ DIENSTDEED. HOEWEL KFAR NACHOEM GEEN BIJZONDER 
INDRUKWEKKENDE STAD WAS, WAS DE SYNAGOGE ‘N LICHT, NIEUW GEBOUW 
DAT UITZAG OVER ‘T KALME WATER VAN ‘T MEER VAN GALILEA ~ Tegen de noordelijke muur 
stonden steigers opgesteld, omdat men nog steeds bezig was om de grote zaal te verbouwen. 
Marmeren zuilen stutten ‘t dak boven ‘n open veranda, waar samenkomsten 
konden worden gehouden als het binnen te warm was. 
Massa’s mensen dromden samen in de synagoge. Velen stonden nog op straat. 
Nakdimon vroeg zich af hóevéél er nog stònden te wachten  òm bìnnen te komen! Duizend? 
Marta stond op haar tenen achteraan de mensenmenigte. 
Ze trok haar wenkbrauwen òp & zei vòl TRÒTS tegen Nakdimon: 
“ONZE NEEF YA’IR IS CANTOR VAN DEZE SYNAGOGE! HIJ HEEFT ‘N PRACHTIGE STEM! 
ALTIJD AL GEHAD. IK HEB STEEDS GEZEGD DÀT HÍJ ‘T NOG VÈR ZÓU SCHÒPPEN, OOK AL STAMT HIJ 
UIT DE ARME TAK VAN DE FAMILIE?!” Wat ze eigenlijk bedoelde, was dat het zichtbare welvaren van deze gemeente vooral zo niet slechts uitsluitend áán het búitengewóne zangtalent vàn Marta’s familielid!? 
Ya’ir had met ‘n Líed de Zúilen úitgehouwen en ze op zijn rug de heuvels àfgedragen! 
Vanwege zijn bekwaamheid als càntor wilde de héle bevòlking van Galilea nu híer dan ook sámenkomen! 
Gewèldige vènt toch, die cantor!? Èn òmdàt Marta vróeger al opgemerkt hàd hóe góed DÀT de kleine Ya’ir kòn zìngen, kwàm ‘n gróót déél van wat hij bereikt had voor háár rékening! 
DÀT stònd àllemaal op haar gezicht te lezen, hoewel het inmiddels jaren geleden was dat ze Ya’ir 
of Kfar Nachoem voor het laatst bezocht had. 
Alsof hij Nak-dimons gedachten lézen kon, maakte El’azar ‘n hulpeloos gebaar & zei zachtjes:
 ‘Hij is de achterneef van onze vader. Dus geen náást familielid. Èn we wéten niet eens 
òf Ya’ir nòg stééds cantor ìs, Marta!’ 
Ze keek ‘m dreigend aan. “Àls hij geen meer is, 
dan is hij ongetwijfeld hóófd v/h bouwcomité. 
Ya’ir ìs àltíjd al ‘n íjverige, intelligente man 
gewéést!” Het zou nog een 
uur duren, voordat 
de dienst 
begòn...
 
    
    
    Asih, man, 80 jaar
 
 
 
        Log in om een reactie te plaatsen.
 
        vorige
    volgende