30929gkbvo531 'Dènk je nou ècht dat de spionnen ~~
Q&@
VÀN BENHADAD NOG STEEDS STRONT IN HÙN ÓGEN HEBBEN, EN WÀT DÀCHT JE WÀT VAN DIE GLUIPERD VAN MOAV? OM NOG MAAR TE ZWIJGEN VAN YOSJAFAT VAN YEHOEDAH! NÍEMAND HEEFT ÓÓIT ÓÓG VOOR DE MILITAIRE SITUATIE, NÍEMAND!' Hij zweeg sòmber! ÌK vóelde de machteloze wóede v/d SOLDÁÁT ACHAV, ÈN zijn éénzaamheid! Híj zóu dolgraag ook een DAWIEDEWIEDEWIED zijn geweest, maar de Tíjden waren verànderd?! In de dagen van Dé GRÓTE Kóning dùrfde níemand oneerbiedig te spreken óver 'DE GEZÀLFDE DES HÉREN', maar in Achavs dagen behoorde het tot de goede toon de kóning te mìnachten!? ACHAV begreep blijkbaar niet dàt hij bondgenoten van buiten nódig hàd tégen z'n vijanden in 't binnenland in plaats van andersom?! TÓEN was er plotsklaps opschudding op de Binnenplaats! De honden blaften als gekken & er was geschreeuw van volk! We stuurden dienaren om te kijken wàt er gaande wàs? Ze kwamen bleek terug & vielen voor Achav op hun knieën: 'Het zijn profeten!' stamelden ze. 'Het schuim staat op hun mond en ze dragen het zwáárd!' ACHAV stuurde Baälzachar, de commandant v/d lijfwacht, naar de profeten om te vragen wat ze wilden? En Baälzachar kwam terug met één ènkele profeet! Hij lìep TÒT vóór Achavs STÓEL & bleef daar zwijgend staan. De man verontrustte mij. Hij droeg 'n kamelharen kleed & 'n brede gordel van léér was om z'n middel gebonden! Vèrder had híj óveràl háár, heel erg véél háár! Òp z'n HÓÓFD, ìn z'n gezìcht, op z'n armen & Bénen, nèrgens ook maar één enkele onbegroeide plek?! Alléén z'n neus en ógen waren naakt? Die màn vòrmde un hárige Éénheid mèt z'n màntel! Het was niet duidelijk wáár de Proféét éindigde & de man begon dus hij was waarlijk dé kóning der Hárigen ÈN dé Lusthof der luizen? ÌK bleef op veilige afstand! De godsman keek vanuit z'n haargewas naar de koning, die gegeneerd z'n hoofd afwendde. Dàt ging zèlfs Ovadyah té vèr! 'Búig u voor de kóning!' sprak hij kràchtig. 'ÈN sla uw ogen néér!' De godsman draaide zich òm naar Ovadyah! 't Geile HÁÁR ònder de neus opende zich & vanuit 't aldus ontstane Gàt klonken de volgende woorden: 'DIT ÌS GÉÉN GEZÀLFDE, WAARÒM MÓET ÌK ME VOOR HÈM BÚIGEN?' ACHAV was wel degelijk tot koning gezalfd, maar blijkbaar niet door 'n profeet uit Eliyahoe's kennissenkring?! 'Híj ìs dé kóning vàn Israël!' siste Ovadyah, 'de zóón van Omri, wiens naam met eerbied genoemd wordt i/d HÉLE wéreld!' Zó sprak Ovadyah, hij die van oprechtheid leefde als 'G dsdienaar'! Ik hield van 'm alsof hij mijn Váder was......
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende