30930gkbvo532 de profeet wees met behaarde Vinger

Q&@
NAAR DE KONING, MAAR BLEEF OVADYAH AANKIJKEN, 'N ONBESCHOFTHEID DIE AAN GEEN ENKEL HÒF ZOU WORDEN GEDÙLD, MAAR WÈL IN SAMARIA! 'DÉZE!' sprak de profeet, 'dóet wat kwaad is in de ogen dès HÉREN, méér dàn àllen die 'r vóór hèm zijn gewéést! 't Mìnst èrge ìs dàt híj wandelt in de zonden van YARAV'AM, maar híj nàm tot vrouw IZEBEL, DE GEILSTE HOER UIT TSIDON!' ÌK verstíjfde! 'Zèg de man gods dat ik uit TYRUS kom!' zei ik. 'De Vrouwe is de dochter van de kóning van Tyrus!' zei mijn Ovadyah! 'TYRUS, TSIDON, BYBLOS!' sprak de profeet, 'wat maakt ut úit? Zijn zij niet àllen FILISTIJNEN?' 'FENICIËRS!' schreeuwde ik. 'Wàt? Hóe nóemt Ú deze Filostijnen?' vroeg de überharige profeet. 'FENICIËRS!' zei Ovadyah. 'ZIJ LEERDEN ÒNS SCHRIJVEN!' De geile profeet schudde z'n hoofd, ik zàg althans z'n überfantastischlang háár deinen! 'Nog nóóit van gehoord,' mompelde hij. Hij strekte weer opnieuw zijn harige hand met profvinger uit & wees naar de Kóning! 'ZOWAAR DE HERE, DE GOD VAN ISRAËL, IN WIENS DIENST ÌK AL WÈL STA, LÉÉFT, ER ZÀL DE KOMENDE JAREN GEEN DAUW OF REGEN ZIJN, TENZIJ DAN ALS IK HET ZÈG!' ÌK schoot i/d lach, want er was al 'n paar maanden geen enkel spàtje regen GEVÀLLEN ÈN de zòn schéén verschroeiend fèl op de velden! De profeet keek me aan:
IK ZÀG ZÍJN HÁÁT EN IK SCHROK ERVAN! In die suizende stilte hóórde ik ut grauwen van honden die, aan Ovadyahs aandacht ontsnapt met elkaar vochten op de Binnenplaats! Ik kreeg kippenvel van dat geluid & ik zàg dàt mijn àngst die profeet genóegen deed! Hij keerde zich òm & verliet het Paleis zonder nog un Wóórd te spreken! 'WIE IS DIE MAN, DIE TEGEN MÍJ SPREEKT ALSOF IK ZIJN SLAAF BEN?' vroeg Achav. 'HIJ IS ELIYAHOE,' zei Ovadyah, 'UIT TISBEH IN GILEAD! VERGEEF HEM ZIJN MANIEREN, WANT HIJ IS EEN ECHTE MAN GODS!' Achav knikte somber & zweeg lang. Toen stond hij op & legde zijn hand op het gevest van zijn zwaard. 'LÁÁT BAAL-PRIESTERS & DIENARESSEN VAN ASJERA AANSTELLEN!' zei hij tegen mij. 'MAAR LAAT HEN VAN ÚW TAFEL ETEN EN NIET VAN DE MIJNE ZODAT ER NIEMAND KÀN ZÈGGEN DAT DE KÓNING DE GÓDEN VÓÓRTREKT BÓVEN DE GÒD VAN ISRAËL!' Toen wendde hij zich tot Ovadyah.... 'MAAK BEKEND DAT EEN IEDER DIE ZIJN HAND VERHEFT TEGEN DE GODEN VAN DE KONINGIN, DE KÓNING VAN ISRAËL TEGENOVER ZICH VINDT!' [Drieduizend jaar later spelen díe problemen dáár & overal elders nog steeds: extreem gewelddadige fanatieke voor- ÈN tegenstanders van (af)goden, koningen, presidenten, generaals, zakenlieden & zottekoppen maken elkaar uit voor rotte shitvis etc.!!!]
23 feb 2018 - bewerkt op 26 feb 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 80 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende