TOT HET GEWONE VOLK:
de òngeschóólden, ònwétenden, àchtergestèlden, voor wie godsdienstige kennis 
al evenveel moeite kost als moreel gezag en die als de tegenpool van de 'wijzen en 
verstandigen' werden gezien. De tegenstanders van Yesj behoorden meestal tot de minder 
talrijke kleinburgerlijke middenlaag (farizeeërs) en de dunne (vooral sadducese) bovenlaag, 
die door zijn boodschap niet alleen in hun godsdienstige, maar ook in hun sociale geweten 
werden geráákt. Je kunt dus niet wegpraten dat Yesj 
partij trok 
voor de armen, 
wenenden, hongerigen, voor de mensen zònder succes, macht of aanzien: de rijken, die 
zich hun schatten/beleggingen verzamelden die door roest en motten verteerd en door de 
dieven en vreemde bezetters gestolen kunnen worden en die met hun hart aan hun rijkdom 
hangen, maakte híj óndànks hun spaarzaamheid tot afschrik- en lachwekkend voorbeeld?! 
Succes en sociale positieverbetering zeggen hèm schijnbaar niets: wie zichzelf verhèft, ZÀL 
vernederd worden en omgekeerd!? De mensen die zich, veilig en wel, (vast)gekluisterd hebben 
aan de vergankelijke goederen van deze wereld, zijn hèm vreemd: zij worden voor een keuzes
gesteld: je kùnt immers níet twéé goden tegelijk (be)dienen! Daar waar het bezit zich - bij de
grote of kleine spaarders - in de weg plaatst tussen G d & mensch, waar iemand het geld dient,
of zijn bezit 'tot afgod maakt à la mammon & moloch', dáár gèldt: 'WEE DE RIJKEN', 'n woord 
dat Luke waarschijnlijk zelf tegenover de zaligprijzing v/d armen gesteld heeft. De waarschuwing
van Yesj is dus meer dan duidelijk: nog éérder gaat een kameel door 't oog van de naald dan dat
'n rijkaard 't hemels G dsrijk op aarde binnengaat! Alle kunstmatige daaropgelijkende pogingen
tot afzwakking ('n Kleine Poort ipv. 'Oog v/d Naald' of 'n scheepstouw ipv. 'kameel'
 
zijn kansloos: rijkdom ìs & blijft hoe dan óók uiterst gevaarlijk voor
'het héil' van mensen, dieren & planten......
Armoede is niet slecht: Yesjoea staat
principieel aan de kant 
van de armen
.......