29403175mpnz àl mèt àl ìs óók dìt públíeke ìnfò ~~
Q
OP EN LANGS DE KROMME
OPENBARE WEGEN, WAT ONVERMIJDELIJK BETEKENT
DAT DAAR NET ALS IN MYDI[ARY] LEZERS & MYDIERTJES
PASSEERDEN: in de loop der tijd(en) & op zeer diverse plaatsen
leerden de lezers ook te schrijven, & raakten die kunsten & streken
in heinde & verre steeds wijder verbreid; men gebruikte runenstokken
als merkteken òm áán te geven aan wíe bepaalde zàkken in 'n pakhuis wel
of niet toebehoorden, ÈN later nog voor diverse andere doeleinden. In Bèrgen
kraste 'n man omstreeks 1170 in 'n runenstok: 'Ik heb de vrouw van die man zo lief
dat Vúúr MÍJ Kóud tóeschijnt! En ik ben de minnaar van die vrouw!' 'n Àndere man - òf
wíe WÉÉT dezèlfde - schreef: 'Ik houd van de vrouw van die man!' ÈN ÍEMAND pòchte: 'Ingebjörg
bemìnde me toen ik in Stavanger was!' 'n Paar jaar later hakte iemand 'n smeekbede uit in 'n stéén: 'Hèb mij líef,
ÌK hèb jóu líef, Gunnhild! Kùs me! ÌK kèn je GÓED!' Misschien zijn deze inscripties niet veel meer dan de eerste graffiti van óóit overal, maar soms lijken het wel berichten; wíe weet kòn Gunnhild wel lezen? 't Is waar dat sommige runenstokken uit de eropvolgende eeuw eerder doen denken a/d muren v/d openbare toiletten ~ 'Smid heeft geslapen met Vigdis' is gewoon opschepperij, en uit 'De kut is zó heerlijk, móge de pìk haar vùllen' spreekt 'n zekere hópe - maar er zijn ook merkwaardig huishoudelijken mededelingen: ergens in de eerste helft v/d 13e eeuw schreef iemand op de achterkant van 'n stok die al voor 'n ander bericht gebruikt was: 'Gyda zegt
dat je nú thuis móet komen' met nog iets erachteraan dat niemand meer kan lezen! Die iemand heeft
ooit een bericht willen sturen, misschien aan 'n echtgenoot
die zat te slempen in 'n kroeg, & kwam tóen
o/d gedachte dat het 't makkelijkst was
om 't òp te schrijven, in
de wetenschap dàt
híj kòn
lézen?
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende