Q&@
INTUSSCHEN HEBBEN WIJ BIJ DIT ALLES NOG MAAR ALLEEN WIJZIGINGEN IN HET UITWENDIGE VAN 'S PRINSEN LEVEN VÓÓR ONS! Maar valt daarnaast nu ook nog niet een verandering in geestelijk opzicht bij hem vast te stellen, zo groot als zij zich maar denken laat? De verandering, waarbij hij godsdienstig van een gematigd onverschillige tot 'n vroom Christen geworden is? Werkelijk, wie Oranje's karakter onder woorden tracht te brengen raakt in een gevaarlijk vaarwater verzeild en kan, als hij niet uiterst voorzichtig koers kiest, licht stranden. Tòch moet de poging gewaagd! De trek, die ons, als wij dat doen, in hem het eerst opvalt, is m.i. wel, dat Oranje géén man van krachtig initiatief geweest is? Híj had niets van die vermetele dùrvers, als we ze wel in de geschiedenis vinden, wier hartstocht het is om de loop der gebeurtenissen te beheersen & er de wèg voor te banen! Een nauwgezet, haast angstvallig wakker & weger veeleer, wachtend op "CE QUE LE TEMPS LUI CONSEILLEROIT"?! Ja zelfs 'n cunctator; niet alleen door zijn tegenstanders ervan beschuldigd te véél "LENTO PEDE" te handelen, maar die dat in zijn Apologie van 1581 ook zèlf tóegaf: "QUI EST CE" - schrijft hij daar immers - "QUI ME POURROIT ACCUSER D'AULTRE FAUTE SINON D'AVOIR TROP TEMPORISÉ DEVANT QUE PRENDRE LES ARMES". Één voorbeeld van deze geaardheid als vertegenwoordiging van tàl van àndere! Tijdens de moeilijkheden te Gent tegen 't eind der jaren '70 besluiten de mannen, die in die stad de leiding hadden, zich meester te maken van de personen van Aerschot & de ZIJNEN, m.a.w. van 's Prinsen voornaamste tegenstanders i/d Vlaamsche Staten. Ze willen dat echter niet doen zonder daarover ter hoogster plaatse eerst advies te hebben ingewonnen! Hoe het luidde? Als enig antwoord trekt de Prins zijn Schouders op; en als het dan toch zonder iets meer niet blijkt te kunnen aflopen, dan laat ten slotte ZIJNE Excellentie hen door Marnix' bemiddeling dìt weten: ze moeten hun gang maar gaan, maar... "SOMDER MEER MET DEN PRINCE TE SPREKEN". Metterdaad dus, als ik reeds zeide, een man zònder enige behoefte om ànderen méé te slepen in zijn vaart! Maar eveneens iemand, die niet gauw meegesleept wordt. Nòch door zijn omgeving, nòch - waarop ik nog meer nadruk leg - door de felheid van zijn temperament. 'n Enkele maal trad Oranje heftig & hartstochtelijk op. Bijvoorbeeld in Maart 1567, toen hij met het oog op de redding van Antwerpen zich zózéér roerde, dat hij er heesch van werd en zèlfs flauwviel, zodat hij met wat azijn, dien men hem in het gezicht sprenkelde, moest worden bijgebracht. Maar vooral in zijn conflict met de Gentse demo-craten in 1578 & vervolgens. Dàn schrijft hij aan de magistraat "MET CORTEN MAER HEFTIGEN WOORDEN"; dàn heet Beutterich, de raadsman van Johann Casimir, die met Hembyze & DATHENUS onder één deken lag, zoals 'n Engelsch zegsman 't weergeeft "A VILLAIN AND SCLANDEROUS VARLET"; dàn gaat er een brief naar die DATHENUS, die niet mìs is, hem van onwaardige achterklap beschuldigt enz. Maar meestal trad hij kalm, beheerst & overredend op. In díe mate kalm en beheerst, dat we hem nooit pathetisch of verbitterd zien wòrden; zelfs bij het ontmoeten van grote teleurstellingen niet; en dat zijn jongere broeder Lodewijk doorgaans een veel forsere indruk maakt dan hij. Dàt zùlke karaktereigenschappen hèm, die ze bezit, geschikter maken voor een staatkundige dan voor 'n militaire carrière is zònderméér duidelelijk. Evenals dat hij in godsdienstig opzicht niet licht voor 't martelaarschap bestemd zal blijken, omdat de vurigheid van geloof en de ijver om te belijden, die hiertoe voeren, op zulk een bodem maar slecht tieren willen? Ten opzichte van de Prins heeft dan ook zowel het één als het andere gegolden. Wat werkelijk tèlt is vooral medemenselijkheid, evenwichtigheid, eerlijkheid, openheid, geduld, liefde, trouw & bedaardheid: voor alle mensen van elke tijd & iedere plaats! Daarvoor is mensenkennis nodig, streven naar wederzijdse belangstelling, bedachtzaamheid, zorgvuldigheid, tederheid, berusting, aanhankelijkheid en doorzettingsvermogen .....