Q
BIJ DE OUDSTE
EN DAN GA IK HET RIJTJE ÀF!' 'AMNON!'
IK WACHTTE, MAAR ZE KNIPPERDE ZELFS NIET MET HAAR OGEN!
'KILEAB,' vervolgde ik. 'ADONIA. SEFATJA. JITREAM.' Dit waren de jongens
die net als ik in CHEVRON geboren waren toen DawiedewiedewieDavid dáár Koning van Yehoedah was & nog niet
van héél Israël! We hadden geen van allen dezelfde moeder. Maar Tamar toonde geen enkele emotie. Ze leek op 'n dode.
Géén MÈNSCH meer, maar 'n dìng! Het deed pijn, het sneed door m'n ziel! Ik voelde hoe een blinde woede bezit van me nam.
ÌK had zìn om de hele mensheid te vermoorden, terwijl ik zó'n slappeling ben die al bijna flauwvalt wanneer hij bloed ziet?!
'SIMA,' riep ik. Ik voelde dat mijn stem begon te wankelen! 'NATAN, SOBAB, SALOMO.' De vier zonen van Batsjeva, allemaal,
nèt als Tamar geboren en getogen in Yeroesjalayiem. Ik stond òp, liep naar Tamar tóe, pakte haar bij haar schouders & schudde
haar doorelkaar! 'JICHBAR,' riep ik. 'ELISAMA, ELIFALET, NOGA, NEFEG, JAFIA, de àndere ELISAMA, ELJADA, ELIFELET?'
Allemaal zonen van koning DAVID, nèt als ik, maar ik wist niet precies wíe hun moeders waren, want ik haalde ze altijd weer doorelkaar! Tamar maakte kreunende geluidjes en ik hield op met schudden. Ik tilde haar gezicht op bij haar kin zodat ik haar ogen
kon zíen: 'ZÈG het Tamar, bij wíe wàs je? In wèlk húis hèb je jouw verkrachter ontmóet?' Tijdens 't òpsommen v/d namen van al mijn broers vroeg ik me àf òf ik wel op 't Góede Spóór zàt, want wíe v/d broers zóu tóestaan dat één van zijn zusters ìn zíjn húis verkràcht wèrd? Maar aan de andere kànt: wáár ànders kòn Tamar héén zíjn gegáán dàn naar 't huis vàn 'n bekènde? En toen bléék dàt er in mijn zus Tamar nog steeds géén téken van léven te bespeuren was, had ik de neiging om haar te slaan, zó wanhópig wàs ik! Maar ik was
nu mezelf gelukkig nog vóór, ik wenkte de slavin die bij de deur op haar wàchtte en líet haar terugbrengen naar 't gastenverblijf.
Àls een vrouw haar verkrachter níet áángeeft, hóe KÀN er dàn nog rècht wòrden gedáán? Ik zakte moedeloos in elkaar
op één v/d zitbanken langs de muur! 't Wàs voor 't eerst
in lànge tijd dàt ik me
níet àfvroeg hóe
m'n háár
zàt ...