29369169bmpnz tot aan 't begin v/d 13de eeuw leek
Q
't zg. Gòdsgericht 'n volstrekt logische praktijk? Stel je een wereld voor zonder 't soort van staatsinrichting voor dat we nu hebben leren kennen, zonder 'n bestuurlijke macht die op z'n eigen GEZÀG òrde "Kàn Handhaven", rècht "Kàn Spréken" en oorlogen beginnen! Zó'n wereld bestond uit kleine samenlevingsverbanden, waarin mensen elkaar èn elkaars omstandigheden haast te goed kenden, waarin je reputatie bijna even belangrijk was als je leven, omdat je nooit ergens ànders héén ZÓU gaan, en waarin 't niet zo eenvoudig WÀS om geschillen òp te lossen of misdaden te onderzoeken, òmdàt íederéën te MÁKEN hàd mèt íederéén. Familieverbanden konden zó verwéven zijn dat de kerk in 1215 overging tot aanpassing v/d regels over 'GRADEN VAN CONSANGUÏNITEIT', die bepaalden hóe náuw je voortaan nog met elkaar verwant mocht zijn òm te kùnnen trouwen! Dat kon niet anders, omdat er in heel Europa dorpen waren waar niemand nog een legaal huwelijk kon sluiten met iemand anders: in 'n DÈRGELIJKE wereld stond 't Belàng v/h geschreven WÓÓRD nog maar i/d kinderschoenen! Er waren weinig officiële documenten èn weinig wètboeken; 'n schuldvraag MÓEST dus wel erg eenvoudig zijn, èn 't bewíjs díende snèl èn òp áánschouwelijke wíjze geléverd te worden?! 't Gòdsóórdeel WÀS 'n gebruik dat voor zulk soor gemeenschappen acceptabel was; als zodanig had het niet geméénschappelijk met het verfijnde algemeen geldende rechtssysteem waarop het Romeinse rijk ooit gebaseerd was & dat pas i/d 11de & 12de eeuw geleidelijk aan was herontdekt. Voor zó'n justitieel stelsel waren wetgevers nodig en een autoriteit, een Kóning of 'n Kèrk, die universele, voor iedereen geldende wetten konden opstellen, en de bóeken waarìn díe wètten kònden wòrden VÀSTGELÈGD, ZÓDÀT ze óveràl geraadpleegd konden worden, naar elders gebracht en met al die anderen gedééld, en voorts waren er rechtsgeleerden nodig om díe regels te interpretéren! 'n Dèrgelijk juridisch systeem stond dus onvermijdelijk op gespànnen voet met àlle oude gewoonten & vertrouwde 'zekerheden'? 't Dóel van 'n godsoordeel was overal hetzelfde & íederéén kon zíen wàt er gebéurde, ook al varieerde het ritueel van stad tot stad; 't opnieuw ontdekte Romeinse recht was een soort mysterie, waarvoor je juristen nodig had die hadden gestudeerd aan 'n universiteit, die ingewijd waren in 'n andere manier van denken & geen binding meer hadden met de gebruiken v/d plaats waar ze vandaan kwamen! Bij 'n godsoordeel was er geen andere officiële functionaris dan de priester, & 't was niet zijn táák om recht te spreken of 'n beslissing te nemen. In plaatselijke rechtbanken waar de rechtspraak gebaseerd was op vaste tradities nam niemand 'n wetboek mee om zich ervan te vergewissen dàt ze wel 't júiste déden: er was immers nog geen grote abstracte entiteit - de kroon, het rècht, 't Ríjk of de nátie, of hoe je de macht ook aanduidt - die 't op zich nam om iemand aan te klagen! Justitiële rechtspraak houdt 'n mentaliteitsverandering in die nòg ingríjpender kon zijn dan ze al leek....
In 'n op bewijzen gebaseerde rechtspraak gaat 't erom tot 'n rijper oordeel te kunnen komen; in dat opzicht is 't wel heel curieus dat bij de Franken voorafgaand aan het godsgericht altijd déze zìn uit 't EUANGELIE voorgelezen werd:
'OORDEELT NIET, OPDAT GIJ NIET GEOORDEELD WÒRDE!'
Asih, man, 80 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende